Erkennen van verworven competenties (evc) is een procedure gericht op het herkennen, het waarderen en het verder ontwikkelen van wat iemand in elke mogelijke leeromgeving (formeel of informeel) reeds heeft geleerd (Van Lieshout, Kamphuis, Jellema & Wilthagen, 2005: p. 158). In hoofdstuk 9 richten Hogeboom en Van Lieshout zich op dat onderwerp. In theorie lijkt evc een voor iedereen aantrekkelijk instrument, maar toch groeit de omvang ervan in het hbo trager dan verwacht, en in de zomer van 2011 besloten een aantal hogescholen hun evc-aanbod zelfs te staken. Hogeboom en Van Lieshout stellen zich de vraag waarom evc zo traag van de grond komt. Ze presenteren een analyse van de evc-markt in het hbo op basis van deskresearch. Ze ontwerpen een actorgecentreerde institutionalistische (Scharpf, 1997) theorie die zich richt op de waarde van evc voor de directe actoren. Vervolgens presenteren ze een overzicht van in de literatuur genoemde verklarende factoren voor de trage groei van evc, geordend naar de drie belangrijkste actoren (individu, werkgever, onderwijsinstelling). Tot slot proberen ze aan de hand van die theorie en praktijk de trage ontwikkeling van evc in het hbo te begrijpen. Ze concluderen dat die trageontwikkeling en zelfs het (voorlopig) staken van evc door diverse hogescholen begrijpelijk is, en dat er daarmee geen kind, maar wel badwater wordt weggegooid.
Zorggroep Alliade biedt zorg en ondersteuning aan meer dan 7.000 mensen met een verstandelijke beperking (VB) en kwetsbare ouderen in Friesland. Zorggroep Alliade bestaat uit een aantal zorgonderdelen waarvan Talant (gehandicaptenzorg) en Meriant (ouderenzorg) de bekendste zijn. Naast het verlenen van directe zorg en ondersteuning aan cliënten, heeft Alliade onderzoek en ontwikkeling hoog in het vaandel staan. Onderzoek draagt bij aan kennisontwikkeling, deskundigheidsbevordering, betere screening, diagnostiek en behandeling en zinnige/effectieve zorg. De afdeling Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek (PWO) richt zich hierop en voert een brede waaier aan onderzoeksprojecten uit in de gehandicaptenzorg en ouderenzorg. De afdeling PWO bestaat uit een aantal (gepromoveerde) onderzoekers en ondersteuners die samen met zorgprofessionals praktijkgericht onderzoek doen. Vaak zijn dit behandelaren, zoals artsen, gedragskundigen en logopedisten die naast hun klinische werk deeltijds onderzoek verrichten binnen hun deskundigheidsdomein. Onderzoek binnen Alliade voldoet aan twee voorwaarden vervat in de afdelingsnaam: het komt ten goede aan de cliënt van vandaag en/of morgen (praktijkgericht) én voldoet aan wetenschappelijke standaarden. Daarbij wordt gefocust op twee onderzoekslijnen die aansluiten bij de missie, visie en identiteit van de organisatie: 1) veroudering & dementie en 2) evidence-based screening, diagnostiek & behandeling. Binnen deze twee onderzoekslijnen lopen diverse onderzoeksprojecten die zelfstandig of in samenwerking met collega-zorginstellingen, hogescholen of universiteiten worden uitgevoerd. Op het internationale gehandicaptenzorgcongres van IASSIDD (6-8 juli 2021) worden resultaten gedeeld van vier onderzoeksprojecten.
Full text via link. Op 1 juli 2012 treedt de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking. Gemeenten zijn nu al druk bezig om nieuw beleid op te stellen. Niet iedereen hoeft meer aan een schuldenvrije toekomst geholpen. De nieuwe inzet is gericht op het hoogst haalbare
LINK
Dit programma, gefinancierd door de Europese Commissie, zal een nieuwe strategie voor ontwerp en adoptie van ICT-competenties ontwikkelen en vertalen naar een curriculum voor beroepsonderwijs en -opleidingen in Europa. Doel is om huidige en toekomstige competentietekorten in de Europese softwaresector aan te pakkenDoel De Europese Software Skills Alliantie (gefinancierd door de Europese Commissie) is een samenwerkingsverband met als doel het ontwerpen, implementeren en verspreiden van een nieuwe strategie voor het opstellen en adopteren van ICT-competenties om huidige en toekomstige competentietekorten in de Europese softwaresector aan te pakken. Resultaten Alle partners werken samen om ervoor te zorgen dat de nieuwe Software Skills-strategie voortkomt uit de vraag van het werkveld naar softwarevaardigheden. Hierbij speelt de combinatie van beroepsonderwijs en -opleiding en werkgebaseerde leerinitiatieven een rol om snelle bijscholing en omscholing te implementeren. De nieuwe strategie en onderwijsoplossing houden rechtstreeks verband met erkende Europese instrumenten, en normen die vaardigheden en loopbaanontwikkeling in het algemeen mogelijk maken. Bovendien zullen nieuwe mechanismen hierin worden opgenomen, voor een duurzame implementatie in de verschillende programmalanden. Looptijd 01 december 2020 - 31 december 2024 Meer nieuws Website ESSA softwareskills.eu Aanmelden ESSA nieuwsbrief LinkedIn groep ESSA Needs Analysis Rapport - Europe’s Most Needed Software Roles and Skills Presentatie Key Findings 2021 Needs Analysis Report Artikel: The Software Skills and Professionals You Need in Your Team Artikel: The Top 4 Skills for Software Professionals Artikel: 2021 Retrospective: The Good, the Bad, and the Merry Artikel: NL Case Studie - Digitale certificaten voor de erkenning van niet formele educatie Blog HU lector Pascal Ravesteijn: Towards an European Software Skills Strategy ESSA highlights Launch event ESSA Case Study Booklet - 12 ideas to tackle the shortage of Software Professionals in Europe Wetenschappelijk issue: Bridge the Gap: ICT Competences and Vocational Education and Training ESSA CommunityESSA heeft de ESSA Software Skills-community opgericht om individuen met elkaar te verbinden die ernaar streven te voldoen aan de bijscholings- en bijscholingsbehoeften van de softwaresector in Europa. De community richt zich op de volgende onderwerpen: software, ontwikkeling van software vaardigheden, lesgeven en leren, training, human resources, technologie en carrières. Aanpak Het project bestaat uit zes werkpakketten. Het lectoraat Procesinnovatie & Informatiesystemen is actief betrokken bij alle werkpakketten en co-lead voor werkpakket vier waarin doormiddel van een pilot het ontworpen curriculum wordt getoetst. Hierbij zijn de belangrijkste resultaten van dit werkpakket: modulaire opleidingsprogramma's om de nieuwe curricula voor beroepsonderwijs en -opleidingen te implementeren, die elk bestaan uit een reeks modules die samen de geformuleerde leerdoelen omvatten; proefprogramma's voor beroepsonderwijs en -opleidingen opzetten en uitvoeren voor verschillende doelgroepen in 7 EU-partnerlanden, de doeltreffendheid meten, feedback verzamelen en de opleidingsprogramma's herhalen en verbeteren; werkplek leren opnemen in de nieuwe opleidingsprogramma's met mogelijkheden om kennis toe te passen in praktische situaties die verband houden met elke rol en waar mogelijk transnationale leerervaring opnemen; een Train-the-Trainer-programma ontwikkelen om de bijscholing van docenten te vergemakkelijken waarbij zij de kennis, het vertrouwen en de hulpmiddelen verkrijgen om de training volgens de hoogste kwaliteitsnormen te geven. Relevantie beroepspraktijk ESSA heeft tot doel een innovatief en uitgebreid onderwijscurriculum te ontwikkelen dat is aangepast aan verschillende rol- en functieprofielen en onderliggende competenties, kennis en vaardigheden van de sector. Stap 1: Een analyse van de markt- en bedrijfsbehoeften worden uitgevoerd om een gefundeerde basis te leggen voor de ontwikkeling en implementatie van zowel de Software Skills Strategie als de onderwijsprogramma's. Een belangrijk element hierbij is het werkplek leren (bv. via stage of learning-on-the-job). Stap 2: In een pilot wordt het nieuw ontwikkelde onderwijsmateriaal getest om daarna een vaste plek te krijgen in het curriculum van zowel hoger onderwijsinstellingen als commerciële trainingsbureaus in Europa. Meer weten? www.softwareskills.eu/ DigitalEurope.org ESSA LinkedIn en Twitter
Mensen met (zeer) ernstige verstandelijke (en meervoudige) beperkingen, afgekort tot ZEVMB, hebben een IQ van minder dan 35 en kunnen vaak niet goed bewegen. Daarom worden ze geholpen door familie/zorgmedewerkers. Mensen met ZEVMB worden steeds ouder en gaan achteruit. Familie/zorgmedewerkers weten nog heel weinig over het herkennen van dementie bij hen. Ze willen daarom graag leren van elkaars ervaringen. In dit project staan twee praktijkvragen centraal: 1. Hoe kunnen we dementie bij mensen met ZEVMB op tijd herkennen en de diagnose stellen?2. Wat willen familie/zorgmedewerkers leren en weten over dementie bij mensen met ZEVMB?Methode praktijkvraag 1: Welke symptomen zijn aanwijzingen voor dementie bij mensen met ZEVMB? In twee jaar tijd (2019-2020) werken we stapsgewijs met een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek aan het herkennen hiervan. De symptomen gaan we op een rij zetten en toetsen in de praktijk.Methode praktijkvraag 2: In groepsgesprekken vragen we familie/zorgmedewerkers wat ze belangrijk vinden om te weten, en hoe ze dit willen leren (scholingsbehoefte). Dan kunnen we ze dat op deze manier aanbieden. Naast twee handreikingen (eentje voor familieleden en eentje voor artsen/gedragskundigen), ontwikkelen we een online cursus over dementie bij mensen met ZEVMB, geschikt voor alle niveaus.Opbrengsten: Gezien de beperkte kennis over dementie bij ZEVMB, richten we ons op drie opbrengsten: 1. Samenwerkingsverband en website: We zetten een groot samenwerkingsverband over dementie bij ZEVMB op. We maken een website en organiseren informatie- en ervaringsbijeenkomsten, zogenaamde ‘Dementietafels’, een soort Alzheimercafés over verstandelijke beperking en dementie voor familie/zorgmedewerkers. Zo kunnen we van elkaar leren en ervaringen delen.2. Ophalen en bundelen van praktijkkennis en –ervaringen: Hierdoor worden familie/ zorgmedewerkers bewust van mogelijke symptomen van dementie. Ook wordt duidelijk wat we nog niet weten en welk onderzoek nog gedaan moet worden. 3. Ontwikkeling van nieuwe kennis: We maken een nieuwe lijst met symptomen van dementie bij mensen met ZEVMB. Hierin staat wat we gehoord hebben van familie/zorgmedewerkers en de informatie uit de literatuur en medische dossiers. Bovendien ontwikkelen we twee handreikingen en een nieuwe cursus.Verbetering praktijk: Familie/zorgmedewerkers weten straks beter waarop ze moeten letten en herkennen sneller dat iemand achteruitgaat. Dan kan ook de diagnose van dementie gesteld worden. Het is beter als dit op tijd gebeurt, kunnen ze de dagelijkse begeleiding, verzorging en ondersteuning veranderen zodat het beter bij de persoon met ZEVMB en dementie past. Voor familie is het belangrijk om te weten waarom hun dierbare zo verandert en wat ze kunnen verwachten. Begroting: Voor dit project vragen we 200.000 euro aan (twee jaar). De belangrijkste kosten zijn de inzet van onderzoekers en zorgmedewerkers, reiskosten, het maken van de website en de cursus, het oprichten van de stichting en het organiseren van Dementietafels. De samenwerkende partijen nemen zelf ook een aanzienlijke bijdrage in manuren voor hun rekening.