Docenten van reken-, wiskunde- en statistiekvakken binnen de HU, lopen tegen vergelijkbare problemen aan. Ook al zijn de vakken die gegeven worden totaal verschillend, een aantal van de problemen waar docenten tegen aan lopen zijn vergelijkbaar. Dit was een van de conclusies uit het onderzoek naar rekenen, wiskunde en statistiek in het HU-onderwijs. In dit onderzoek is een vragenlijst voorgelegd aan HU-docenten. Daaruit bleek onder andere dat ongeacht de opleiding er bij veel cursussen problemen zijn omdat studenten een zeer wisselend instroom-niveau hebben. Het volledige verslag van het onderzoek is te vinden op: https://www.hu.nl/onderzoek/publicaties/rekenen-wiskunde-en-statistiek-in-het-huonderwijs Daarnaast waren er veel docenten die een vraag over statistiek hebben voorgelegd aan de leden van het lectoraat. In plaats van alle vragen een voor een te beantwoorden hebben de leden van het Lectoraat Wiskundig en Analytisch Vermogen van Professionals gekozen om met geïnteresseerden in gesprek te gaan. Twee gesprekstafels waren gepland voor maart en april, maar konden door de uitbraak van het coronavirus helaas niet doorgaan. Uiteindelijk vonden de twee gesprekstafels online plaats. Op maandag 28 september 2020 was de gesprekstafel over statistiek en op maandag 12 oktober 2020 vond de gesprekstafel over instroomniveau plaats. Dit verslag geeft een beeld van de beide tafels. Het bevat links naar de presentaties en een weergave van de gesprekken in de kleine groepjes.
DOCUMENT
De samenleving verandert en digitalisering gaat een steeds grotere rol spelen (OECD, 2016, 2019; Schwab, 2016). Studenten aan de HU zullen in hun beroep andere (basis-)vaardigheden op het gebied van rekenen, wiskunde en statistiek nodig hebben om de complexe problemen van de werkvloer aan te pakken dan vroeger (Tout et al., 2017). Hoe gaan opleiders in het HU-onderwijs daarmee om? Welke problemen en dilemma’s duiken daarbij op en welke goede voor-beelden zijn er binnen de HU die met anderen gedeeld kunnen worden? Deze vragen speelden bij het lectoraat Didactiek van Rekenen en Wiskunde, onderdeel van het Kenniscentrum Leren en Innoveren. Ze vormden de aanleiding voor een onderzoek naar de stand van zaken binnen de reken-, wiskunde- en statistiekvakken. De volgende onderzoeksvragen vormden de rode draad van het onderzoek: Hoe gaat men om met de verhouding tussen basisvaardigheden en hogere orde vaardigheden? Gebruiken opleiders ICT in hun lessen? En in hoeverre is er discussie over wat studenten handmatig moeten kunnen en wat zij mogen uitbesteden aan een tool? Welke rol spelen (digitale) tools bij toetsen?
DOCUMENT
Volgens Bartjens vroeg een aantal leerkrachten, pabodocenten, onderzoekers, onderwijsadviseurs en nascholend wat in hun ogen de rol van geld in het huidige reken-wiskundeonderwijs is. We vroegen hen naar veranderingen in het omgaan met geld in de samenleving en in het onderwijs.
DOCUMENT
Een groep experts op het gebied van reken-wiskundeonderwijs op de pabo heeft nieuwe kwaliteitscriteria geformuleerd en voorzien van concrete voorbeelden uit de hedendaagse lerarenopleiding. De geactualiseerde kwaliteitscriteria kunnen ingezet worden bij het ontwerpen, evalueren en verbeteren van opleidingsonderwijs rekenen-wiskunde.
LINK
Deze rapportage bevat een analyse van het maatschappelijk debat over de terreinen onderwijs, cultuur, wetenschap en media. De analyses zijn in de periode 2010-2015 gemaakt. De analyses van het maatschappelijk debat zijn bedoeld om het beleid beter te doen aansluiten bij de maatschappelijke vraag. De analyse van het media-debat is van de hand van Andra Leurdijk en Saskia Welchen.
DOCUMENT
Op 2 juni 2021 werd Kees Hoogland officieel geïnstalleerd als lector binnen het lectoraat Wiskundig en Analytisch Vermogen van Professionals van Hogeschool Utrecht. Hoog tijd voor een interview met deze kersverse lector.
LINK
Geïllustreerd aan de hand van een terugblik op ontwikkelingen in het reken-wiskundeonderwijs in Nederland tussen 2000 en 2025
LINK
Op 25 januari organiseerde Lectoraat De Pedagogische Opdracht een Symposium over actuele vragen in het onderwijs. Bijna 150 professionals vanuit het basisonderwijs, MBO en HBO bezochten het evenement op locatie Inholland Haarlem. Tijdens haar keynote besprak lector Mascha Enthoven actuele thema’s uit het publieke debat zoals kansenongelijkheid, persoonsvorming in het onderwijs en kwaliteit- en vrijheid van onderwijs. In de aansluitende sessies werden deze thema’s verder uitgediept en gingen deelnemers met elkaar in gesprek.
MULTIFILE
Dit rapport beschrijft uitvoerig een onderzoek naar mogelijkheden en opbrengsten van het inzetten van Professionele Simulatie Ontwerpsoftware in de bovenbouw van de basisschool. Deze casestudie is opgebouwd in vijf fasen waarvan de laatste fase antwoord geeft op de kracht van dit instrument voor het onderwijs. De studie mikt zowel op de didactische inzetbaarheid door de leerkracht als de bijdrage aan het ontwikkelen van denkvaardigheden bij leerlingen. De studie past in het onderzoek naar Mindtools en DME's en is grensverleggend in vergelijking tot gangbaar gebruik van ICT. De gebruikte software is van een hoog abstractieniveau maar blijkt door leerlingen al goed te gebruiken om hun talenten aan te spreken. In de eindconclusies worden perspectiefvolle resultaten genoemd. In de rapportage wordt ook geanticipeerd op verdere ontwikkelingen. Tijdens de casestudie zijn immers aanwijzingen gevonden dat leerlingen zeer geboeid kunnen zijn door het gebruik, dat ze sterke cognitieve redenatiepatronen kunnen opbouwen, analytische vaardigheden toepassen, dat ze uitvoerige kritische discussies met elkaar aangaan enz. Met andere woorden een dergelijk pakket zet leerlingen bij de juiste instrumentatie en begeleiding wel aan tot hoger orde denken. De abstracties van een dergelijk pakket gaat sommige leerlingen goed af. Ze vinden uiteindelijk de 3D weergave wel de kers op de appelmoes. Inzetten van dit soort software kan zeker aangemerkt worden als onderwijs inhoudelijk transitief. Het is interessant om t.z.t de diverse video-opnames uitvoeriger te analyseren op zowel de cognitieve als onderwijskundige opbrengsten. In de bijlagen zijn ontwikkelde ondersteunende materialen en resultaten van leerlingen opgenomen.
DOCUMENT
A primary teacher needs mathematical problem solving ability. That is why Dutch student teachers have to show this ability in a nationwide mathematics test that contains many non-routine problems. Most student teachers prepare for this test by working on their own solving test-like problems. To what extent does these individual problem solving activities really contribute to their mathematical problem solving ability? Developing mathematical problem solving ability requires reflective mathematical behaviour. Student teachers need to mathematize and generalize problems and problem approaches, and evaluate heuristics and problem solving processes. This demands self-confidence, motivation, cognition and metacognition. To what extent do student teachers show reflective behaviour during mathematical self-study and how can we explain their study behaviour? In this study 97 student teachers from seven different teacher education institutes worked on ten non-routine problems. They were motivated because the test-like problems gave them an impression of the test and enabled them to investigate whether they were already prepared well enough. This study also shows that student teachers preparing for the test were not focused on developing their mathematical problem solving ability. They did not know that this was the goal to strive for and how to aim for it. They lacked self-confidence and knowledge to mathematize problems and problem approaches, and to evaluate the problem solving process. These results indicate that student teachers do hardly develop their mathematical problem solving ability in self-study situations. This leaves a question for future research: What do student teachers need to improve their mathematical self-study behaviour? EAPRIL Proceedings, November 29 – December 1, 2017, Hämeenlinna, Finland
DOCUMENT