¿Quién hace la crítica de las redes? ¿Quién habla de las infraestructuras de la redes? Se pregunta Geert Lovink, uno de los teóricos del internet contemporáneos más puntuales. A diario, millones de usuarios actualizan sus timelines, actualizan fotos, documentan su bienestar o malestar y lo comparten en sus redes sociales. Somos usuarios tentados a no abandonar nunca estos espacios, aunque en el fondo reneguemos de la lógica absorbente de dichas redes. ¿Qué necesitamos para librar esta batalla con la imperante necesidad de actualizarnos o declararnos activistas en la red en épocas de flujo perpetuo ? Esa misma red que también implica lógicas de vigilancia, mercado y control. Este libro reúne una serie de ensayos telúricos que nos lleva a pensar en el trabajo, la economía, las redes organizadas, los algoritmos, la vigilancia y la urgente necesidad de construir redes sostenibles para el intercambio de ideas y que no sean no únicamente espacios marcados por los intereses de unos cuantos.
DOCUMENT
De rubriek Podium brengt belangrijke Nederlandse academische bijdragen voor het voetlicht, zoals inaugurele redes, afscheidstoespraken, interviews en smaakmakende proefschriften. Voor deze aflevering bewerkte Manon Ruijters haar oratie, uitgesproken op vrijdag 17 november 2017, bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar leren, ontwikkelen en gedragsverandering aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
DOCUMENT
Maatschappijvakken cruciaal. ‘Om als mondige, volwassen burger de maatschappij en de politiek te doorgronden moet je de juiste taal spreken’, stelt Wilschut. ‘Onderwijs speelt een cruciale rol in het aanleren van de taal van burgerschap. En dan vooral de maatschappijvakken: geschiedenis, aardrijkskunde, maatschappijleer en economie.’ In zijn Lectorale Rede gaat Wilschut in op de begrippen en taalconstructies die hierbij een rol spelen en laat hij zien hoe deze kennis kan worden overgebracht. Zelf denken, autonoom handelen. ‘Vroeger waren burgers onderworpen aan allerlei machten, zoals edelen, koningen, keizers en kerken,’ aldus Wilschut. ‘Er werd ze verteld wat ze moesten denken en doen; ze waren geen burgers, maar onderdanen. Na onder meer de Franse Revolutie en de Verlichting kregen mensen veel meer zeggenschap. Dat was enerzijds een bevrijding, maar anderzijds hadden ze nu de taak om zelf te denken en handelen. Om dat goed te kunnen doen, moeten ze de taal van burgerschap leren spreken. In het lectoraat bestuderen we deze taal, en worden curricula ontwikkeld om leerlingen op een effectieve manier te trainen in het hanteren van die taal.’
DOCUMENT
Tropical forests are the most diverse and productive ecosystems on Earth. While better understanding of these forests is critical for our collective future, until quite recently efforts to measure and monitor them have been largely disconnected. Networking is essential to discover the answers to questions that transcend borders and the horizons of funding agencies. Here we show how a global community is responding to the challenges of tropical ecosystem research with diverse teams measuring forests tree-by-tree in thousands of long-term plots. We review the major scientific discoveries of this work and show how this process is changing tropical forest science.
DOCUMENT
In het eerste deel van de tekst wordt het thema verkend: er bestaan veel verschillende, vaak karikaturale, beelden van onderwijsvernieuwing en veranderingsbekwaamheid van leraren, die een weerspiegeling zijn van de wijze waarop er wordt aangekeken tegen vernieuwingsprocessen in scholen en de rol van de leraar daarin. De visie op onderwijsvernieuwing is echter aan het verschuiven, waarbij er de laatste tijd meer ruimte komt voor de rol van de leraar. Onderwijsvernieuwing wordt steeds meer gezien als een leerprocesvan leraren binnen de context van de school als professionele leergemeenschap. Dat stelt eisen aan de interactie tussen de leraar, zijn leerlingen, collega’s binnen het team, de schoolleiding en de externe omgeving. Het eerste hoofdstuk sluit af met een reflectie over de kernelementen van onderwijsvernieuwing: zelfsturing, eigen verantwoordelijkheid en authentiek en samenwerkend leren.In het tweede hoofdstuk staat het begrip veranderingsbekwaamheid centraal. Dit leidt tot een werkdefinitie. Veranderingsbekwaamheid wordt gedefinieerd als een metacompetentie met betrekking tot het adequaat handelen in veranderingsprocessen, waarbij kennis, vaardigheden, houdingen, overtuigingen, identiteit en betrokkenheid worden ingezet. Die metacompetentie kan nader geoperationaliseerd worden door het beschrijven van kenmerkende situaties en van de onderliggende kennisbasis (in deze tekst breed gedefinieerd als de verzameling van kennis, vaardigheden, houdingen, over-tuigingen, identiteit en betrokkenheid die bijdragen aan veranderingsbekwaamheid). Het hoofdstuk sluit af met een eerste verkenning van de inhoud van die kennisbasis. In het derde hoofdstuk staat de vraag centraal hoe veranderingsbekwaamheid ontwikkeld kan worden. Aan de orde komen kenmerken van het (verborgen) curriculum, van het beoordelingssysteem en van de leeromgeving die veranderingsbekwaamheid stimuleren. Bij ‘leren veranderen’ gaat het niet alleen om leren over en reflecteren op de inhoud van de verandering, maar juist ook om het leren over en reflecteren op de aanpak van het veranderingsproces. In hoofdstuk vier worden vier instrumenten en methodieken beschreven die gebruikt kunnen worden om de veranderingsbekwaamheid van leraren te vergroten. Deze methodieken worden binnen de kenniskring ontwikkeld, uitgeprobeerd en geëvalueerd met individuele leraren en studenten en met teams. Het gaat om toepassing van NLP-methodieken bij individuele leraren en studenten, om reflecties op lopende veranderingsprocessen in een team, om het versterken van zelfsturing door lerarenteams en om het gebruik van toekomstscenario’s.
DOCUMENT
Aan hogescholen is de laatste decennia een nieuwe traditie ontstaan: het geven van een lectorale rede bij de aanstelling als lector. De eer dit driemaal te hebben mogen doen in de afgelopen 15 jaar is de aanleiding geweest de redes hier samen te brengen. De eerste rede uit 2008, Idola van de crossmedia, verkent het terrein van de crossmedia en het gereedschap van het praktijkgericht onderzoek aan de hogescholen. In de rede Crossmediascapes uit 2014 wordt meer precies ingegaan op wat crossmedia betekent voor de praktijk. In De Voorbeschouwing uit 2022 is de aandacht gericht op het doen van praktijkgericht onderzoek zelf, door een eigen idioom te ontwikkelen voor het streven naar, en evalueren van, impact van onderzoek dat recht doet aan het praktijkgericht onderzoek.
DOCUMENT
Recently several attempts were undertaken to unite the field of metaphor studies, trying to reconcile the conceptual/cognition and linguistic/discourse approaches to metaphor (Hampe, 2017b). The dynamic view of metaphor espoused by amongst others Gibbs (2017a) as a way to unify the field of metaphor studies is said to converge on findings and theoretical predictions found in cognition and discourse approaches. The author argues this focus on dynamical models to explain the multi-scale socio-cognitive aspects of metaphor as an emergent phenomenon is not robust enough. Complexity and dynamical systems are merely a modelling technique to deploy theory for empirical testing of hypotheses; a dynamic view of metaphor needs a coherent background theory to base its dynamic modelling of metaphor in action on (Chemero, 2009). I argue that it can be successfully based on the ecological-enactive framework available within the modern paradigm of 4E cognitive science. This framework makes possible explanation of both 'lower' cognition and 'higher' cognition emerging in the interaction of an organism with its environment. In addition, I sketch how recent theoretical insights from ecological-enactivism (Baggs and Chemero, 2018) concerning Gibson's notion of environment apply to the attempted unification of the field of metaphor studies. I close by suggesting how an understanding of metaphor as an ecological affordance of the socio-cultural environment can provide a rich basis for empirical hypotheses within a dynamical science of metaphor.
LINK
Copyright enforcement by private third parties – does it work uniformly across the EU? Since the inception of Napster, home copying of digital files has taken a flight. The first providers of software or infrastructure for the illegal exchange of files were held contributory or vicariously liable for copyright infringement. In response, they quickly diluted the chain of liability to such an extent that neither the software producers, nor the service providers could be held liable. Moving further down the communication chain, the rights holders are now requiring Internet Service Providers (ISPs) that provide access to end customers to help them with the enforcement of their rights. This article discusses case-law regarding the enforcement of copyright by Internet Access Providers throughout Europe. At first glance, copyright enforcement has been harmonised by means of a number of directives, and article 8(3) of the Copyright Directive (2001/29/EC) regulates that EU Member States must ensure the position of rights holders with regard to injunctions against ISPs. Problem solved? Case law from Denmark, Ireland, Belgium, Norway, England, The Netherlands, Austria and the Court of Justice of the EU was studied. In addition, the legal practice in Germany was examined. The period of time covered by case law is from 2003 to 2013, the case law gives insight into the differences that still exist after the implementation of the directive.
DOCUMENT