hoofdstuk 26 in Werken in gedwongen kader 26.1 Inleiding 26.2 Wat is risicobeheersing? 26.3 Risicobeheersing in de planfase 26.4 Risicobeheersing in de uitvoeringsfase
LINK
Dit rapport is het resultaat van de definitiestudie die is uitgevoerd naar de rol van geoinformatie bij risicobeheersing en rampenbestrijding. De studie is uitgevoerd door Wageningen Universiteit, de VU Amsterdam, de TU Delft en het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) in het kader van het BSIK programma Ruimte voor Geo-Informatie (RGI).
MULTIFILE
Hoe reageren professionals en managers in de sector welzijn en maatschappelijke dienstverlening op indringende veranderingen zoals marktwerking, meer verantwoording en risicobeheersing? Marc Hoijtink en Lia van Doorn brachten vier soorten reacties in kaart.
DOCUMENT
Het lectoraat Risicobeheersing zoals dat is benoemd in Enschede, houdt zich bezig met veiligheidsrisico’s. Regelmatig zijn wij in de voorbije periode echter ook aangesproken door beleggingsmaatschappijen en adviseurs die hun financiële risico’s wensten af te dekken. Van dit laatste hebben we minder verstand. Beide typen, veiligheidsrisico´s en financiële risico’s hebben overigens wel met elkaar te maken. Zo schrijft Claes in zijn boek over risicomanagement dat “de zinsnede “de verzekering dekt de schade” veelvuldig wordt gebruikt als quasigeruststellende mededeling aan het einde van berichten over schadegebeurtenissen. Hiermee worden wel financiële gevolgen van een schade gebeurtenis gedragen, maar de kapitaalvernietiging heeft plaatsgevonden, mensenlevens zijn bedreigd, wellicht zijn er doden of gewonden.” [claes, 2004, blz. 22] Met het lectoraat Risicobeheersing willen we ons vooral richten op het voorkomen van ongevallen en bedreigingen.
MULTIFILE
Aanleiding en ProbleemstellingNa de vuurwerkramp in Enschede is maatschappelijk veel aandacht ontstaan voor het thema externe veiligheid. De ramp was voor Saxion mede aanleiding om het lectoraat risicobeheersing in te richten. Externe veiligheid behelst de risico’s van het gebruik, opslag, productie en transport van gevaarlijke stoffen voor de omgeving. Voor mensen die niet direct iets te maken hebben met die bedrijvigheid en die zich buiten dat bedrijf of de transportroute bevinden (Rodenhuis & Smeitink, 2011). Het Externe Veiligheidsbeleid is erop gericht deze risico’s te normeren. In dit artikel wordt ingegaan op een belangrijk onderdeel van de wet- en regelgeving: de omgang met het groepsrisico in uitvoeringspraktijk. Teruggeblikt wordt op onderzoeken die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd door het lectoraat, waarbij wij ons zullen beperken tot de uitkomsten die betrekking hebben op de groepsrisicoverantwoording bij ruimtelijke plannen. De centrale vraag in dit artikel luidt:Welke knelpunten rondom de groepsrisicoverantwoording worden in de uitvoeringspraktijk van de ruimtelijke ordening ervaren?
MULTIFILE
Uit door ons uitgevoerd enquêteonderzoek (in 2020) blijkt dat risicomanagement als een van de belangrijkste taken wordt gezien binnen de onafhankelijke controlfunctie (OCF) van woningcorporaties. Tegelijkertijd geven betrokkenen aan dat deze activiteit voor verbetering vatbaar is. De effectiviteit hiervan lijkt met name afhankelijk te zijn van de rolinvulling van degene die de OCF vorm geeft en de ruimte die binnen de corporatie wordt geboden voor reflectie en verandering.
DOCUMENT
In deze Marie Kamphuis-lezing schetst Lia van Doorn de maatschappelijke veranderingen anno 2009. Aan de hand van de studie van Deborah Stone gaat zij in op de complexere werkelijkheid waarmee de hedendaagse professional te maken heeft. Zij behandelt vier veranderingen: coalitievorming, de partijpolitieke inkleuring, risicobeheersing en media-invloed. In zijn coreferaat schetst Lou Jagt in een terugblik op de jaren ¿60 en ¿70 hoe op grond van evaluaties sprake was van een effectiviteitcrisis in de VS als het gaat om social work. Hij focust zich op de situatie in Nederland en vraagt zich af hoe het staat met de body of knowledge van het vaderlandse maatschappelijk werk.
DOCUMENT
English Abstract:Administrative turbulence in social work: the challenge of pluralist coalition-formation As elsewhere in Europe, social work in the Netherlands is facing ever more administrative changes. This article analyzes the administrative changes that local social work institutions are currently facing and how representatives of these institutions are reacting to these changes. The article is divided into three sections. The first section describes four administrative changes that organizations in the field of social work are currently facing. The second section is based on the results of four studies in local social work, and analyzes how social workers and managers from these organizations are experiencing and handling these administrative changes. We group the reactions into four different clusters: the confused reaction, the introvert reaction, the extravert reaction and the binding reaction. The third section zooms in on what we see as the most beneficial strategy: the binding reaction. We argue that these turbulent times call for organizations that are able to create strong coalitions, both internally and externally. These are necessary to guarantee service provision as well as innovation in a meaningful way.--Dutch Abstract:Bestuurlijk turbulentie in het sociaal werk: de uitdaging van meervoudige coalitievorming Net als elders in Europa wordt het sociaal werk in Nederland geconfronteerd met indringende bestuurlijke veranderingen. In dit artikel analyseren wij met welke bestuurlijke veranderingen instellingen in het lokaal sociaal werk te maken hebben en hoe representanten van deze instellingen op deze veranderingen reageren. Het artikel bestaat uit drie delen. In het eerste deel beschrijven we vier in het oog springende bestuurlijke veranderingen waarmee organisaties in dit veld geconfronteerd worden. In het tweede deel analyseren we op basis van verschillende onderzoeken in het lokaal sociaal werk hoe representanten van deze organisaties – sociaal werkers en managers – deze veranderingen ervaren en hoe zij hiermee omgaan. We onderscheiden vier clusters reacties: de verwarde reactie, de introverte reactie, de extraverte reactie en de verbindende reactie. In het derde deel zoomen we in op de ons inziens meest vruchtbare reactiewijze: de verbindende reactie. We betogen dat deze turbulente tijd vraagt om organisaties die erin slagen om zowel sterke interne als krachtige externe coalities te creëren, nodig om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen en betekenisvol te innoveren.
DOCUMENT
Het onderzoek brengt de effecten in kaart van veranderingen in de openbare verlichting op de (beleving van) sociale veiligheid en verkeersveiligheid in een vijftal Overijsselse gemeenten: Enschede, Hardenberg, Hof van Twente, Losser en Olst-Wijhe. In totaal werden tien projecten uitgevoerd, waarvan zes projecten in woonwijken en vier projecten buiten de bebouwde kom (dit betrof autowegen, fietspaden en een recreatiegebied). In de woonwijken was sprake van een overgang van traditionele verlichting naar LED verlichting. Bij de projecten buiten de bebouwde kom was sprake van vermindering van verlichting. Licht en Donker Advies was belast met de organisatorische kant van het project (onder meer het werven van gemeenten die onderzoeksprojecten konden aandragen) en Saxion voerde de onderzoeken in deze gemeenten uit. Deze rapportage geeft in hoofdlijnen de resultaten weer van de verschillende deelonderzoeken, die per gebied zijn uitgevoerd door studenten van Saxion gedurende de afgelopen twee jaar. De geleverde onderzoeksdata en berekeningen zijn voor deze rapportage opnieuw gecontroleerd en uitgevoerd door onderzoekers van het Saxion lectoraat Risicobeheersing. De presentatie van de gegevens is zoveel mogelijk gelijkvormig gemaakt en een aanvullende analyse is uitgevoerd waarin de resultaten van de deelonderzoeken zijn vergeleken.
MULTIFILE
Voor het Aedes-controllersnetwerk heb ik een presentatie gehouden over een deel van de uitkomsten van het onderzoek Van Goeden Huize. De presentatie laat zien dat vooral een reflectieve cultuur en een pro-actieve rolopvatting van de onafhankelijke controlfunctie bijdraagt aan de effectiviteit van het risicomanagement (en andere kerngebieden) van de corporatie. Aedes is de koepelorganisatie van woningcorporaties in Nederland.
DOCUMENT