Binnen het TALENTS-project hebben we, geïnspireerd door de verschillende activiteiten die centraal staan in het CADDIE-model, ontwerpprincipes ontwikkeld.
MULTIFILE
Breedtesport en topsport ontwikkelen zich in een verschillende richting, maar blijven elkaar beinvloeden. Deze beinvloeding kan worden onderscheiden naar effecten die samenhangen met de veronderstelde aanvoerfunctie van de breedtesport en effecten die voortkomen uit de veronderstelde aanjaagfunctie van de topsport. Beide functies maken onderdeel uit van de zogenoemde 'double pyramid theory'. Volgens deze theorie brengen duizenden sportbeoefenaars een paar Olympische kampioenen voort (aanvoerfunctie), terwijl deze kampioenen door hun rolmodel weer duizenden mensen stimuleren om één of andere vorm van sport te gaan beoefenen (aanjaagfunctie). Onderzoek wijst echter uit dat er geen sprake is van een gelijke mate van beïnvloeding tussen topsport en breedtesport. De topsport kan niet zonder breedtesport, maar andersom is dit in veel mindere mate het geval. Breedtesporters ontlenen vooral als publiek veel plezier aan de topsport, maar een groot deel van de sportbeoefenaars, vooral buiten verenigingsverband, zal in hun sportbeoefening nauwelijks een relatie met de topsport ervaren.
Voor logistieke bedrijven en fleetowners betekent de omschakeling naar elektrisch rijden een aanzienlijke extra capaciteit om de voertuigen op te laden. Om inzichtelijk te maken hoeveel ruimte er nog is op een locatie om elektrische voertuigen op te laden binnen het gecontracteerde vermogen en het aansluitvermogen, is in 2018 door de Hogeschool van Amsterdam het EVEC model ontwikkeld (EVEC: Electric Vehicle Expansion Calculator), met als case het bedrijf Deudekom. Vervolgens kwamen de vragen om het model uit te breiden met de mogelijkheid van zonnepanelen en een vaste elektriciteitsopslag. Deze toevoegingen zijn onder het project Nationaal Dataonderzoek Slimme Laadstrategieën (NDSL) gedaan. Om het model nog wat flexibeler te maken is het ook uitgebreid met laadpatronen.
In dit project doet Inholland samen met Nova College, MeerWaarde, Plangroep en de gemeente Haarlemmermeer verkennend participatief actieonderzoek naar een nieuwe preventieve werkwijze gericht op het bespreekbaar maken van schulden en stress onder jongeren tussen de 16 en 27 jaar. De schulden-en-stress-aanpak van MeerWaarde is niet eerder bij de doelgroep jongeren toegepast en vraagverlegenheid is niet eerder in dit verband onderzocht. Dit zijn vernieuwende aspecten in deze aanvraag. Vraagverlegenheid kan ertoe bijdragen dat jongeren niet over hun financiële problemen praten met anderen en schulden daardoor steeds hoger oplopen. Preventief werken wordt hierdoor bemoeilijkt. In dit project onderzoeken we op participatieve wijze hoe jongeren hun eigen vraagverlegenheid herkennen en erkennen als het gaat om het ervaren van geldstress, wat zij nodig hebben om hun hulpvraag aan anderen te articuleren en wat er nodig is om deze jongeren tijdig te ondersteunen. Dit levert nieuwe kennis op over de rol van vraagverlegenheid bij financiële problemen en biedt denkrichtingen voor nieuwe instrumenten en methodieken gericht op het bespreekbaar maken van geldstress bij jongeren. Met dit verkennend onderzoek bereiden we opschaling voor naar de regio’s Amsterdam en Rotterdam om die kennis, instrumenten en methodieken in een vervolgproject verder uit te werken.
Sinds 2023 heeft het lectoraat Werken in Justitieel Kader een panel van ervaringsdeskundigen aan zich verbonden dat meedenkt over de activiteiten van het lectoraat. In het forensisch sociaal domein wordt namelijk in toenemende mate gebruik gemaakt van ervaringsdeskundigen. Doordat ervaringsdeskundigen soortgelijke ervaringen hebben als cliënten, fungeren zij als rolmodel, hoopverschaffer en bruggenbouwer tussen cliënt en organisatie.
"Om een betere wereld te creëren, is het essentieel én mogelijk om de krachten van verschillende individuen en organisaties te bundelen en niemand achter te laten" (SDG Nederland, z.d.). De Sustainable Development Goals (SDG's) geven richting hoe de mondiale uitdagingen van deze tijd op te pakken. Diepgaande transformaties van systemen zijn voorwaarde voor de realisatie van de SDG’s en dat vereist actie van iedereen op alle niveaus. Ook het economische systeem zal ingrijpend moeten veranderen. Wat de SDG's niet beschrijven is de manier waarop en de rollen waarin mensen en kleine organisaties daaraan kunnen bijdragen. Organisaties zoals MVO Nederland en het World Economic Forum benadrukken dat nieuwe rollen, handelingsperspectieven en competenties nodig zijn voor een nieuwe economie. Dat kan bedragen aan een gevoel van eigenaarschap en onafhankelijke actiemogelijkheden (de agency van mensen) om systeemveranderingen mogelijk te maken. Ook als individu zoeken mensen naar manieren om bij te dragen zoals te zien is in trends als hergebruik, consuminderen of sustainable consumption. In dit postdoconderzoek wordt de vraag onderzocht welke rollen mensen kunnen innemen om bij te dragen aan een economische transitie. Door een co-creatief en iteratief proces van design-research worden deze rollen op reflectieve manier naar boven gebracht. Het onderzoek kijkt naar zowel huidige rollen in vernieuwende ondernemende praktijken als naar de verbeelding van mogelijke toekomstige rollen. De rollen en handelingsperspectieven bouwen voort op een theoretisch framework dat wordt uitgewerkt in een toolkit en training. De toolkit helpt studenten vanuit diverse vakgebieden en professionals in ambitieuze bedrijven en instellingen in het vinden van rollen die bij hen passen om bij te dragen aan alternatieve economische toekomsten. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Ine Mols, docent van de opleiding International Business, academie Ondernemerschap en Innovatie (AOMI) en onderzoeker verbonden aan het lectoraat Improving Business, onderdeel van het Expertisecentrum Sustainable Business (ESB).