This study evaluated the performance of anaerobic co-digestion of cow manure (CM) and sheep manure (SM) in both batch and continuous digesters at 37 °C. Synergistic effects of co-digesting CM and SM at varying volatile solids (VS) ratios (1:0, 0:1, 3:1, 1:1, 1:3) were observed in the batch experiment, with the most effective degradation of cellulose (56%) and hemicellulose (55%), and thus, the highest cumulative methane yield (210 mL/gVSadded) obtained at a CM:SM ratio of 1:3. Co-digesting CM and SM improved the hydrolysis, as evidenced by the cellulase brought by SM and the increases of cellulolytic bacteria Clostridium. Besides, co-digestion enhanced the acidogenesis and methanogenesis, reflected by the enrichment of syntrophic bacteria Candidatus Cloacimonas and hydrogenotrophic archaea Methanoculleus (Coenzyme-B sulfoethylthiotransferase). When testing continuous digestion, the methane yield increased from 146 mL/gVS/d (CM alone) to 179 mL/gVS/d (CM:SM at 1:1) at a constant organic loading rate (OLR) of 1g VS/L/d and a hydraulic retention time (HRT) of 25 days. Furthermore, the anaerobic digestion process was enhanced when the daily feed changed back to CM alone, reflected by the improved daily methane yield (159 mL/VS/d). These results provided insights into the improvement of methane production during the anaerobic digestion of animal manure.
LINK
De gemeenten Boekel, Mill & St. Hubert, Sint Anthonis, Landerd, Uden en het waterschap Aa en Maas werken samen in de Agro As de Peel gebiedsopgave. Dit agrarische productiegebied staat op de regionale agenda als proeftuin voor de transitie van de primaire landbouw sector. Samen met de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO), de Brabantse Milieufederatie (BMF) en HAS Hogeschool werd in dit project onderzocht welke lokaal beschikbare niet-eetbare organische reststromen konden worden ingezet voor het verhogen van het bodemorganische stof gehalte. Een vitale, levende bodem is van essentieel belang voor het duurzaam voortbestaan van de agrarische sector in Agro As de Peel.
MULTIFILE
Wat zijn de mogelijkheden voor de decentrale verwerking van organische reststromen? Levert het lokaal verwerken van materialen als gft, snoeiafval, horeca-afval en gewasresten in brede zin meer op dan afvoer naar grootschalige verwerkers? Die vraag staat centraal in het project RE-ORGANISE, geleid door de Hogeschool van Amsterdam in samenwerking met de Aeres Hogeschool Dronten, verschillende andere kennispartners en ondernemers. Twee Amsterdamse stadslandbouwlocaties fungeren hierbij als onderzoekscases: Tuinen van West (grenzend aan de wijken Geuzenveld en Osdorp) en NoordOogst (in Amsterdam-Noord). Er is gekozen voor stadslandbouwlocaties omdat hier organische reststromen vrijkomen, en er tegelijk behoefte is aan de producten die uit deze reststromen gemaakt kunnen worden.In juli 2017 zijn drie deelproducten opgeleverd van het eerste jaar van onderzoek. Deze casusbeschrijving Tuinen van West is daar een van; verder is er een casusbeschrijving van NoordOogst beschikbaar, en een rapport over de ontwikkeling van technologische concepten voor het hergebruik van organische reststromen. In de casusbeschrijvingen wordt de aanwezigheid en het gebruik van organische reststromen beschreven voor de betreffende locatie. Basis hiervoor vormen 38 interviews met ondernemers en belanghebbenden in beide gebieden, en twee workshops waarin werd nagedacht over het verbeteren van het gebruik van deze reststromen.