In this study we analyze a large dataset of Facebook activities of local restaurants in Amsterdam, Houston, London and New York. Doing so gives broad insights in their Facebook usage and the communication patterns between them and their costumers. The dataset is quite rich and the presented statistics are merely the tip of the iceberg.
DOCUMENT
Social media are rapidly becoming a viable way of service marketing and customer engagement in the hospitality industry. Facebook, for instance, allows restaurants to publish information, multimedia content and engage with their customers e.g., to answer questions or learn about their preferences. Being active on social media has become increasingly important as customers more frequently turn to social media and the Web for restaurant reviews before deciding to visit (Lewis and Chambers, 2000).
DOCUMENT
The focus of this paper is on the generation of food waste by small and micro restaurants, specifically on the perceptions of representatives of these restaurants. Do they perceive this generation of food waste as problematic, and do they perceive that they have enough knowledge about how to minimize this generated food waste? With data from a sample of 200 Dutch restaurants, which were collected through surveys and analyzed with regression analysis, we came to two key findings. The first key finding is that our respondents hardly perceive the food waste that is generated in their own restaurant as problematic. The second key finding is that they perceive they have limited knowledge about how to minimize the food waste that is generated in their own restaurant. The main influencing factor for both perceptions appeared to be the actual level of food waste generated in their own restaurant. This paper continues with a number of recommendations for future research, to apply other research techniques and to study other sectors as well. The paper ends with practical recommendations for the representatives of the small and micro restaurants, as the findings of this paper suggest a need for targeted educational and training programs to enhance food waste management in their restaurants, contributing to broader sustainability goals.
DOCUMENT
De uitbraak van het coronavirus heeft in Nederland geleid tot ongekende maatregelen, waarbij het maatschappelijke verkeer voor een groot deel werd stilgelegd op 15 maart 2020. Onder meer alle scholen, universiteiten, bibliotheken, cafés, kapperszaken, musea, bioscopen en restaurants sloten op last van de landelijke overheid hun deuren. Ook voor de podiumkunsten hebben de beperkende Coronamaatregelen geleid tot drastische veranderingen. Het was een aantal maanden niet toegestaan voor dansers, musici en circusartiesten om op te treden en het repeteren werd ook bemoeilijkt door de 1,5 meter richtlijnen. Studenten van kunsthogescholen konden niet gezamenlijk studeren en waren aangewezen op online onderwijs. Dit was een uitdaging, omdat juist de fysieke interactie bij podiumkunsten (dans, muziek en circus) essentieel is voor het leerproces van deze specifieke studentenpopulatie. Codarts (hogeschool voor de kunsten Rotterdam) wil juist in deze roerige tijden haar sterke positie op het gebied van praktijkgericht onderzoek binnen de podiumkunsten continueren en waar mogelijk versterken. Dit is een uitdaging, omdat door de pandemie het praktijkgericht onderzoek onder druk staat. Huidige onderzoekprojecten lopen vertraging op en het blijkt lastiger om nieuwe onderzoekstrajecten op te starten, doordat samenwerkingspartners prioriteit geven aan andere, Coronagerelateerde activiteiten. Codarts wil de SPRONG-impuls middelen inzetten om het praktijkgerichte onderzoek te versterken door intensiever samen te werken in bestaande netwerken en nieuw kansen aan te boren middels het oprichten van nieuwe samenwerkingsverbanden. Dat gebeurt aan de hand van drie werkpakketten: 1. Werkpakket 1: Continueren samenwerking binnen het Rotterdam Arts and Sciences Lab (RASL); 2. Werkpakket 2: Borging onderzoekslijn door oprichting van nieuwe fieldlabs. 3. Werkpakket 3: Uitbreiden onderzoekslijn door het uitwerken van een SPRONG aanvraag;
De uitbraak van het coronavirus heeft in Nederland geleid tot ongekende maatregelen, waarbij het maatschappelijke verkeer voor een groot deel werd stilgelegd op 15 maart 2020. Onder meer alle scholen, universiteiten, bibliotheken, cafés, kapperszaken, musea, bioscopen en restaurants sloten op last van de landelijke overheid hun deuren. Ook de wijze waarop fysiotherapeutische zorg aan patiënten geleverd kon worden, veranderde drastisch. Hierdoor hebben de beperkende Coronamaatregelen grote gevolgen gehad op de voortgang van het RAAK-MKB project Leren van registreren. Centraal in dit project staat het verzamelen, verwerken en analyseren van behandelinformatie van verschillende patiënten en fysiotherapiepraktijken. De Corona-uitbraak heeft op twee manieren tot negatieve consequenties geleid voor het project: 1. Veel fysiotherapeuten sloten de deuren van hun praktijk voor onbepaalde tijd, omdat de richtlijn van het bewaren van 1,5 meter afstand niet gewaarborgd kon worden. Hierdoor zijn er veel minder dossiers ingevoerd door fysiotherapeuten en praktijken. De benodigde 1200 dossiers zijn daardoor nog niet ingevoerd in het systeem en de dataverzamelingsperiode dient verlengd te worden met minimaal 3 maanden. 2. Een deel van de behandelingen kon op afstand plaatsvinden in plaats van in de behandelkamer, bijvoorbeeld via beeld(bellen), e-mail, patiëntenportaal of telefoon. Dit betrof echter een klein percentage van alle behandelingen, aangezien deze vorm van zorg niet mogelijk is bij massage, mobilisaties, taping en verschillende vormen van oefentherapie. Dit kleine percentage van alle behandelingen geeft dus geen goede, representatieve weergave van de fysiotherapeutische behandelingen die in Nederland worden uitgevoerd. Het verlengen van de dataverzameling is ook nodig om een representatiever beeld te krijgen van behandelinformatie. Deze RAAK impuls maakt het voor het consortium mogelijk om het beoogde aantal van 1200 dossiers te behalen en ook een representatieve afspiegeling te krijgen van de behandelingen.
Door de toenemende welvaart wordt in Nederland steeds meer buiten de deur gegeten. Tegelijkertijd kampt bijna de helft van de Nederlanders van 18 jaar en ouder met overgewicht. Buitenshuis consumeert men gemiddeld meer calorieën consumeert dan wanneer het eten thuis wordt bereid. Dit draagt bij aan de overgewichtsproblematiek in Nederland. Daarnaast wordt er ook buitenshuis te veel zout, suiker en verzadigd vet geconsumeerd. De huidige trend van minder dierlijk en meer plantaardig biedt goede mogelijkheden hiervoor. Het zou dus veel gezonder kunnen: minder calorieën en betere kwaliteit (minder zout, suiker verzadigd vet, meer plantaardig). Maar hebben koks en catering personeel de tools en mogelijkheden om dit te veranderen? De gezonde keuze de gemakkelijke keuze laten zijn, dat is de opdracht. Hierbij richten we ons met dit project specifiek op het buitenshuis eten, de Foodservice markt, en meer specifiek bedrijfscatering. De volgende onderzoeksvragen staan centraal in dit project: • Welke tools hebben koks en catering personeel nodig om gezondere gerechten te kunnen samenstellen en aan te bieden in bedrijfsrestaurants? • Hoe kunnen de gasten verleid worden? Wat is het effect van nudging interventies zoals bv. menulabelling, standaard optie, portiegroottes, groente als ‘centre of plate’, etc. op het keuzegedrag van gasten in bedrijfsrestaurants? • Evalueren van een Gezonde bedrijfscateringsconcept 2.0 op een ‘real life’ locatie, gebruikmakend van de uitkomsten van de bovenstaande vragen.