De coronapandemie heeft een enorme impact op het mentale welzijn van de Nederlandse bevolking. Gebaseerd op een grootschalig panelonderzoek (N = 22.696) naar de sociale impact van COVID-19, onderzoekt dit artikel ten eerste welke sociale groepen het meest vatbaar zijn voor de gevolgen van de pandemie op de geestelijke gezondheid. Ten tweede onderzoeken we of sociaal kapitaal bescherming biedt tegen deze gevolgen. We vinden dat de impact van COVID-19 op de geestelijke gezondheid aanzienlijk is en dat deze in de loop van 2020 is toegenomen. Vrouwen, jongeren, respondenten met lage inkomens en/of een slechte zelf ervaren gezondheid, ervaren relatief meer angst en stress als gevolg van de pandemie. We vinden geen verschil tussen respondenten met of zonder migratieachtergrond. Sociaal kapitaal (ontvangen steun, vertrouwen in mensen en in instellingen) heeft het verwachte effect: hoe meer steun en vertrouwen, hoe minder angst en stress. Er is een bemiddelingseffect. Ouderen, respondenten met hoge inkomens en/of een goede gezondheid ervaren minder angst en stress, deels omdat ze meer sociaal kapitaal hebben. Dit is anders voor vrouwen. Zij zouden zelfs meer angst en stress ervaren in vergelijking met mannen, ware het niet dat zij meer sociaal kapitaal hebben. We concluderen dus dat sociaal kapitaal inderdaad enige bescherming biedt tegen de negatieve gevolgen van COVID-19 voor de geestelijke gezondheid.
MULTIFILE
Objective We examined whether the role of maternal education in children's unhealthy snacking diet is moderated by other socio-economic indicators. Methods Participants were selected from the Amsterdam Born Children and their Development cohort, a large ongoing community-based birth cohort. Validated Food Frequency Questionnaires (FFQ) (n = 2782) were filled in by mothers of children aged 5.7±0.5yrs. Based on these FFQs, a snacking dietary pattern was derived using Principal Component Analysis. Socio-economic indicators were: maternal and paternal education (low, middle, high; based on the highest education completed) household finance (low, high; based on ability to save money) and neighbourhood SES (composite score including educational level, household income and employment status of residents per postal code). Cross-sectional multivariable linear regression analysis was used to assess the association and possible moderation of maternal education and other socio-economic indicators on the snacking pattern score. Analyses were adjusted for children's age, sex and ethnicity. Results Low maternal education (B 0.95, 95% CI 0.83;1.06), low paternal education (B 0.36, 95% CI 0.20;0.52), lower household finance (B 0.18, 95% CI 0.11;0.26) and neighbourhood SES (B -0.09, 95% CI -0.11;-0.06) were independently associated with higher snacking pattern scores (p<0.001). The association between maternal education and the snacking pattern score was somewhat moderated by household finance (p = 0.089) but remained strong. Children from middle-high educated mothers (B 0.44, 95% CI 0.35;0.52) had higher snacking pattern scores when household finance was low (B 0.49, 95% CI 0.33;0.65). Conclusions All socio-economic indicators were associated with increased risk of unhealthy dietary patterns in young children, with low maternal education conferring the highest risk. Yet, within the group of middle-high educated mothers, lower household finance was an extra risk factor for unhealthy dietary patterns. Intervention strategies should therefore focus on lower educated mothers and middle-high educated mothers with insufficient levels of household finance.
Het project ‘Geluidskaart van Noord-Nederland’ heeft als doel muziek- en geluidsfragmenten en gegevens over de omstandigheden ervan verzamelen van inwoners van de drie Noordelijke provincies. De fragmenten worden in de vorm van een online kaartool vrij beschikbaar gesteld voor (her)gebruik voor onderzoek, onderwijs en artistieke doeleinden.
Net als voor andere rurale regio’s in Nederland en de rest van Europa is een nieuw toekomstperspectief voor het Noord-Nederlandse platteland hard nodig als gevolg van complexe vraagstukken rondom aardbevingsproblematiek, landbouwtransitie en bevolkingskrimp. Een aantal professionele musici ziet voor zichzelf een rol weggelegd voor het leveren van een bijdrage aan dit nieuwe perspectief als het gaat om leefbaarheid. Stakeholdergesprekken en kleinschalige experimenten laten zien dat deze bijdrage relevant is. Participatieve kunstvormen lijken met name veelbelovend: ze versterken de sociale cohesie tussen en het welzijn van bewoners en hebben het unieke potentieel om mensen (opnieuw) in contact te brengen met elkaar en met de natuur, en systeemverandering te verbeelden. Tegelijkertijd geven musici die reeds werkzaam zijn in rurale contexten aan te worstelen met traditionele rollen en zijn zij zoekende in het ontwikkelen van passende (participatieve) werkwijzen. Systematisch vergaarde kennis over gevalideerde rurale (participatieve) muziekpraktijken is namelijk schaars. Verder zijn musici en muziekpartners in Noord-Nederland die met ruraliteit bezig (willen) zijn alsook hun ambities nog onvoldoende in beeld. Het praktijkgerichte, verkennende onderzoeksproject Sound Soils speelt in op de vraag van muziekprofessionals om rurale contexten als toekomstig werkveld te willen verkennen. Het heeft als doel het formuleren van kansen voor musici en muziekorganisaties in Noord-Nederlandse rurale gebieden, met specifieke aandacht voor participatieve muziekpraktijken, als mogelijke opmaat naar (ontwerpend) actie-onderzoek als vervolg op dit projectvoorstel. Methodologisch stoelt Sound Soils op Participatief Actie-Onderzoek en etnografisch vergaarde onderzoeksdata. Gezien de vergelijkbare problematiek in andere rurale gebieden zijn de resultaten overdraagbaar. Daarnaast, met het oog op de ontwikkeling van de nieuwe onderzoekslijn Muziek & Ruraliteit als uitbreiding van het onderzoeksportfolio van het lectoraat Music in Context, dient dit project ook als voeding voor het identificeren van onderzoeksthema’s en behoeftes van stakeholders voor verder onderzoek.
Het praktijkgerichte, verkennende onderzoeksproject Sound Soils speelt in op de vraag van muziekprofessionals om rurale contexten als toekomstig werkveld te willen verkennen. Het heeft als doel het formuleren van kansen voor musici en muziekorganisaties in Noord-Nederlandse rurale gebieden, met specifieke aandacht voor participatieve muziekpraktijken, als mogelijke opmaat naar (ontwerpend) actie-onderzoek als vervolg op dit projectvoorstel.