In dit rapport worden 4 toekomstscenario's geschetst voor de ontwikkeling van de binnenstad van Leeuwarden.
DOCUMENT
Het strafdossier dat door het Openbaar Ministerie aan de rechter wordt voorgelegd, bestaat uit een reconstructie van vermeende strafbare feiten die hebben plaatsgevonden, en het bewijs waarop deze reconstructie is gebaseerd. Het opsporingsonderzoek vormt de basis van dit strafdossier. Deze bijdrage gaat over de manier waarop in een opsporingsonderzoek tot een ‘bewijsbare waarheid’ wordt gekomen en over het belang van denken in hypothesen en scenario’s in dat proces. Hierbij wordt ingegaan op cognitieve valkuilen die ontstaan tijdens het reconstrueren van strafbare feiten en op de bescherming die gestructureerd en methodisch werken vanuit hypothesen en scenario’s daartegen biedt. Door de inrichting van ons strafproces is het noodzakelijk om in het strafdossier transparant verslag te leggen van het reconstructieproces. Deze bijdrage biedt een concreet hulpmiddel waarmee het reconstructieproces en de verslaglegging daarvan kan worden vormgegeven. Een denkkader dat zijn basis vindt in de alom bekende ‘zeven gouden W’s’.
LINK
Van watskeburt tot whodunit gaat over het reconstrueren van scenario’s. Scenariodenken is een breedgedragen begrip in de opsporing. Maar wat er daadwerkelijk mee bedoeld wordt of hoe je dit inhoudelijk vorm kunt geven; daarover verschillen de inzichten.In dit boek worden wetenschappelijke theorieën over verhaal en verankering gecombineerd met inzichten uit het strafrecht en de opsporingspraktijk. Dit vertaalt zich naar praktische denkkaders, hulpmiddelen en tips. Deze worden niet alleen uitgelegd, maar ook direct toegepast op een onderzoek uit de praktijk.
DOCUMENT
Het kiezen van een studie of functie heeft veel belangstelling. Ook op onderwijsinstellingen wordt explicieter in het kader van competentiegericht opleiden aandacht besteed aan het kiezen als onderdeel van het leer -en ontwikkeltraject van de student. Meer dan voorheen wordt nadrukkelijker uitgegaan van het idee dat de keuze van de betrokkenen voor te ontwikkelen competenties een bron van motivatie is of tenminste moet zijn. De instructie in deze publicatie is gericht op deskundigheidsbevordering van die docenten die als coach de keuzen van de student begeleiden. De hier voorgestelde methodiek is gericht op zelfbekwaamheid van de student. De coach geeft inzicht in dat wat de student zelf moet doen om goed te kunnen kiezen. De methode wordt ook wel " gedragsgericht coachen "genoemd.
DOCUMENT
Om zicht te krijgen op de bewijsvoering bij onderzoeksjournalistiek wordt onderzocht hoe onderzoeksjournalisten vaststellen wat er aan de hand is. De vraagstelling luidt: op welke manier maken onderzoeksjournalisten gebruik van hypothesen? Uit gesprekken met gerenommeerde Nederlandse onderzoeksjournalisten komt naar voren dat de vorming van een hypothese samenhangt met de constructie van het verhaal waarin deze onderzoeksjournalisten de resultaten van hun onderzoek presenteren. De journalist heeft niet eerst een idee en bedenkt daar vervolgens een verhaal bij, het is eerder andersom: de eisen van het verhaal bepalen de hypothese. Om te vertellen wat er aan de hand is, maakt de journalist vaak gebruik van een herkenbaar karakter dat een geloofwaardige dramatische ontwikkeling doorloopt. De journalist gaat op zoek naar een sleutelscène waarin de hypothese in essentie is vervat. Bij het vaststellen en naar buiten brengen van de hypothese houdt de journalist ook rekening met de interesse van het publiek. Tot slot bepalen ook de rolopvatting van de journalist en de aard van het medium waar hij voor werkt de inhoud van de hypothese.
DOCUMENT
Ruim een half miljoen kinderen in Nederland groeien op in een gezin waarin een of beide ouders psychische problemen of een verslaving heeft. De opvoeding van hun kinderen kent voor deze ouders bijzondere uitdagingen, met het risico dat psychische problematiek verergert en/of haar weerslag heeft op de kinderen. Effectieve hulp aan deze gezinnen vraagt om integrale samenwerking tussen het jeugddomein en de geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen (v-ggz). In de regio Haaglanden worden een aantal pilots uitgevoerd om bij gezinnen met ernstige, complexe problematiek naast jeugdhulp ook expertise of ondersteuning vanuit de v-ggz in te zetten. Het gaat daarbij om de volgende projecten: ‘Beter Thuis’ (Den Haag, Zoetermeer en ‘Integraal 0-6-team in de wijk’) en ‘Ggz bij Jeugdbescherming west’ (vanuit Indigo en Impegno). Dit onderzoek heeft als doel inzicht te geven in de meerwaarde van deze pilots, in het bijzonder wanneer het gaat om de integratie van jeugdhulp en v-ggz.
MULTIFILE
Uitgebreide online versie. Met dit voorbeeldenboek laten we zien hoe een straat klimaatbestendig ingericht kan worden, wat een klimaatbestendige inrichting kost, maar vooral ook wat de voordelen zijn. Voor karakteristieke - en voor veel gemeenten herkenbare - straten hebben we telkens vier inrichtingsmogelijkheden uitgewerkt met de bijbehorende kosten en baten. Naast de algemene overeenkomsten die straten van eenzelfde wijktypologie hebben, kunnen er ook lokale verschillen zijn waardoor klimaatadaptatie niet op eenzelfde manier kan worden ingevuld. Het gaat hier om het maaiveldverloop, de bodemopbouw en de grondwaterstanden. Naast de investeringskosten zijn de onderhoudskosten en kosten als gevolg van eventuele waterschade meegenomen.
MULTIFILE
Reflectie op de vraag hoe professioneel, of methodisch het handelen in de praktijk van professionele begeleiding in feite is. In dit artikel verkennen we drie voorbeelden uit onze begeleidingspraktijk waarin we ons verbazen over de wending die het gesprek krijgt, of kan krijgen. We onderzoeken daarbij zowel het methodische als het magische. Ook al is het niet goed (be) grijpbaar wat een begeleider daarin doet, we doen toch een poging om te expliciteren wat er gebeurt. En wel hoe we als begeleider ervaren, dat in de begeleiding inderdaad iets magisch lijkt te gebeuren.
DOCUMENT
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Op basis waarvan worden in je organisatie HR-beslissingen genomen? Op basis van eigen cijfers of van best practices bij andere organisaties? Op basis van gefundeerde argumenten, of eenvoudigweg door hoger management, waarbij je je eigen organisatie-expertise aan de kant zet? Beslisculturen in organisaties kunnen heel fact free of meer evidence-based zijn. In een fact-freecultuur heeft HR Analytics als zevende zintuig geen schijn van kans. Cijfers kunnen als moeilijkdoenerij worden gezien of zelfs een bedreiging vormen voor stakeholders die cijfers enkel beschouwen als een middel om af te rekenen met het bestaande beleid. Of cijfers zijn een ritueel geworden: niemand vraagt zich meer af wat ze eigenlijk betekenen. In een evidence-basedcultuur worden belangrijke beslismomenten serieus genomen. Op die momenten is er de kans om de kwaliteit van de beslissing te verrijken met analytische inzichten – naast informatie die andere zintuigen kunnen aanleveren. HR Analytics kan hier haar meerwaarde doen gelden. Maar de HR Analyticspraktijk is weerbarstig. Zelfs als het belang en de uitvoering van HR Analytics goed ingebed zijn, betekent dat niet automatisch dat analytische inzichten de HR-beleidsvoering altijd bereiken en invloed uitoefenen.
DOCUMENT