Purpose: To provide insight on the effect of wheelchair settings on wheelchair mobility performance (WMP). Methods: Twenty elite wheelchair basketball athletes of low (n = 10) and high classification (n = 10) were tested in a wheelchair-basketball-directed field test. Athletes performed the test in their own wheelchairs, which were modified for 5 additional conditions regarding seat height (high–low), mass (central–distributed), and grip. The previously developed inertial-sensor-based WMP monitor was used to extract wheelchair kinematics in all conditions. Results: Adding mass showed most effect on WMP, with a reduced average acceleration across all activities. Once distributed, additional mass also reduced maximal rotational speed and rotational acceleration. Elevating seat height had an effect on several performance aspects in sprinting and turning, whereas lowering seat height influenced performance minimally. Increased rim grip did not alter performance. No differences in response were evident between low- and high-classified athletes. Conclusions: The WMP monitor showed sensitivity to detect performance differences due to the small changes in wheelchair configuration. Distributed additional mass had the most effect on WMP, whereas additional grip had the least effect of conditions tested. Performance effects appear similar for both low- and high-classified athletes. Athletes, coaches, and wheelchair experts are provided with insight into the performance effect of key wheelchair settings, and they are offered a proven sensitive method to apply in sport practice, in their search for the best wheelchair–athlete combination. https://doi.org/10.1123/ijspp.2017-0641 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rienkvdslikke/ https://www.linkedin.com/in/annemarie-de-witte-9582b154/ https://www.linkedin.com/in/moniqueberger/
MULTIFILE
Purpose: Classification is a defining factor for competition in wheelchair sports, but it is a delicate and time-consuming process with often questionable validity. New inertial sensor-based measurement methods applied in match play and field tests allow for more precise and objective estimates of the impairment effect on wheelchair-mobility performance. The aim of the present research was to evaluate whether these measures could offer an alternative point of view for classification. Methods: Six standard wheelchair-mobility performance outcomes of different classification groups were measured in match play (n = 29), as well as best possible performance in a field test (n = 47). Results: In match results, a clear relationship between classification and performance level is shown, with increased performance outcomes in each adjacent higher-classification group. Three outcomes differed significantly between the low- and mid-classified groups, and 1, between the mid- and high-classified groups. In best performance (field test), there was a split between the low- and mid-classified groups (5 out of 6 outcomes differed significantly) but hardly any difference between the mid- and high-classified groups. This observed split was confirmed by cluster analysis, revealing the existence of only 2 performance-based clusters. Conclusions: The use of inertial sensor technology to obtain objective measures of wheelchair-mobility performance, combined with a standardized field test, produced alternative views for evidence-based classification. The results of this approach provide arguments for a reduced number of classes in wheelchair basketball. Future use of inertial sensors in match play and field testing could enhance evaluation of classification guidelines, as well as individual athlete performance. DOI: https://doi.org/10.1123/ijspp.2017-0326 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rienkvdslikke/ https://www.linkedin.com/in/moniqueberger/ https://www.linkedin.com/in/annemarie-de-witte-9582b154/
MULTIFILE
OBJECTIVE: The purpose of this study was to determine the effects of seat height, wheelchair mass and grip on mobility performance among wheelchair basketball players and to investigate whether these effects differ between classification levels. METHODS: Elite wheelchair basketball players with a low (n= 11, class 1 or 1.5) or high (n= 10, class 4 or 4.5) classification performed a field-based wheelchair mobility performance (WMP) test. Athletes performed the test six times in their own wheelchair, of which five times with different configurations, a higher or lower seat height, with additional distally or centrally located extra mass, and with gloves. The effects of these configurations on performance times and the interaction with classification were determined. RESULTS: Total performance time on the WMP test was significantly reduced when using a 7.5% lower seat height. Additional mass (7.5%) and glove use did not lead to changes in performance time. Effects were the same for the two classification levels. CONCLUSIONS: The methodology can be used in a wheelchair fitting process to search for the optimal individual configuration to enhance mobility performance. Out of all adjustments possible, this study focused on seat height, mass and grip only. Further research can focus on these possible adjustments to optimize mobility performance in wheelchair basketball. DOI: 10.3233/TAD-190251 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/annemarie-de-witte-9582b154/ https://www.linkedin.com/in/rienkvdslikke/ https://www.linkedin.com/in/moniqueberger/
MULTIFILE
In juli 2013 vond in Utrecht het European Youth Olympic Festival (EYOF Utrecht 2013) plaats. Op zeven locaties in de stad streden 2.300 atleten tussen de 13-18 jaar oud uit 49 verschillende landen in negen takken van sport om de medailles. De organisatoren van EYOF Utrecht 2013 wilden niet alleen een mooi toernooi voor de atleten organiseren, maar ook een breder maatschappelijk effect sorteren. Mede om deze reden werd er een programma aan side-events georganiseerd, onder de noemer Achmea High Five Challenge (Achmea H5C). Het doel van de Achmea H5C is om Nederlandse jongeren kennis te laten maken met sport en hun eigen talenten, zodat ze ook na de Achmea H5C aan het sporten blijven. Met het side-events programma wilden de organisatoren bekendheid geven aan EYOF Utrecht 2013 en de officiële partner (Achmea). Verder wil de Achmea H5C bewegen, sportiviteit en vriendschap uitstralen (High Five) en meer kinderen en jongeren via sport in contact brengen met hun talent (Challenge). Het programma beoogde met name kinderen en jongeren te bereiken, die nu nauwelijks bewegen en sporten (Achmea H5C, 2012).
DOCUMENT
De Stichting EYOF Utrecht 2013 en Official Partner Achmea hebben besloten om rondom het European Youth Olympic Festival 2013 onderzoek te laten uitvoeren rond de thema’s: maatschappelijke betekenis; economische betekenis/beleving evenement; het organisatieproces met betrekking tot maatschappelijke betekenis. Het onderzoek naar de maatschappelijke betekenis is uitgevoerd door de Hogeschool Utrecht (Kenniscentrum Sociale Innovatie). De economische betekenis en de beleving van het evenement is door het Mulier Instituut in kaart gebracht (in nauwe samenwerking met de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen, WESP). Het onderzoek naar de organisatie van het evenement met betrekking tot de maatschappelijke betekenis is uitgevoerd door de Universiteit Utrecht (USBO). Het onderzoek werd gecoördineerd door het Mulier Instituut. Over de drie onderzoeken is separaat gepubliceerd in drie deelrapporten. In deze overall rapportage brengen we de uitkomsten uit de drie deelonderzoeken bijeen en formuleren we de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. De reactie op de onderzoeken vanuit het bestuur van de Stichting EYOF Utrecht 2013 is als bijlage in het rapport opgenomen
DOCUMENT
Voor u ligt het derde boekje dat wij uitgeven naar aanleiding van de lezingenreeks ‘Kracht van Sport’. Het betreft de vijfde maal dat wij de reeks organiseren. De reeks startte in 2012 met het onderwerp; ‘Olympische Spelen in Nederland: Droom of Nachtmerrie?’, in 2013 gevolgd door ‘Kracht van Sport’ (boekje), in 2014 ‘Kracht van Sport: over de grens’, in 2015 ‘Kracht van Sport: de verbinding’ (boekje), en afgelopen voorjaar (2016) ‘Kracht van Aangepaste Sport’. Tijdens deze lezingenreeks komen verschillende doelgroepen binnen de aangepaste sport naar voren, deze onderwerpen zijn vastgesteld samen met vertegenwoordigers uit de revalidatie, geneeskunde en sport. De onderwerpen die aan bod komen zijn sporten met: niet-aangeboren hersenletsel, een gedragsstoornis, een lichamelijke beperking, een verstandelijke beperking, een visuele beperking en een auditieve beperking.
DOCUMENT
In de zomer van 2024 was Den Haag het schouwtoneel voor drie aansprekende (top-)sportevenementen: de Tour de France Femmes, het EK beachvolleybal en de Team NL Sport Experience. Vanuit het lectoraat Impact of Sport zijn deze evenementen onderzocht. Dit gebeurde aan de hand van bezoekersenquêtes, observaties, interviews met betrokken organisaties en een enquête onder 2.400 inwoners van de stad (Stadspanel).
DOCUMENT
De rolstoel: het icoon voor handicap, dat ding waar je in ‘belandt’, meestal afgebeeld in zwaar roestvrijstalen uitvouwbare uitvoering, bedoeld om in voortgeduwd te worden. Die rolstoel, die interesseert ons niet! Welke dan wel? De rolstoel die de gebruiker zijn individuele vrijheid teruggeeft, en stimuleert tot bewegen. Bovendien, de rolstoel die de gebruiker de fysieke activiteit die nog inzetbaar is duurzaam laat gebruiken. Dat wil zeggen inspanning van het bovenlichaam zonder overbelasting en pijn.
DOCUMENT
De meeste mensen (er)kennen het belang van goede voeding en voldoende beweging, maar toch is de verleiding groot om ’s avonds met een zak chips op de bank neer te ploffen en lekker niks te doen. Voor iedereen herkenbaar: zo rond een uur of 10 ’s avonds op de bank voor de tv het moment dat trek in een lekkere snack opkomt. Eigenlijk wil je niet, want je weet dat je achteraf spijt krijgt. Uiteindelijk zwicht je toch. Echter je belooft jezelf de zak niet helemaal leeg te eten. Twee uur later zet je de tv uit en is de zak chips leeg. Een mooi voorbeeld van gedrag waarbij goedbedoelde, rationele intenties het hebben verloren van intrinsieke impulsen en extrinsieke verleidingen.
DOCUMENT
Naar aanleiding van de artikelen Basketbal: ‘aanvallen in motion’ in de bovenbouw in de lichamelijke opvoeding van februari 2011 en deel 2 in februari 2012 werd het tijd om de veronderstellingen aan praktijkgericht onderzoek te onderwerpen. Met als doel om inzicht te krijgen hoe het basketbalspel gedifferentieerd kan worden voor de zwakke en goede spelers, zodat er een eerlijke spanning blijft tussen alle spelers. Dit artikel gaat over onderzoek naar samenspelen bij basketbal door de voorspelbaarheid van loopacties (teamafspraken) te vergroten bij gemengde teams (jongens en meisjes samen in een team).
DOCUMENT