De bever (Castor fiber) is in 1988 in Nederland geherintroduceerd. In het rivieren gebied de Gelderse Poort, waar de eerste bevers in 1994 zijn uitgezet, gaat de verspreiding van de populatie echter langzaam en over de exacte aantallen is niet veel bekend. Een intensieve monitoring was daarom gewenst. Het doel van dit onderzoek is een overzicht krijgen van de populatiegrootte, -structuur, ruimtelijke organisatie en het reproductiesucces van bevers in de Kekerdomse- en Millingerwaard in juli tot en met december 2009. Ook worden verschillende onderzoeksmethoden voor het verkrijgen van nauwkeurige data van een beverpopulatie besproken. Data werd vergaard met behulp van inventarisatie van beversporen in het gebied in combinatie met fotovallen en avondobservaties. Hiermee werden alle burchten en territoria in de waard in kaart gebracht.
MULTIFILE
Facet deelt kennis binnen de expertisegebieden Wereld, Welzijn en Waarde. Dit doen we intern tijdens onze Facet Fridays, maar ook regelmatig met externe sprekers of mensen die binnen brede welvaart actief zijn. Vandaag zijn we in gesprek met Cees-Jan Pen. Hij zet zich dagelijks in voor duurzame stedelijke transformatie en benadrukt het belang van ruimte voor zowel circulaire economie als vergroening van binnensteden. Met zijn rol bij Fontys Hogescholen streeft hij ernaar om kennisinstellingen als bakens van rust en onafhankelijkheid in maatschappelijke debatten te positioneren. Zijn visie? Nederland kan uitblinken in duurzaam watermanagement en innovatieve verstedelijking zonder verdozing.
LINK
Vraag een willekeurige Nederlander waar in Nederland de meeste corruptie plaatsvindt en hij komt waarschijnlijk met de ‘usual suspects’: de bouw- en vastgoedwereld en de gemeentepolitiek beneden de grote rivieren. Maar enkele actuele corruptiezaken laten zien dat deze het product zijn van soms ondoorzichtige netwerken met tentakels die reiken tot in alle hoeken van onze samenleving. Ik wacht dan ook met spanning af of het Openbaar Ministerie erin slaagt om bij corruptiezaken deze achterliggende wereld van ‘wheelen en dealen’ bloot te leggen, zodat het recht zijn loop kan hebben en we in Nederland niet alleen oog hebben voor de kracht van informele netwerken maar ook voor de risico’s daarvan. Geplaatst in Trouw, d.d. 7 december 2013
MULTIFILE
Dit project draagt bij aan een circulair grondstoffen efficiënt systeem waarbij de baggerketen (afvoer van bagger naar depots) wordt gekoppeld aan de realisatie van dijkversterking (van grondstof naar waterkering). Momenteel wordt er in Nederland jaarlijks naar schatting 10 miljoen m3 aan bagger uit rivieren en delta’s afgevoerd naar depots. Het afvoeren van deze bagger kost nu ongeveer 10 tot 20 euro per m3. Van deze bagger is er in Nederland ruim 90% toepasbaar en naar verwachting zeer goed herbruikbaar in verschillende toepassingen bij dijkversterkingsprojecten. De komende jaren wordt ongeveer 750 km dijken versterkt in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), waarin Rijk en waterschappen intensief samenwerken om dijkversterkingen slimmer, sneller en beter (zowel qua kosten als qua meerwaarde) aan te pakken. Door lokaal het gebaggerde sediment te hergebruiken in dijkversterkingsprojecten, minimaliseer je de afvoer van bagger én bespaar je op de aanvoer van nieuwe grondstoffen voor het project. Omdat zowel opdrachtgevers als de aannemers vaak niet goed bekend zijn met de mogelijkheden van bouwen met bagger, wordt de kans om kostenvoordelen te behalen door baggerspecie toe te passen vaak gemist. Met dit onderzoek wordt gestreefd om opdrachtgevers en aannemers beter bewust te maken van de mogelijkheden om bagger toe te passen bij dijkversterkingsprojecten. Daarom richt het zich voornamelijk op de startfase van dijkversterkingsprojecten waarin de precieze scope nog moet worden vastgesteld. In deze fase is het vooral van belang om te weten welke toepassingen er mogelijk zijn en onder welke voorwaarden. Als zodanig draagt het bij aan een transitie van bagger als afvalstof naar bagger als waardevol bouwmateriaal.
De afgelopen jaren zijn we een aantal keren geconfronteerd met de effecten van klimaatverandering. Lokale extreme neerslag zorgde voor overstromingen van kleine rivieren, terwijl een aantal droge zomers op rij tot schade voor de landbouw en de natuur leidden. Via verschillende programma’s en projecten wordt gezocht naar passende maatregelen, waarbij ook wordt gezocht naar afstemming en integratie met andere beleidsopgaven. Daarbij wordt vooral gekeken naar de grote wateren waardoor er een kans is op trade-offs naar bijvoorbeeld de kleinere rivieren. Terwijl deze juist belangrijk zijn voor lokale sociaal-economische en ecologische waarden. Daarom is er bij beheerders en stakeholders van kleinere rivieren grote behoefte aan kennis over effectieve en duurzame adaptatiemaatregelen voor kleine rivieren met zoveel mogelijk positieve co-benefits voor gebruikers en omgeving. Bijvoorbeeld via Nature-based Solutions: innovatieve en duurzame maatregelen waarbij mét de natuur wordt samengewerkt om doelen te bereiken. Dit leidt tot vele co-benefits voor o.a. biodiversiteit, recreatie en landschap. Natuurlijke processen zijn echter dynamisch en complex. Voor een langjarig – duurzaam – effect moeten Nature-based Solutions daarom aansluiten bij het natuurlijke (water en bodem) systeem en ruimte krijgen om zich aan te passen. In dit project zoeken studenten, samen met experts, lokale betrokkenen en beleidsmakers naar geschikte Nature-based Solutions voor drie kleine rivieren: de Linge, de Lauwers en de Overijsselse Vecht. Alle drie zijn ze belangrijk voor het regionale waterbeheer. Het delen van ervaringen en kennis, en het samen leren door studenten (van verschillende onderwijsinstellingen) en lokale betrokkenen van en met experts en via praktijkonderzoek en veldbezoek staat centraal. Dit leidt tot de ontwikkeling van een community rond ‘Kleine Rivieren voor Klimaat’. Daarbij is het de ambitie om ook te leren van internationale voorbeelden van Nature-based Solutions en samenwerkingsprocessen. Zo kunnen studenten al tijdens hun studie ervaring opdoen met samenwerken en bijdragen aan de ontwikkeling van innovatieve adaptatiemaatregelen.
Dit project richt zich op het herverwerken van kunststofafvalstromen uit rivieren en van remote communities, waar plastic afval tot op heden nog in grote hoeveelheden in rivieren terecht komt. Er zijn inmiddels meerdere initiatieven die gericht zijn op het verzamelen van deze afvalstromen, mede om daarmee de vervuiling van de wereldzeeën te voorkomen. Maar voor de herverwerking van deze v verzamelde kunststoffen bestaan nog maar nauwelijks initiatieven; doorgaans wordt gekozen voor verbranding. In dit project wordt de basis gelegd voor een techniek die op zeer eenvoudige wijze kunststofafvalstromen uit rivieren en communities om kan zetten in producten met toegevoegde waarde. Als uitgangspunt wordt gekozen voor de productie van ‘bouwstenen voor woningen’. De beoogde techniek dient eenvoudig, mobiel en goed kopieerbaar te zijn. Bij succes zal het open source worden aangeboden, zodat overal ter wereld van deze techniek gebruik gemaakt kunnen worden. Om een zo hoog mogelijke waarde toe te voegen met de techniek, zal tegelijkertijd worden gezocht naar een zo hoogwaardig mogelijk productontwerp, bijvoorbeeld door zoveel mogelijk functies in bouwstenen te integreren (verbinden, isoleren, verwerkbaarheid, etc.). Het prototype zal worden getest in Nederland.