The Dutch Ministry of Education, Culture and Science has funded a five years program to encourage the use, creation and sharing of Open Educational Resources (OER) by teachers from various types of education. This program is known as Wikiwijs. Ultimo 2013, the program has come to an end. As some of the assumptions at the start of Wikiwijs proved to work out in unexpected ways the lessons learned could fuel the next steps in developing Wikiwijs. Besides, other national initiatives on opening up education may also benefit from the lessons learned reported here. The main conclusion from five years Wikiwijs was that to accomplish mainstreaming OER, the Wikiwijs program should go along with other interventions that are more oriented toward prescriptive policies and regulations. In particular: the Dutch government should be more directive in persuading executive boards and teachers on schools to adopt OER as an important part of educational reform and the acquisition of 21st century skills.
LINK
Nederland zet koers richting een open vorm van wetenschapsbeoefening, getuige onder andere de lancering van het Nationaal Plan Open Science (NPOS) afgelopen februari en het nieuwe regeerakkoord dat stelt dat open access en open science de norm worden in wetenschappelijk onderzoek. Open science heeft als doel om wetenschappelijke kennis op transparante wijze en voor een breed publiek te publiceren. Dat vergt een herijking van onderzoek doen, samenwerking tussen onderzoekers en de wijze waarop kennis wordt gedeeld en de wetenschap wordt georganiseerd. Informatieprofessionals kunnen hierbij een rol van betekenis spelen, zoals blijkt uit cases van de Universiteit Utrecht, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en KNMI. Maar eerst een korte toelichting op open science en het NPOS. http://www.informatieprofessional.nl
DOCUMENT
In een city farm optimaliseren we alle factoren voor zover we dat met de huidige stand van techniek kunnen. Relatief goedkoop is het regelen van de temperatuur, de luchtvochtigheid en het CO2-gehalte. Relatief duur is het aanbieden van de meeste efficiënte lichtkleuren in de optimale mix voor de hoogste productie en de beste kwaliteit. In het algemeen werken we met blauw licht voor o.a. opening van de huidmondjes, rood licht als belangrijkste fotosynthesekleur en verrood licht voor het extra bevorderen van de foto-synthese en sturen van het plantmodel. Soms werken we met rode en witte LED-lampen, waarbij de witte lampen zorgen voor blauw en o.a. groen licht en het mogelijk maken de kleuren weer normaal te zien.
DOCUMENT
Not much is known about the etiology, or development, of deviant sexual interests. The aim of this systematic review was to provide a broad overview of current theories on the etiology of sexual deviance. We conducted a systematic search of the databases PubMed and APA PsycInfo (EBSCO). Studies were included when they discussed a theory regarding the etiology or development of sexual deviance. Included studies were assessed on quality criteria for good theories. Common etiological themes were extracted using thematic analysis. We included 47 theories explaining sexual deviance in general as well as various specific deviant sexual interests, such as pedophilia and sadism/masochism. Few theories (k = 7) were of acceptable quality as suggested by our systematic assessment of quality criteria for good theories (QUACGOT). These theories indicated that deviant sexual interests may develop as the result of an interplay of various factors: excitation transfer between emotions and sexual arousal, conditioning, problems with “normative” sexuality, and social learning. Neurobiological findings could not be included as no acceptable quality neurobiological theories could be retrieved. The important roles of excitation transfer and conditioning designate that dynamic, changeable processes take part in the etiology of sexual deviance. These same processes could potentially be deployed to diminish unwanted deviant sexual interests.
DOCUMENT
CC-BY-NC-ND Smart Industry - de vierde industriële revolutie - gaat volgens veel publicaties de inhoud van werk razendsnel en drastisch veranderen. De veel geponeerde stelling is dat de samensmelting van allerlei technologische ontwikkelingen op het gebied van o.a. automatisering, optica en big data deze veranderingen in werk in een stroomversnelling brengen. In dit artikel maken we die veranderingen concreter door te beschrijven hoe volgens werkgevers uit de technische sector werk de komende vijf jaar gaat veranderen en wat dat voor gevolgen heeft voor de competenties van de medewerker van de toekomst. Ons onderzoek1 laat zien dat werkgevers in zowel de grote high-tech industry als het mkb veel en snelle veranderingen in werk zien aankomen. Zij beschrijven een toenemende complexiteit in machines en productieprocessen, toenemende onvoorspelbaarheid, een steeds verdergaande samenwerking binnen de keten, robotisering en automatisering van productielijnen, fors toegenomen mogelijkheden voor productie-op-maat, nieuwe manieren van organiseren en wijzigende businessmodellen. Volgens de werkgevers vereist dit werk een technicus die nog steeds een uitstekende kennisbasis heeft en expert is in zijn vakgebied, maar daarnaast een stevige bedrijfskundige blik heeft, in staat is om samen te werken met technici vanuit andere disciplines en zichzelf continu blijft ontwikkelen om te kunnen blijven omgaan met nieuwe technologie. Onderwijs en bedrijfsleven hebben samen de taak om deze technicus van de toekomst op te leiden.
MULTIFILE
Het SHB heeft Futureconsult verzocht een begeleidingstraject te starten voor de ontwikkeling van een toekomstvisie op de Hogeschool Bibliotheken. Hoe ziet de toekomst van het bibliotheekwezen in het hoger beroepsonderwijs eruit? Welke vormen van samenwerking passen daarbij? Welke ICT-toepassingen zullen hun intrede doen? Rondom deze en andere ontwikkelingen wilde het SHB een toekomstverkenning realiseren om een robuuste strategie voor de toekomst te ontwikkelen. Om de toekomst beter te overzien heeft Futureconsult in een interactief proces met het SHB vier scenario's ontwikkeld als vertrekpunt voor het creëren van visie en strategie. Dit eindverslag geeft de resultaten van het scenarioproject weer. Na de inleiding volgt een uitleg over de scenariomethode die in dit project is toegepast. Daarna volgen de vier toekomstscenario's. Bij elk scenario zijn de reacties tijdens de eerste bespreking van de scenario's op de slotbijeenkomst op 16 juni weergegeven. De bijlage omvat een aantal interviews die ten behoeve van het project zijn gehouden, de resultaten van een onderzoek onder studenten, de registratie van de interactieve workshop en van een debat tussen SHB-bestuursleden en studenten van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO).
DOCUMENT
In deze bijdrage presenteren we een aantal voorbeelden die laten zien dat verdieping van de unitstructuur een levensvatbaar alternatief is voor de vervanging van de unitstructuur door de multidimensionale organisatie (MDO), zoals voorgesteld door Strikwerda en Galbraith. In de MDO wordt gestreefd naar ‘resource efficiency’ en schaalvoordelen, terwijl het verdiepen van de unitstructuur gericht is op het bereiken van ‘flow efficiency’ en flow voordelen.
DOCUMENT
Extended Reality (XR) technologies—including virtual reality (VR), augmented reality (AR), and mixed reality (MR)—offer transformative opportunities for education by enabling immersive and interactive learning experiences. In this study, we employed a mixed-methods approach that combined systematic desk research with an expert member check to evaluate existing pedagogical frameworks for XR integration. We analyzed several established models (e.g., TPACK, TIM, SAMR, CAMIL, and DigCompEdu) to assess their strengths and limitations in addressing the unique competencies required for XRsupported teaching. Our results indicate that, while these models offer valuable insights into technology integration, they often fall short in specifying XR-specific competencies. Consequently, we extended the DigCompEdu framework by identifying and refining concrete building blocks for teacher professionalization in XR. The conclusions drawn from this research underscore the necessity for targeted professional development that equips educators with the practical skills needed to effectively implement XR in diverse educational settings, thereby providing actionable strategies for fostering digital innovation in teaching and learning.
MULTIFILE