Sommige mensen hebben psychiatrische of ernstige psychische problemen én leveren gevaar op voor anderen. Het betreft bijvoorbeeld mensen die lijden aan schizofrenie of een antisociale persoonlijkheidsstoornis, die anderen schade berokkenen, leed veroorzaken of strafbare feiten plegen. Goed omgaan met deze mensen is een moeilijke opgave. Ze maken deel uit van twee werelden. Die van de zorg en die van justitie, die zich in de praktijk moeizaam tot elkaar verhouden. Allereerst kampt een aanzienlijk deel van de gedetineerden in Nederlandse gevangenissen met psychi(atri)sche problemen, die niet altijd behandeld worden. Ten tweede zijn de recidivecijfers hoog. Binnen vier jaar na ontslag uit de gevangenis is 66% opnieuw veroordeeld voor een misdrijf. Ten derde en in samenhang daarmee zijn er knelpunten in het begeleiden van (ex-)gedetineerden bij hun terugkeer naar de maatschappij. Als beter en langer nazorg zou worden verleend, zou het risico op terugval kunnen worden verkleind. Tot slot komen psychiatrische patiënten die overlast veroorzaken niet altijd tijdig in beeld bij de hulpverlening. Daardoor kunnen zij terechtkomen in situaties waarin zij delicten plegen die mogelijk hadden kunnen worden voorkomen. De vraagstelling van het advies luidt: hoe kunnen we beter omgaan met delictplegers met psychi(atri)sche problemen?
De rol van het personeel in penitentiaire inrichtingen (PI) is de laatste decennia drastisch gewijzigd. Waar voorheen het waarborgen van veiligheid voorop stond, is er gaandeweg – mede door een veranderende populatie – meer aandacht gekomen voor zorgaspecten in het werk van inrichtingswerkers. Werken met aandacht voor zowel zorg als veiligheid noemen we hybride werken. Om met coaching en scholing goed aan te sluiten op hybride werken is het belangrijk te weten hoe penitentiair inrichtingswerkers (piw’ers en zbiw’ers) denken over hun werk en over de omgang met gedetineerden. In deze rapportage worden de resultaten van dit onderzoek, de opvattingen van piw’ers en zbiw’ers, in kaart gebracht.
Jaarlijks keren ongeveer 30.000 ex-gedetineerden terug in de lokale samenleving. In een flink aantal gevallen vallen zij na enige tijd terug in het plegen van strafbare feiten. Bekend is dat circa 70 procent van de ex-gedetineerden na 6 jaar weer in aanraking komt met politie en justitie. Dit leidt, zeker wanneer het gaat om ex-zedendelinquenten en plegers van gewelddadig gedrag, in toenemende mate tot maatschappelijke onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De rol van de burgemeester en in het algemeen het openbaar bestuur is in deze situaties van toenemend belang. De kans dat een ex-gedetineerde een recidivist en een veelpleger wordt en blijft is groot. Een goede begeleiding van de terugkeer van ex-gedetineerden is dan ook van groot belang om te voorkomen dat zij terugvallen in hun oude gedrag. Bij deze nazorg vanuit detentie zijn dan ook verschillende partijen betrokken. In dit boek wordt deze problematiek door een aantal gerenommeerde deskundigen uiteen gezet en er worden voorbeelden gegeven van succesvolle praktijken om ex-gedetineerden en ex-Tbs-gestelden te re-integreren in de (lokale) samenleving, waarbij ook enkele buitenlandse praktijken worden beschreven.
LINK