Objective: This study aimed to investigate which characteristics of athlete, wheelchair and athlete-wheelchair interface are the best predictors of wheelchair basketball mobility performance. Design: A total of 60 experienced wheelchair basketball players performed a wheelchair mobility performance test to assess their mobility performance. To determine which variables were the best predictors of mobility performance, forward stepwise linear regression analyses were performed on a set of 33 characteristics, including 10 athlete, 19 wheelchair, and 4 athlete-wheelchair interface characteristics. Results: A total of 8 of the characteristics turned out to be significant predictors of wheelchair basketball mobility performance. Classification, experience, maximal isometric force, wheel axis height, and hand rim diameter—which both are interchangeable with each other and wheel diameter—camber angle, and the vertical distance between shoulder and rear wheel axis—which was interchangeable with seat height—were positively associated with mobility performance. The vertical distance between the front seat and the footrest was negatively associated with mobility performance. Conclusion: With this insight, coaches and biomechanical specialists are provided with statistical findings to determine which characteristics they could focus on best to improve mobility performance. Six out of 8 predictors are modifiable and can be optimized to improve mobility performance. These adjustments could be carried out both in training (maximal isometric force) and in wheelchair configurations (eg, camber angle). https://doi.org/10.1123/jsr.2017-0142 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/annemarie-de-witte-9582b154/ https://www.linkedin.com/in/moniqueberger/ https://www.linkedin.com/in/rienkvdslikke/
MULTIFILE
OBJECTIVE: The purpose of this study was to determine the effects of seat height, wheelchair mass and grip on mobility performance among wheelchair basketball players and to investigate whether these effects differ between classification levels. METHODS: Elite wheelchair basketball players with a low (n= 11, class 1 or 1.5) or high (n= 10, class 4 or 4.5) classification performed a field-based wheelchair mobility performance (WMP) test. Athletes performed the test six times in their own wheelchair, of which five times with different configurations, a higher or lower seat height, with additional distally or centrally located extra mass, and with gloves. The effects of these configurations on performance times and the interaction with classification were determined. RESULTS: Total performance time on the WMP test was significantly reduced when using a 7.5% lower seat height. Additional mass (7.5%) and glove use did not lead to changes in performance time. Effects were the same for the two classification levels. CONCLUSIONS: The methodology can be used in a wheelchair fitting process to search for the optimal individual configuration to enhance mobility performance. Out of all adjustments possible, this study focused on seat height, mass and grip only. Further research can focus on these possible adjustments to optimize mobility performance in wheelchair basketball. DOI: 10.3233/TAD-190251 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/annemarie-de-witte-9582b154/ https://www.linkedin.com/in/rienkvdslikke/ https://www.linkedin.com/in/moniqueberger/
MULTIFILE
De rolstoel: het icoon voor handicap, dat ding waar je in ‘belandt’, meestal afgebeeld in zwaar roestvrijstalen uitvouwbare uitvoering, bedoeld om in voortgeduwd te worden. Die rolstoel, die interesseert ons niet! Welke dan wel? De rolstoel die de gebruiker zijn individuele vrijheid teruggeeft, en stimuleert tot bewegen. Bovendien, de rolstoel die de gebruiker de fysieke activiteit die nog inzetbaar is duurzaam laat gebruiken. Dat wil zeggen inspanning van het bovenlichaam zonder overbelasting en pijn.
DOCUMENT
NL: Tijdens het ontwerptraject van deze Tolhuijs stoel stond het woord simpel centraal voor zowel destoel zelf als de productietechniek. De intentie is om de stoel te laten produceren in socialewerkplaatsen. De benodigde materialen voor de stoel zijn afkomstig van afvalstromen van anderebedrijven, waarbij het staal uit de fabriek van Bruynzeel storage systems komt en de poten gemaaktzijn van oude deuren.Door het gatenpatroon in het staal kunnen de medewerkers van de sociale werkplaats gemakkelijkde plat aangeleverde onderdelen vormgeven, waardoor een tussenstop bij de metaalwerkplaatswordt voorkomen.Dit ontwerp is onderdeel van het Repurpose Driven Design & Manufacturing onderzoek van UrbanTechnology van de Hogeschool van Amsterdam. Repurpose: Afgedankte producten en reststromenhergebruiken in een andere functie en/of context om daarmee de waarde van deze materialen tebehouden.EN:During the design process of this Tolhuijs chair, the word simple was key for both the chair itself and the production method. The intention is to have the chair produced in sheltered workshops. The materials required for the chair come from waste streams of other companies, where the steel that’s used comes from the factory of Bruynzeel Storage Systems, and the legs are made from old wooden doors.Thanks to the hole pattern in the steel, the employees of the sheltered workshop can easily design the parts supplied flat, thus preventing an extra stop at the metal workshop.This design is part of the Repurpose Driven Design & Manufacturing research from Urban Technology of the Amsterdam University of Applied Sciences. Repurpose: Reusing discarded products and residual flows within another function and/or context to maintain the value of these materials.
DOCUMENT
Ongeveer 5000 kinderen in Nederland gebruiken handmatig bediende rolstoelen voor hun dagelijkse mobiliteit. Het lijkt echter dat de momenteel gebruikte rolstoelen vaak ongeschikt zijn voor kinderen. Ze zijn ofwel te zwaar, te onhandelbaar, of voldoen niet adequaat aan de behoeften van het kind om deel te nemen aan het dagelijkse leven (Sol et al., 2021). Bovendien is het proces van het verkrijgen van een optimale rolstoel complex en tijdrovend, waarbij veel verschillende belanghebbenden betrokken zijn in de aanvraagprocedure (Gowran et al., 2021).Doel: Het doel van OPTIMA is inzicht te krijgen in de potentiële en belemmerende factoren van het proces van het verstrekken van kinderrolstoelen.Methode: Binnen dit onderzoek zijn 4 deelstudies uitgevoerd: 1. Focusgroep onderzoek met afzonderlijke stakeholdergroepen, 2. Vragenlijstonderzoek bij alle stakeholdergroepen in NL, 3. Kostenonderzoek middels microcosting approach en beleidsanalyse van huidige kaders, 4. Nominal Group Technique: bijeenkomst met alle stakeholders om de voorlopige uitkomsten te prioriteren en aanbevelingen voor vervolg te formuleren.Het Procesbeschrijving Hulpmiddelenzorg (Nictiz 2009) is gebruikt als raamwerk voor het opzetten van alle deelstudies.Resultaten:De uitkomsten van de focusgroepen uit het eerste werkpakket hebben de volgende thema’s: kennis en expertise, verwerkingstijd, gedeelde besluitvorming (verwachtingen en verantwoordelijkheid), duur van het proces en groei. Het vragenlijstonderzoek heeft het volgende opgeleverd: WMO-adviseurs, leveranciers en fabrikanten het gemiddelde gewicht van kinderrolstoelen onderschatten in vergelijking met de schattingen van ouders. Gedeelde besluitvorming wordt niet consistent bereikt, en ouders voelen zich uitgesloten op bepaalde gebieden. Beoordelingen van kennis en expertise verschillen tussen belanghebbenden: WMO-adviseurs (gemiddelde = 5,3), ouders (gemiddelde = 5,9), fysiotherapeuten en ergotherapeuten (gemiddelde = 7,6) en fabrikanten (gemiddelde = 8,1). Belanghebbenden geven prioriteit aan “goed zitten” in kinderrolstoelen, terwijl gewicht en uiterlijk minder aandacht krijgen. Kostenonderzoek & beleidsanalyse: Gemiddelde tijd die ouders kwijt zijn aan het gehele proces is 30 uur, reistijd en reiskosten voor ouders en leveranciers: gemiddeld 30 euro per afspraak. Het totaal aan kosten voor gehele proces (huurprijs van de rolstoel, afspraken voor passingen, levertijd, levering en reparatie) is geheel afhankelijk van complexiteit van de rolstoel, nieuw of herverstrekt product, kennis en expertise van ouders, leveranciers en zorgprofessionals en de woonplaats van ouders. Beleidsanalyse maakt duidelijk dat de wettelijke en beleidskaders: WMO (2017) en verordeningen per gemeente, AVG (2018), MDR (EU wetgeving betreffende medische hulpmiddelen, 2017), Landelijk Normenkader Hulpmiddelen (2020) bijdragen aan complexiteit van het proces en verminderde flexibiliteit bij leveranciers en gemeenten. Nominal Group Technique (NGT): voorlopige uitkomsten van de deelstudies 1,2 & 3 worden voorgelegd aan een afvaardiging van alle stakeholders, waarbij elke mening gelijk is in het prioriteren van de aanbevelingen ten behoeve van het verstrekkingsproces voor kinderrolstoelen in NL. Dit vindt in oktober ’23 plaats.Conclusies: Dit onderzoek benadrukt kritieke verschillen en uitdagingen binnen het proces van het verkrijgen van een kinderrolstoel, waarbij de noodzaak van verbeterde communicatie, gedeelde besluitvorming en afstemming tussen belanghebbenden wordt benadrukt om de algehele ervaring en resultaten voor kinderen en hun families te verbeteren.
DOCUMENT
Mensen met een niet-aangeboren hersenletsel of een chronische neurologische aandoening moeten vaak dagelijkse activiteiten opnieuw leren, zoals lopen of opstaan vanuit een stoel. Fysiotherapeuten spelen een belangrijke rol bij het (opnieuw) leren van deze activiteiten en andere vaardigheden. Voor hen ligt de uitdaging om therapie voor de patiënt zo effectief en efficiënt mogelijk vorm te geven. Hierbij kunnen fysiotherapeuten gebruikmaken van verschillende leerstrategieën, zoals expliciet en impliciet motorisch leren.
DOCUMENT
Herken je het ook, bij je ouders, bij cliënten op werk of wellicht ook bij jezelf? Opstaan uit de stoel wordt moeilijker, traplopen gaat haast niet meer of de deksel van de jampot openmaken blijkt onmogelijk? Het goede nieuws is dat je met veel bewegen en goede voeding veel langer sterk kunt blijven.
LINK
Het Urban Technology onderzoeksprogrammavan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) doet praktijkgericht onderzoek voor de omschakeling naar eencirculaire stad. Eén van de factoren die hierbij een rol spelen is hoe producten circulair ontworpen kunnenworden. In een aantal onderzoeksprojecten wordt door de HvA specifiek gekeken naar het gebruik van lokalereststromen om circulaire producten te ontwerpen. Onder meer aan de hand van een wel heel bijzonderereststroom: de in 2017 afgedankte stadionstoelen van de Amsterdam ArenA. In Product #5 / 2017 en Product#2 / 2018 verschenen de eerste twee delen waarin de achtergrond van dit onderzoek is besproken en waarinsuggesties voor nieuwe stoelontwerpen op basis van upcycling en recycling gedaan zijn.In dit derde en laatste deel richten we ons op de consument. We gaan in op de vraag hoe circulaireproducten door de consument gewaardeerd worden en welke rol de herkenbaarheid
DOCUMENT
Wat is nodig om fijn te kunnen werken als je in een rolstoel zit, niet goed kunt zien, niet goed kunt horen, gevoelig bent voor drukte of een energiebeperking hebt? Dat vroegen we Nederland tijdens de Week van de Toegankelijkheid 2024. Er werden massaal voorbeelden en verhalen gedeeld, die je hier terug vindt.
LINK