Objective We examined whether the role of maternal education in children's unhealthy snacking diet is moderated by other socio-economic indicators. Methods Participants were selected from the Amsterdam Born Children and their Development cohort, a large ongoing community-based birth cohort. Validated Food Frequency Questionnaires (FFQ) (n = 2782) were filled in by mothers of children aged 5.7±0.5yrs. Based on these FFQs, a snacking dietary pattern was derived using Principal Component Analysis. Socio-economic indicators were: maternal and paternal education (low, middle, high; based on the highest education completed) household finance (low, high; based on ability to save money) and neighbourhood SES (composite score including educational level, household income and employment status of residents per postal code). Cross-sectional multivariable linear regression analysis was used to assess the association and possible moderation of maternal education and other socio-economic indicators on the snacking pattern score. Analyses were adjusted for children's age, sex and ethnicity. Results Low maternal education (B 0.95, 95% CI 0.83;1.06), low paternal education (B 0.36, 95% CI 0.20;0.52), lower household finance (B 0.18, 95% CI 0.11;0.26) and neighbourhood SES (B -0.09, 95% CI -0.11;-0.06) were independently associated with higher snacking pattern scores (p<0.001). The association between maternal education and the snacking pattern score was somewhat moderated by household finance (p = 0.089) but remained strong. Children from middle-high educated mothers (B 0.44, 95% CI 0.35;0.52) had higher snacking pattern scores when household finance was low (B 0.49, 95% CI 0.33;0.65). Conclusions All socio-economic indicators were associated with increased risk of unhealthy dietary patterns in young children, with low maternal education conferring the highest risk. Yet, within the group of middle-high educated mothers, lower household finance was an extra risk factor for unhealthy dietary patterns. Intervention strategies should therefore focus on lower educated mothers and middle-high educated mothers with insufficient levels of household finance.
Lezing gehouden tijdens congres "Wie beslist er over wat: congres over subsidiariteit en het middenbestuur in de 21e eeuw" op 19 december 2005.
For environmental governance to be more effective and transformative, it needs to enhance the presence of experimental and innovative approaches for participation. This enhancement requires a transformation of environmental governance, as too often the (public) participation process is set up as a formal obligation in the development of a proposed intervention. This article, in search of alternatives, and in support of this transformation elaborates on spaces where participatory and deliberative governance processes have been deployed. Experiences with two mediated participation methodologies – community art and visual problem appraisal – allow a demonstration of their potential, relevance and attractiveness. Additionally, the article analyzes the challenges that result from the nature of these arts-based methodologies, from the confrontational aspects of voices overlooked in conventional approaches, and from the need to rethink professionals’ competences. Considering current environmental urgencies, mediated participation and social imaginaries still demonstrate capacities to open new avenues for action and reflection.
MULTIFILE
Het project ‘Geluidskaart van Noord-Nederland’ heeft als doel muziek- en geluidsfragmenten en gegevens over de omstandigheden ervan verzamelen van inwoners van de drie Noordelijke provincies. De fragmenten worden in de vorm van een online kaartool vrij beschikbaar gesteld voor (her)gebruik voor onderzoek, onderwijs en artistieke doeleinden.
Net als voor andere rurale regio’s in Nederland en de rest van Europa is een nieuw toekomstperspectief voor het Noord-Nederlandse platteland hard nodig als gevolg van complexe vraagstukken rondom aardbevingsproblematiek, landbouwtransitie en bevolkingskrimp. Een aantal professionele musici ziet voor zichzelf een rol weggelegd voor het leveren van een bijdrage aan dit nieuwe perspectief als het gaat om leefbaarheid. Stakeholdergesprekken en kleinschalige experimenten laten zien dat deze bijdrage relevant is. Participatieve kunstvormen lijken met name veelbelovend: ze versterken de sociale cohesie tussen en het welzijn van bewoners en hebben het unieke potentieel om mensen (opnieuw) in contact te brengen met elkaar en met de natuur, en systeemverandering te verbeelden. Tegelijkertijd geven musici die reeds werkzaam zijn in rurale contexten aan te worstelen met traditionele rollen en zijn zij zoekende in het ontwikkelen van passende (participatieve) werkwijzen. Systematisch vergaarde kennis over gevalideerde rurale (participatieve) muziekpraktijken is namelijk schaars. Verder zijn musici en muziekpartners in Noord-Nederland die met ruraliteit bezig (willen) zijn alsook hun ambities nog onvoldoende in beeld. Het praktijkgerichte, verkennende onderzoeksproject Sound Soils speelt in op de vraag van muziekprofessionals om rurale contexten als toekomstig werkveld te willen verkennen. Het heeft als doel het formuleren van kansen voor musici en muziekorganisaties in Noord-Nederlandse rurale gebieden, met specifieke aandacht voor participatieve muziekpraktijken, als mogelijke opmaat naar (ontwerpend) actie-onderzoek als vervolg op dit projectvoorstel. Methodologisch stoelt Sound Soils op Participatief Actie-Onderzoek en etnografisch vergaarde onderzoeksdata. Gezien de vergelijkbare problematiek in andere rurale gebieden zijn de resultaten overdraagbaar. Daarnaast, met het oog op de ontwikkeling van de nieuwe onderzoekslijn Muziek & Ruraliteit als uitbreiding van het onderzoeksportfolio van het lectoraat Music in Context, dient dit project ook als voeding voor het identificeren van onderzoeksthema’s en behoeftes van stakeholders voor verder onderzoek.
Het praktijkgerichte, verkennende onderzoeksproject Sound Soils speelt in op de vraag van muziekprofessionals om rurale contexten als toekomstig werkveld te willen verkennen. Het heeft als doel het formuleren van kansen voor musici en muziekorganisaties in Noord-Nederlandse rurale gebieden, met specifieke aandacht voor participatieve muziekpraktijken, als mogelijke opmaat naar (ontwerpend) actie-onderzoek als vervolg op dit projectvoorstel.