In 2008 heeft het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) de KNGF-beweegprogramma’s herzien; het warden de ‘Standaarden Beweeginterventies’, gericht op mensen met een chronische aandoening. Een dergelijke standaard stelt een voldoende competente fysiotherapeut in staat bij mensen met een chronische aandoening een actieve leefstijl te bevorderen en hun mate van fitheid te verhogen. Basis voor de herziening vormen de oorspronkelijk door TNO ontwikkelde beweegprogramma’s, van waaruit de tekst grondig is geactualiseerd. De gedetailleerde invulling van de programma’s in ‘kookboekstijl’ is niet opnieuw opgenomen. Gekozen is voor een actueel concept dat de fysiotherapeut de mogelijkheid biedt een ‘state-of-the-art’programma te ontwikkelen met respect voor de individuele patiënt en praktijkspecifieke randvoorwaarden
DOCUMENT
OBJECTIVE: This study aimed to examine the prevalence and predictors of reconstructive surgery among pediatric burn patients in the Netherlands.METHODS: Pediatric burn patients were identified through the Dutch Burn Repository R3. Eligibility criteria included a burn requiring hospital admission or surgical treatment at one of the Dutch burn centers in 2009-2019. First, patient, burn, and treatment characteristics were summarized using descriptive statistics. Second, time to the first reconstructive surgery was modelled using Kaplan Meier curves. Third, a prediction model was developed using univariate and multivariate logistic regression. The model's performance was assessed using calibration, discrimination, and explained variance. Fourth, internal validation was performed using bootstrapping.RESULTS: Approximately three percent (n = 84) of pediatric patients (n = 3072) required reconstructive surgery between the initial burn-related hospital admission and September 2021. Median time to the first reconstructive surgery was 1.2 (0.7-1.6) years. Most surgeries were performed on the face, arm, neck, hand, or anterior trunk, owing to contractures or hypertrophic scarring. Predictors of reconstruction included the etiology, anatomical site, extent of full-thickness burn, surgical treatment in the acute phase, and length of hospital stay.CONCLUSION: Our study provided an overview of the prevalence and independent predictors of reconstructive surgery in the pediatric burn population.
DOCUMENT
Eén van de manieren om het vakmanschap van de reclasseringswerker verder te ontwikkelen is de gezamenlijke reconstructie van „goede praktijken‟. Vaak is er vooral aandacht voor vragen, knelpunten, problemen of inschattingsfouten. Dat is nodig en daar valt zeker van te leren. Maar minstens even veel valt te leren van de bespreking en analyse van zaken die juist goed gaan. Van stilstaan bij casuïstiek waarbij je als reclasseringswerker denkt: „Hier wordt duidelijk wat het vak inhoudt. En hier wordt duidelijk wat ik als professioneel reclasseringswerker kan.‟ Dat is niet alleen leerzaam, maar het is ook motiverend. Stil staan bij de eigen successen geeft energie. En als de specifieke kenmerken en gedragingen die hebben geleid tot succes worden „betrapt‟ dan kunnen deze ook worden vertaald in kenmerken van een reclasseringsmethodiek. Alle reden dus voor een vingeroefening met een reconstructie van succes. Tijdens het congres is dit gedaan in een van de workshops
DOCUMENT
99 26. Project: Wraparound Care voor verslaafde justitiabelen Lonieke Casteleijn, Donnalee Heij De continuïteit van criminele loopbanen is groot. Daartegenover staat echter vaak een versnipperd justitieel ingrijpen dat nadelige gevolgen heeft voor de continuïteit van de aanpak. Evenals in de complexe jeugdzorg, bestaat ook hier behoefte aan ondersteuning bij het creëren van grotere continuïteit en samenhang in het traject dat nodig is om justitiabelen te bewegen tot zinvol en positief gedrag. De verslavingsreclassering en de GAVO (geïntegreerde aanpak verslavingsproblematiek en overlast) van Centrum Maliebaan, instelling voor verslavingspsychiatrie in Utrecht, hebben het lectoraat “Werken in justitieel kader” van Hogeschool Utrecht, verzocht te starten met een ontwikkelings- en onderzoekstraject waarin wordt gewerkt met de principes van Wraparound Care. De belangrijkste elementen in de inhoudelijk visie achter Wraparound Care zijn als volgt. Om duurzame veranderingen tot stand te brengen moeten interventies passen in een plan dat door een team van professionals en personen uit het eigen netwerk samen met de cliënt is ontworpen. Dit plan betreft concrete doelen in de eigen leefsituatie van de cliënt. De interventies worden vanuit uit meerdere sectoren van hulp, zorg en ondersteuning ingezet. Ze worden door de cliënt en een case manager samen aangestuurd en De uitvoering vindt zoveel mogelijk plaats in de eigen leefsituatie van de cliënt.
DOCUMENT
Het derde domein van professionaliteit heeft betrekking op het inrichten. Dit houdt in dat de professie intern samenhangend en georganiseerd is, bijvoorbeeld door een beroepsvereniging en een beroepsopleiding, dat er sprake is van afstemming binnen samenwerkingsverbanden en dat de professie verankerd is in de samenleving. Deze verankering betekent vooral publiek vertrouwen, politiek draagvlak en juridische bescherming. Van professionals vraagt dit primair dat ze zich ook als professionals kunnen positioneren. Zij zijn loyaal aan en actief binnen het eigen beroep, ze zijn coöperatief en assertief in samenwerkingsverbanden en ze kunnen zichzelf en hun beroep op transparante wijze legitimeren.
DOCUMENT
In de eerste workshop stond de vraag centraal: wat missen we wanneer we de reclassering zouden afschaffen? Door deze prikkelende vraagstelling werd een aantal morele principes achter het werk van de reclassering zichtbaar.
DOCUMENT
Bij het domein „Inrichten‟ gaat het om de manier waarop de beroepsgroep is georganiseerd en ingebed. Een onderdeel hiervan is de inbedding in de organisatie. Voor het congres hadden enkele managers en reclasseringswerkers het initiatief genomen om een open dialoog te organiseren met - en tussen professionals en managers over het spanningsveld tussen de professionele kwaliteit en geldende productienormen. De bedoeling van de initiatiefnemers was om dit thema niet problematiserend te benaderen, maar na te gaan welke handelingsmogelijkheden er zijn voor reclasseringswerkers en managers om dit spanningsveld te verminderen. Tijdens deze workshop waren reclasseringswerkers, werkbegeleiders en managers van alle verschillende reclasseringsorganisaties aanwezig, wat het gesprek rijk en interessant maakte vanwege de mogelijkheid om good practices uit te wisselen. De bestuurlijke context - zoals outputsturing, productiecriteria, marktlogica of taakscheiding - is tijdens de bijeenkomst in het kader van de professionele dialoog als een gegeven beschouwd. In dit hoofdstuk gebeurt dit daarom ook. Een bestuurlijke benadering van dit thema is niet minder belangwekkend dan de mogelijke professionele oplossingen, maar het valt buiten het domein van deze bundel
DOCUMENT
Een groot aantal jaren besloten reclasseringswerkers vooral op basis van hun kennis en ervaring wat er moest gebeuren met delinquenten en hoe dit moest gebeuren. De afgelopen jaren is een groot aantal instrumenten geïntroduceerd in het reclasseringswerk. Instrumenten voor risicotaxatie of indicatiestelling (zoals RISc, QuickScan, Static 99 en de MATE-Crimi), gestructureerde gedragsinterventies (zoals de COVA, Leefstijltraining en ART), en methoden voor begeleiding (zoals motivational interviewing en „het delict als maatstaf‟), hebben het reclasseringswerk in grote mate gestructureerd. Deze instrumenten en methoden konden ontwikkeld worden omdat er steeds meer kennis is over effectief reclasseringswerk. De instrumenten en methoden zijn een bundeling van die kennis. Dat betekent niet dat deze instrumenten alle complexiteit van het reclasseringswerk kunnen afdekken en dat daarmee de reclasseringswerker minder belangrijk wordt.
DOCUMENT
Domein 2 van professionaliteit heeft betrekking op het verrichten. Het verrichten gebeurt door de professionele werkzaamheden. Deze werkzaamheden kunnen op grond van de professionele missie worden getypeerd als waardevol maatwerk: de humanitaire kern maakt het werk waardevol, terwijl de complexiteit om maatwerk vraagt. Professionele werkzaamheden berusten op de expertise van de professional. Deze expertise is de complexe synthese van de tegenpolen van vele dimensies van professionaliteit, zoals feit en waarde, kennis en vaardigheid, theorie en praktijk. Zulke complexe expertise kan enkel in personen en praktijken worden verankerd, en bijvoorbeeld niet in producten of procedures: producten en procedures vereisen standaardisatie, terwijl complexiteit om maatwerk vraagt. De werkzaamheden van professionals worden gestuurd door handelingswaarden: professioneel handelen is effectief (terwijl op de vrije markt productiviteit centraal staat) en kwalitatief (terwijl in de hiërarchische bureaucratie procedurele zorgvuldigheid overheerst).19 Welke rol spelen deze handelingswaarden binnen de reclassering?
DOCUMENT
“Het grote publiek pruimt onze uitleg niet meer. Ze willen verslaafde veelplegers gewoon de straat af en de bak in”. “Leg de mensen op straat eens uit wat de reclassering doet en wat zij er aan hebben dat hun belastinggeld daaraan wordt besteed”. Dat is publieke verantwoording in een notendop. Publieke verantwoording is een breed begrip en hoort thuis in meerdere vormen van verantwoording. Bovens en Schilleman (2010) onderscheiden: politieke verantwoording, juridische verantwoording, administratieve verantwoording, professionele verantwoording en maatschappelijke verantwoording
DOCUMENT