Een groep experts op het gebied van reken-wiskundeonderwijs op de pabo heeft nieuwe kwaliteitscriteria geformuleerd en voorzien van concrete voorbeelden uit de hedendaagse lerarenopleiding. De geactualiseerde kwaliteitscriteria kunnen ingezet worden bij het ontwerpen, evalueren en verbeteren van opleidingsonderwijs rekenen-wiskunde.
LINK
The current study investigates the effects of the school lockdowns during school years 2019–2020 and 2020–2021 on the achievement scores of primary school students during the COVID-19 pandemic. We analyzed scores for spelling, reading fluency (i.e., decoding speed), reading comprehension, and mathematics from standardized student tracking systems for 5125 students from 26 primary schools in the urban region of The Hague, the Netherlands. Results showed that students in grades 1 through 3 had significant learning delays after the first lockdown. However, results after the second lockdown showed that most students were able to catch up, compared to students from corresponding grades of cohorts before COVID-19. The magnitude of these positive effects was mostly close to the negative effect of the first lockdown. Apparently, during the second lockdown, schools seemed better prepared and able to deliver more effective home schooling and online instruction. The hypothesis that students’ learning from a low SES home environment will suffer most from the school lockdowns could only partly be confirmed. SES effects at the individual level tended to be mitigated by negative effects of SES at the school level, making SES-related differences between schools less profound. The findings of this study offer a broader perspective to evaluate the effects of long-term school closures. Implications for educational practice and issues of inequality between students are discussed.
This paper analyses the impact of two structural context factors on mathematics teacher students. First, the Netherlands is coping with a massive mathematics teacher shortage. Second, the Dutch knowledge-economy feeds the private tutoring sector. The impact on young teacher-students is tremendous; they start working as a teacher too early. Besides successful studying, broader professionalization and quality of mathematics education are in jeopardy. A quick-fix for mathematics education might do more damage than foreseen.
Het project Gecijferdheid als Basisvaardigheid is gericht op het versterken van gecijferdheid onder de Nederlandse bevolking. Gecijferdheid vormt samen met geletterdheid en digitale vaardigheid, de drie basisvaardigheden in de 21ste eeuw die een individu nodig heeft om volwaardig te kunnen participeren in het dagelijks leven en in de maatschappij. We vragen met het project aandacht voor het belang van rekenen-wiskunde-statistiek-gecijferdheid in een leven lang ontwikkelen. Het project is een vervolg van Gecijferdheid Telt Mee. Doel Ongeveer 1 op de 6 personen van 16 jaar en ouder hebben moeite met gecijferdheid. Dit betekent dat zij het lastig vinden om te werken met rekenkundige informatie en ideeën die ingebed zijn in een context waarmee zij dagelijks te maken krijgen, bijvoorbeeld het doen van boodschappen, medische informatie interpreteren, reisplannen maken, belastingaangifte doen, etc. Het gaat met name om de interpretatie van cijfermatige gegevens en om statistische informatie die in tabellen en grafieken wordt weergegeven, het nemen van besluiten op basis van berekeningen waarbij er gewerkt wordt met cijfers, decimalen, percentages, fracties, en om het decoderen van getalsmatige visuele representaties. Werken aan het versterken van gecijferdheid is een blinde vlek in Nederland. Vandaar dat er een dringende noodzaak is om dit probleem uitgebreid onder de aandacht te brengen van beleidsmakers, onderzoekers, en docenten en vrijwilligers. Resultaten Het project bestaat uit de volgende onderdelen: conferenties en andere bewustwordingsactiviteiten, experttrainingen oftewel masterclasses, ontwikkelen van leermateriaal en onderzoek. Conferenties Om gecijferdheid op de kaart te zetten is een cyclus van jaarlijkse ééndaagse conferenties gestart (30 maart 2022 en 31 maart 2023) gericht op docenten, vrijwilligers, ontwikkelaars en beleidsmakers die betrokken zijn bij het verbeteren van basisvaardigheden onder volwassenen. Andere bewustwordingsactiviteiten We maken een rondgang langs relevante partijen, zowel op politiek, beleidsvoerend, als uitvoerend niveau en bespreken de mogelijkheden om gecijferdheid als basisvaardigheid te integreren in hun lopende en toekomstige plannen en activiteiten. Verder werken we aan de productie van brochures, filmpjes en webinars. Experttrainingen oftewel Masterclasses We ontwikkelen en verzorgen Masterclasses over het thema Gecijferdheid als Basisvaardigheid aan trainers, docenten, vrijwilligers en uitvoerders van overheidsbeleid. Onze doelgroep houdt zich bezig met het trainen en begeleiden van volwassenen in het sociale domein. Ontwikkelen en verspreiden van materialen Er wordt voortdurend nieuw materiaal ontwikkeld om onderwijsactiviteiten die gericht zijn op het versterken van gecijferdheid te ondersteunen. De website gecijferdheidteltmee.nl staat centraal in het onder de aandacht brengen van deze materialen. Onderzoek We doen onderzoek naar het thema gecijferdheid als basisvaardigheid. We voeren literatuur- en documentenanalyse uit met als doel om alle bestaande kennis over gecijferdheid te ordenen en toegankelijk te maken voor de Nederlandse beleids- en onderzoekscontext. Hierbij onderscheiden we drie relevante deelonderwerpen: 1) het concept gecijferdheid, 2) gecijferdheid in de samenleving en 3) succesvol beleid om gecijferdheid te verbeteren. Verder brengen we in kaart hoe het er nu voor staat op het gebied van gecijferdheid in Nederland. Dit onderzoek moet inzicht bieden in de stand van zaken wat betreft: 1) het bewustzijn op het gebied van gecijferdheid, 2) deskundigheid van betrokkenen zowel op beleids- als op uitvoerend niveau en 3) het aanbod aan activiteiten. Looptijd 01 november 2021 - 31 december 2023
De huidige en toekomstige generaties staan voor verschillende grote (mondiale) uitdagingen die worden gekenmerkt door een grote complexiteit. De huidige Covid-19 pandemie is een voorbeeld van een complex thema waar veel kennis en vaardigheden vanuit verschillende vakgebieden nodig is om alle informatie te kunnen begrijpen, op waarde te schatten en je hier vervolgens als kritisch democratisch burger toe te verhouden. De thema’s bieden mogelijkheden voor wat wij grensverleggend burgerschapsonderwijs noemen, waarbij er vanuit verschillende disciplines betekenissystemen worden ingebracht die stimulerend zijn voor de dialoog en de (kritische) interpretatie van de complexe thema’s. In dit postdoc-onderzoek zal er vanuit kritisch rekenen-wiskunde onderwijs, kritisch wetenschap en technologie onderwijs en kritisch burgerschapsonderwijs onderzocht worden welke kennis, vaardigheden en perspectieven er vanuit deze vakgebieden aangeboden kunnen worden binnen deze complexe thema’s. Onderzoeksvragen In het onderzoek zal het idee van grensverleggend burgerschapsonderwijs verder worden uitgewerkt. Ook zal het onderzoek zich richten op de kenmerken van de professionalisering van (aanstaand) leerkrachten. Dit alles leidt tot de volgende onderzoeksvragen: 1. Wat zijn de kenmerken van grensverleggend burgerschapsonderwijs op in het primair onderwijs? 2. Wat zijn de kenmerken van de (post) initiële professionalisering van (aanstaand) leerkrachten met betrekking tot grensverleggend burgerschapsonderwijs in het primair onderwijs? Onderzoeksopzet De onderzoeksvragen worden beantwoord in een ontwerponderzoek dat gericht is op twee lagen: in de eerste plaats zal er onderzocht worden wat de kenmerken zijn van grensverleggend burgerschapsonderwijs. Hierbij zal er samen met (aanstaand) leerkrachten gezocht worden naar kenmerken en praktijkvoorbeelden. In de tweede plaats richt het onderzoek zich op de kenmerken van de (post) initiële professionalisering van (aanstaand) leerkrachten. Hierbij zal gezocht worden naar betekenisvolle leeromgevingen voor (aanstaand) leerkrachten met betrekking tot grensverleggend burgerschapsonderwijs. Centraal in dit postdoc-onderzoek staat de samenwerking tussen het opleidingsinstituut Hogeschool IPABO en de onderwijspraktijk waarbij de verschillende expertises vanuit beide contexten benut zullen worden.
Computational thinking (CT) wordt beschouwd als een van de 21e-eeuwse vaardigheden. Zoals de term doet vermoeden, heeft CT raakvlakken met zowel digitale vaardigheden als denkvaardigheden (SLO, 2019; Hotze & Keijzer, 2018). Het afgelopen decennium is groeiende aandacht ontstaan voor CT in het basis- en voortgezet onderwijs (o.a. Luyten, Veen, & Meelissen, 2015; KNAW, 2012). Echter, in het pabocurriculum wint CT maar mondjesmaat terrein, waardoor aanstaande leerkrachten onvoldoende worden voorbereid op het toepassen van CT in hun onderwijspraktijk. Ook onderzoek naar CT richt zich met name op basis- en voortgezet onderwijs (o.a. Voogt, Brand-Gruwel, & Van Strien, 2017), terwijl aandacht voor CT op lerarenopleidingen achterblijft. Initiatieven tot curriculumontwikkeling vanuit curriculum.nu (2018) benoemen CT als onderdeel van een toekomstbestendig curriculum. Het is daarom van belang dat onderzoek een brug slaat tussen de veranderende beroepspraktijk van basisschoolleerkrachten en het pabocurriculum. Dit postdoconderzoek beschrijft een gezamenlijke inspanning van twee pabo’s binnen samenwerkingsverband Radiant om CT in te bedden in het pabocurriculum; de vakgebieden rekenen-wiskunde en W&T dienen hierbij als vakinhoudelijke context. Onderzoek in theorie en praktijk geeft nieuwe inzichten in de manier waarop CT in het pabocurriculum voorkomt en in de kennis, vaardigheden en houding van pabodocenten, pabostudenten en basisschoolleerkrachten op het gebied van CT. Tevens levert dit onderzoek ontwerpcriteria op voor concreet onderwijsmateriaal evenals aanbevelingen die toegepast kunnen worden in het pabocurriculum. Deze aanbevelingen en ontwerpcriteria leiden tot ontwerponderzoek op twee lagen: er worden lessen ontworpen voor het pabocurriculum en voor de basisschool door middel van lesson study, waarbij het gezamenlijk ontwerpen en analyseren van leeropbrengsten centraal staat. Op basis hiervan worden best practices in kaart gebracht. Beoogde opbrengst van het postdoconderzoek is kennisontwikkeling op het gebied van CT op pabo’s en een digitale omgeving waar pabodocenten praktische handvatten kunnen vinden om CT onderdeel te maken van hun onderwijs.