Purpose The Work Assessment Triage Tool (WATT) is a clinical decision support tool developed using machine learning to help select interventions for patients with musculoskeletal disorders. The WATT categorizes patients based on individual characteristics according to likelihood of successful return to work following rehabilitation. A previous validation showed acceptable classification accuracy, but we re-examined accuracy using a new dataset drawn from the same system 2 years later. Methods A population-based cohort design was used, with data extracted from a Canadian compensation database on workers considered for rehabilitation between January 2013 and December 2016. Data were obtained on demographic, clinical, and occupational characteristics, type of rehabilitation undertaken, and return to work outcomes. Analysis included classification accuracy statistics of WATT recommendations. Results The sample included 28,919 workers (mean age 43.9 years, median duration 56 days), of whom 23,124 experienced a positive outcome within 30 days following return to work assessment. Sensitivity of the WATT for selecting successful programs was 0.13 while specificity was 0.87. Overall accuracy was 0.60 while human recommendations were higher at 0.72. Conclusions Overall accuracy of the WATT for selecting successful rehabilitation programs declined in a more recent cohort and proved less accurate than human clinical recommendations. Algorithm revision and further validation is needed.
DOCUMENT
Deze publieksrapportage geeft een samenvatting van de resultaten die staan weergegeven in de onderzoeksrapportages van de zes deelnemende regio’s. De ETHOS-telling is een initiatief van Hogeschool Utrecht en Kansfonds.
DOCUMENT
Deze publieksrapportage geeft een samenvatting van de resultaten die staan weergegeven in de onderzoeksrapportages: ‘Iedereen telt mee: ETHOS telling van dak- en thuisloosheid in regio Meierij en Bommelerwaard’ en ’Iedereen telt mee: ETHOS telling van dak- en thuisloosheid in regio Brabant Noordoost-Oost’.
DOCUMENT
De Nederlandse overheid stelt zich als doel om dakloosheid volledig uit te bannen vóór 2030 (Ministerie van BZK, Ministerie van SZW & Ministerie van VWS, 2022). Om dit doel te bereiken, zijn gegevens over de aard en omvang van dak- en thuisloosheid in Nederland van cruciaal belang. Hoeveel mensen er dak- en thuisloos zijn in Nederland is echter niet duidelijk. Ook is niet bekend wat hun kenmerken en leefsituaties zijn. In het recent verschenen Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis (2023-2030) wordt gewezen op het belang van betere monitoring van dakloosheid, zodat er gericht kan worden gestuurd aan de hand van kwantitatieve gegevens. De huidige monitoring van dakloosheid in Nederland biedt hiertoe onvoldoende mogelijkheden (Ministerie van BZK, Ministerie van SZW & Ministerie van VWS, 2022). Om beter zicht te krijgen op de werkelijke aard en omvang van dak- en thuisloosheid voerde Hogeschool Utrecht in samenwerking met Kansfonds een telonderzoek uit in twee regio’s in Noordoost-Brabant: regio Meierij en Bommelerwaard met centrumgemeente ’s-Hertogenbosch en regio Brabant Noordoost-Oost met centrumgemeente Oss. Hierbij werd gebruik gemaakt van een voor Nederland nieuwe definitie van dakloosheid, de ETHOS-Light classificatie, en van een nieuwe telmethode. Dit rapport bevat de resultaten van de telling die plaatsvond op 16 mei 2023 in regio Meierij en Bommelerwaard. De telling is uitgevoerd in nauwe samenwerking met de gemeenten die onderdeel uitmaken van deze regio: ’s-Hertogenbosch, Zaltbommel, Sint-Michielsgestel, Maasdriel, Vught, Meierijstad en Boxtel. Het onderzoeksteam van Hogeschool Utrecht werd ondersteund door het onderzoeksteam van de Katholieke Universiteit Leuven dat de toegepaste telmethode ontwikkelde. Dit onderzoeksteam, onder leiding van prof. dr. Koen Hermans, past de telmethode inmiddels al een aantal jaar met succes toe in een groot aantal Belgische regio’s. Met hun toestemming passen wij deze methode nu voor het eerst in Nederland toe. Met het uitvoeren van de telling geven de gemeenten in regio Meierij en Bommelerwaard, Hogeschool Utrecht en Kansfonds een impuls aan het in kaart brengen van dak- en thuisloosheid in Nederland. De betrokken gemeenten hebben de ambitie om dak- en thuisloosheid in hun regio gedegen aan te pakken. Zij willen hun beleid gericht op preventie en aanpak van dakloosheid baseren op concrete cijfers en profielkenmerken van dak- en thuisloze mensen in hun regio. De resultaten van deze telling worden gebruikt voor de ontwikkeling van een regionaal actieplan om dakloosheid te voorkomen en te beëindigen in 2030.
DOCUMENT
Deze telling brengt dak- en thuisloosheid in regio Breda in beeld. Daarbij is gebruik gemaakt van een nieuwe telmethode en een voor Nederland nieuwe definitie: ETHOS-Light. Het gaat om een daadwerkelijke telling van dak- en thuisloze personen die werd uitgevoerd door medewerkers van organisaties die met dak- en thuisloze mensen in contact staan. Voor het eerst zijn in regio Breda ook kinderen, mensen ouder dan 65 jaar, mensen zonder verblijfspapieren en mensen in een grote verscheidenheid aan leefsituaties van daken thuisloosheid in beeld gebracht. De telling geeft inzicht in het aantal dak- en thuisloze personen in de regio, de grote diversiteit aan leefsituaties van deze mensen en hun profielkenmerken. Uit de resultaten blijkt dat het betrekken van organisaties die zich niet specifiek richten op dak- en thuisloosheid van cruciaal belang is om zicht te krijgen op alle dak- en thuisloze personen. Meer dan de helft van de getelde personen kwam via deze organisaties in beeld.
DOCUMENT
Deze telling brengt dak- en thuisloosheid in regio Hart van Brabant in beeld. Daarbij is gebruik gemaakt van een nieuwe telmethode en een voor Nederland nieuwe definitie: ETHOS-Light. Het gaat hier om een daadwerkelijke telling van dak- en thuisloze personen die werd uitgevoerd door medewerkers van organisaties die met dak- en thuisloze personen in contact staan. Voor het eerst zijn in de regio ook kinderen, mensen ouder dan 65 jaar, mensen zonder verblijfspapieren en mensen in een grote verscheidenheid aan leefsituaties van dak- en thuisloosheid in beeld gebracht. De telling geeft inzicht in het aantal dak- en thuisloze personen in de regio, de grote diversiteit aan leefsituaties van deze mensen en hun profielkenmerken. Uit de resultaten blijkt dat het betrekken van organisaties die zich niet specifiek richten op dak- en thuisloosheid van cruciaal belang is om zicht te krijgen op alle dak- en thuisloze personen. Meer dan de helft van de getelde personen kwam namelijk via deze organisaties in beeld.
DOCUMENT
Deze telling brengt dak- en thuisloosheid in regio Westelijke Mijnstreek in beeld. Daarbij is gebruik gemaakt van een nieuwe telmethode en een voor Nederland nieuwe definitie: ETHOS-Light. Het gaat hier om een daadwerkelijke telling van dak- en thuisloze personen die werd uitgevoerd door medewerkers van organisaties die met dak- en thuisloze personen in contact staan. Voor het eerst zijn in deze regio ook kinderen, mensen ouder dan 65 jaar, mensen zonder verblijfspapieren en mensen in een grote verscheidenheid aan leefsituaties van dak- en thuisloosheid in beeld gebracht. De telling geeft inzicht in het aantal dak- en thuisloze personen in de regio, de grote diversiteit aan leefsituaties van deze mensen en hun profielkenmerken. Uit de resultaten blijkt dat het betrekken van organisaties die zich niet specifiek richten op dak- en thuisloosheid van cruciaal belang is om zicht te krijgen op alle dak- en thuisloze personen. Meer dan de helft van de getelde personen kwam namelijk via deze organisaties in beeld.
DOCUMENT
Deze telling brengt dak- en thuisloosheid in regio West-Friesland in beeld. Daarbij is gebruik gemaakt van een nieuwe telmethode en een voor Nederland nieuwe definitie: ETHOS-Light. Het gaat hier om een daadwerkelijke telling van dak- en thuisloze personen die werd uitgevoerd door medewerkers van organisaties die met dak- en thuisloze personen in contact staan. Voor het eerst zijn in deze regio ook kinderen, mensen ouder dan 65 jaar, mensen zonder verblijfspapieren en mensen in een grote verscheidenheid aan leefsituaties van dak- en thuisloosheid in beeld gebracht. De telling geeft inzicht in het aantal dak- en thuisloze personen in de regio, de grote diversiteit aan leefsituaties van deze mensen en hun profielkenmerken. Uit de resultaten blijkt dat het betrekken van organisaties die zich niet specifiekrichten op dak- en thuisloosheid van cruciaal belang is om zicht te krijgen op alle dak- en thuisloze personen. Ongeveer de helft van de getelde personen kwam namelijk via deze organisaties in beeld.
DOCUMENT
Deze telling brengt dak- en thuisloosheid in regio Gelderland-Zuid in beeld. Daarbij is gebruik gemaakt van een nieuwe telmethode en een voor Nederland nieuwe definitie: ETHOS-Light. Het gaat hier om een daadwerkelijke telling van dak- en thuisloze personen die werd uitgevoerd door medewerkers van organisaties die met dak- en thuisloze personen in contact staan. Voor het eerst zijn in deze regio ook kinderen, mensen ouder dan 65 jaar, mensen zonder verblijfspapieren en mensen in een grote verscheidenheid aan leefsituaties van dak- en thuisloosheid in beeld gebracht. De telling geeft inzicht in het aantal dak- en thuisloze personen in de regio, de grote diversiteit aan leefsituaties van deze mensen en hun profielkenmerken. Uit de resultaten blijkt dat het betrekken van organisaties die zich niet specifiek richten op dak- en thuisloosheid van cruciaal belang is om zicht te krijgen op alle dak- en thuisloze personen. Ongeveer de helft van de getelde personen kwam namelijk via deze organisaties in beeld.
DOCUMENT
Deze telling brengt dak- en thuisloosheid in regio Holland Rijnland in beeld. Daarbij is gebruik gemaakt van een nieuwe telmethode en een voor Nederland nieuwe definitie: ETHOS-Light. Het gaat hier om een daadwerkelijke telling van dak- en thuisloze personen. Voor het eerst zijn in deze regio ook kinderen, mensen ouder dan 65 jaar, mensen zonder verblijfspapieren en mensen in een grote verscheidenheid aan leefsituaties van dak- en thuisloosheid meegeteld. De telling geeft inzicht in het aantal dak- en thuisloze personen in de regio, de grote diversiteit aan leefsituaties van deze mensen en hun profielkenmerken. Uit de resultaten blijkt dat het betrekken van organisaties die zich niet specifiek richten op dak- en thuisloosheid van cruciaal belang is om zicht te krijgen op alle dak- en thuisloze personen. Ongeveer de helft van de getelde personen kwam namelijk via deze organisaties in beeld.
DOCUMENT