Dit artikel is een reactie van Els Overkamp, een van de prijswinnaars van de Ds. Visscherprijs, op het artikel van Marijke Malsch ‘Integratie van verstandelijk gehandicapten: ideaal of ideologie?’ op p. 265-270. Malsch is voorstander van integratie ‘waar dit kan’, bijvoorbeeld bij gehandicapten met een lichte beperking, omdat uit onderzoek zou blijken dat integratie bij de meeste gehandicapten niet mogelijk is. Overkamp beaamt dat de integratie tot nu toe niet goed gelukt is, maar trekt een andere conclusie: Pak de integratie anders aan, onderzoek hoe we daadwerkelijk kleinschalige zorg voor mensen met een verstandelijke beperking kunnen realiseren. Community care is daarin een belangrijke factor.
LINK
Integratie van onderzoek in onderwijs is een hot-topic, met name in het hbo. Het boek “Integratie van onderzoek in het onderwijs” onder redactie van Griffioen, Visser-Wijnveen en Willems komt dan ook op een goed moment. Het boek wil bijdragen aan een betere verwevenheid van onderzoek en onderwijs door een overzicht geven van wat uit onderzoek over dit thema bekend is. Het boek wordt vooral besproken vanuit het perspectief van het hbo. Gekeken wordt naar de bruikbaarheid van het boek voor de praktijk. Veel opleidingen binnen hogescholen worstelen met de rol van onderzoek in het onderwijs en het afstuderen. Er is onder andere onduidelijkheid over de relatie tussen onderzoek en het beroep waarvoor wordt opgeleid, en over de kwaliteitscriteria waaraan het onderzoek van studenten moet voldoen.
Dit onderzoek richt zich op de sociale integratie van alleenstaande moeders die, na een periode van intensieve hulpverlening in een vrouwenopvanghuis, alleen staan voor de taken waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen. De maatschappelijke positie van alleenstaande moeders en hun participatie op de arbeidsmarkt wordt nader belicht. Er wordt aandacht besteed aan risico’s ten aanzien van sociale uitsluiting en er worden actoren van uitsluiting (overheid, instellingen voor hulp- en dienstverlening en de samenleving) benoemd. Verder geeft dit onderzoek aan de hand van een casestudy van alleenstaande moeders, informatie over hun ervaringen met betrekking tot het opnieuw zelfstandig en onafhankelijk functioneren in een vaak nieuwe sociale omgeving na een periode van intensieve hulpverlening. Verder wordt er specifiek ingegaan op het belang van sociale netwerken. De drie actoren van sociale inclusie: overheid, instellingen voor hulp- en dienstverlening en de samenleving spelen een belangrijke rol bij de sociale inclusie van eenoudergezinnen. Dit onderzoek richt zich vooral op vrouwenhulpverlening als een van die actoren. Tot slot volgen conclusies en aanbevelingen.