Voeten en Reuma is een boek waarin alle facetten aan de orde komen die een belangrijke rol spelen bij reuma, en die zich in dit kader voordoen rond de voet. De auteurs zijn drs. Margreet van Putten en Ingrid Ruys. Het boek telt tien hoofdstukken. Aan de orde komen de volgende onderwerpen: Wat is reuma?; Reumatische aandoeningen nader bekeken; Weke delen reuma; De behandeling van reumatische voetaandoeningen; Reuma en nagelproblemen; Reuma en huidproblemen; Reuma en teenafwijkingen; Tips voor uw reumapatiknten; Schoenen voor reumapatiknten; Het onderzoek van de reumatische voet. Achterin het boek staan praktijkvoorbeelden (casuostiek), vragen en stellingen, gevolgd door de antwoorden, gerangschikt per hoofdstuk. 'Voeten en Reuma' is vanuit de optiek van de voetverzorger geschreven, maar in feite bedoeld voor alle disciplines die met reumapatiknten te maken hebben. Het boek is doorspekt met kleurenfoto's. Het vormt een document dat tevens als naslagwerk dienst kan doen. In dit kader is ook een woordenregister opgenomen. Margreet van Putten is arts/onderzoeker en verbonden aan de paramedische opleiding van Fontys Hogescholen in Eindhoven. Ingrid Ruys is als podotherapeut verbonden aan het St. Joseph Ziekenhuis in Veldhoven.
DOCUMENT
Internationale literatuur laat zien dat mensen met een reumatische aandoening minder aan sport- en beweegactiviteiten doen. Het is niet duidelijk of dit ook geldt voor Nederlanders met een reumatische aandoening. In dit onderzoek is gekeken naar het sport- en beweeggedrag van mensen met een reumatische aandoening middels interview- en vragenlijstonderzoek. Het aantal respondenten dat heeft aangegeven aan de Nederlandse beweegrichtlijnen te voldoen (52,7%) is redelijk in lijn met onderzoeksresultaten van het Centraal Bureau voor de Statistiek waaruit blijkt dat 48,4% van de Nederlanders met een chronische aandoening aan de beweegrichtlijnen voldoet. Mensen met reuma sporten veelal als onderdeel van de revalidatie of bij een fitnesscentrum. De belangrijkste barrières voor mensen met reuma om georganiseerd te sporten in hun eigen regio hebben betrekking op de kennis en vaardigheden van sportbegeleiders, gebrek aan hulp bij het vinden van een geschikte sport- en/of beweegactiviteit en aanwezigheid van geschikte sport- en spelmaterialen.
LINK
Internationale literatuur laat zien dat mensen met een reumatische aandoening minder aan sport- en beweegactiviteiten doen. Het is niet duidelijk of dit ook geldt voor Nederlanders met een reumatische aandoening. In dit onderzoek is gekeken naar het sport- en beweeggedrag van mensen met een reumatische aandoening middels interview- en vragenlijstonderzoek. Het aantal respondenten dat heeft aangegeven aan de Nederlandse beweegrichtlijnen te voldoen (52,7%) is redelijk in lijn met onderzoeksresultaten van het Centraal Bureau voor de Statistiek waaruit blijkt dat 48,4% van de Nederlanders met een chronische aandoening aan de beweegrichtlijnen voldoet. Mensen met reuma sporten veelal als onderdeel van de revalidatie of bij een fitnesscentrum. De belangrijkste barrières voor mensen met reuma om georganiseerd te sporten in hun eigen regio hebben betrekking op de kennis en vaardigheden van sportbegeleiders, gebrek aan hulp bij het vinden van een geschikte sport- en/of beweegactiviteit en aanwezigheid van geschikte sport- en spelmaterialen.
DOCUMENT
Chronische gewrichtsaandoeningen zijn veelvoorkomende aandoeningen waarmee patiënten bij de fysiotherapeut of oefentherapeut komen. Aandoeningen zoals artrose en reuma veroorzaken problemen in het dagelijks functioneren vanwege pijn en verminderde mobiliteit. Genezing is vaak niet mogelijk, maar het bevorderen van zelfmanagement kan verergering voorkomen. Oefentherapeuten en fysiotherapeuten spelen een centrale rol in het ondersteunen van zelfmanagement bij patiënten met gewrichtsaandoeningen. De inzet van online toepassingen, waaronder mobiele applicaties, en online platforms, die gericht zijn op het bevorderen van zelfmanagement (in dit voorstel gedefinieerd als Behavioral Intervention Technologies: BITs) kunnen patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen ondersteunen. Echter, voor veel professionals is het onduidelijk hoe BITs kunnen worden ingezet om zelfmanagement te vergroten en hoe dit gecombineerd kan worden met fysieke begeleiding. Daarom onderzoeken we in dit tweejarige project de manier waarop oefen- en fysiotherapeuten coaching op zelfmanagement via BITs kunnen vormgeven. In werkpakket 1 brengen we met een review, observaties en een concept mapping in kaart welke elementen en randvoorwaarden van BITs belangrijk zijn voor het bevorderen van zelfmanagement. Zodra we inzicht hebben in deze elementen en randvoorwaarden wordt in co-creatie met stakeholders toegewerkt naar beroepsrollen en beroepscompetenties die voorwaardelijk zijn voor het gebruik van BITs. Met de input van deze onderzoeksactiviteiten ontwikkelen we samen met de doelgroep de AmSOS methodiek die professionals helpt bij het gebruik van BITs om zelfmanagement te bevorderen bij patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen (WP2). Om te bepalen in hoeverre de methodiek bruikbaar is in de praktijk wordt in WP3 een haalbaarheidsstudie opgezet waarbij 25 eerstelijnsfysio- en/of oefentherapiepraktijken de AmSOS methodiek gaan gebruiken in de behandeling van patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen. Omdat gewrichtsaandoeningen een substantieel onderdeel zijn van de curricula, maar tegelijkertijd weinig aandacht wordt besteed aan technologie en zelfmanagement, ontwikkelen we in WP4 een onderwijsmodule voor scholing van studenten en praktiserende oefen- en fysiotherapeuten.
50% van de Nederlanders hebben (risico op) ziekten waarbij ontstekingen een rol spelen, zoals hart- en vaatziekten, overgewicht, reuma en darmontstekingen.1 Ontstekingen kunnen leiden tot ontregeling van zowel de stofwisseling als het immuunsysteem. Door het eten van gezonde voeding zoals groente en fruit kun je ontstekingen in je lichaam gunstig beïnvloeden.2 Daarnaast is het ook belangrijk dat er meer gezonde, ontstekingsremmende producten op de markt komen. Nederlanders eten gemiddeld per dag 133 gram brood, dat meestal gemaakt is van tarwe- en/of roggemeel.3 Door granen in voedingsmiddelen zoals brood gezonder te maken, kunnen we aanzienlijke invloed uitoefenen op onze dagelijkse inname van gezonde voeding. Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) doet onderzoek naar voedingsmiddelen die passen binnen een anti-inflammatoire voeding en leiden tot een betere immuunrespons en zocht actief een partner om voeding te optimaliseren. Daarnaast werkt het UMCG samen met de nieuwe Master Duurzame en Gezonde Voeding (MDGV) van de Hanzehogeschool, die tevens op zoek waren naar onderzoeksprojecten. Via de Graanrepubliek kwam het UMCG in contact met Royal Koopmans BV die wil weten of gekiemde tarwe en rogge een betere immuunrespons en een betere voedingssamenstelling hebben dan ongekiemde granen. Dit is een mooie aanleiding om samenwerking te zoeken met opleidingen die kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van een gezonder en tevens duurzamer voedingsaanbod. Naast het UMCG en MDGV kan Van Hall Larenstein (VHL) kennis op levensmiddelentechnologie faciliteren en Team Horeca en Bakkerij van Noorderpoort nieuwe producten ontwikkelen. Door deze kennisinstituten met elkaar te verbinden hebben we een eerste concreet project om samenwerking op het gebied van gezondere en duurzamere producten te ontwikkelen, onderzoeken en op de markt te brengen. Zo hopen we elkaar in de toekomst ook sneller te kunnen vinden voor samenwerking. De eerste onderzoeksvraag is: heeft gekiemde tarwe of rogge een betere immuunrespons en een betere voedingssamenstelling en is hoe is dit toepasbaar in de praktijk?
Productfinanciering in de eerstelijns fysiotherapie: Een pilot bij patiënten met heup- en knieartrose. Sinds jaar en dag werken eerstelijns fysiotherapeuten volgens een vergoeding-per-zitting-systeem. Dit systeem heeft voor- en nadelen, zo zijn er weinig financiële prikkels om te innoveren. Binnen dit project is een pilot uitgevoerd naar productfinanciering als alternatief financieringsmodel binnen de eerstelijns fysiotherapeutische zorg voor patiënten met heup- of knieartrose. Doel Het in kaart brengen van belemmerende en bevorderende factoren voor eerstelijns fysiotherapeuten om te werken met productfinanciering binnen de zorg voor patiënten met heup- en knieartrose. Resultaten Fysiotherapeuten zien productfinanciering als de toekomst, maar hebben veel belemmeringen ervaren tijdens de implementatie ervan. Dit kwam deels door de aangeboden instructie, de onbekendheid met het concept en de specifieke populatie bij wie ze het konden inzetten. Looptijd 01 juni 2018 - 01 september 2021 Aanpak Een groep van 37 eerstelijns fysiotherapeuten kon een jaar lang gebruik maken van productfinancieringsafspraken voor patiënten met heup- of knieartrose die bij VGZ verzekerd waren. De fysiotherapeuten zijn na afloop uitgenodigd voor deelname aan een interview. Binnen het project werd samengewerkt met VGZ Reuma Nederland en Zorg1