Dierlijke mest staat momenteel in negatieve zin in de schijnwerpers. Toch is het een nuttig product, met name in de landbouw. Mest bevat immers veel organische stof – goed voor de bodem – en de mineralen stikstof en fosfaat, die plantvoedingsstoffen zijn. Het benutten van deze producten biedt een heel ander toekomstperspectief voor de veehouderij in ons land.
MULTIFILE
Het is de hoogste tijd dat Nederland, België en Duitsland gezamenlijk in actie komen voor hun ARRRA-regio. “Dat ze de klimaatambities voor de industrie in lijn brengen met de beschikbaarheid van schone energie en bijbehorende infrastructuur tegen redelijke kosten. Niet alleen in het eindplaatje, maar juist ook tijdens de tussenperiode. Opdat de ARRRA-industrie de kans krijgt haar innovatiekracht te benutten en klimaatvriendelijke productiemethoden te ontwikkelen. Zo niet, dan is veel van de industrie in de ARRRA regio gedoemd te verdwijnen naar elders. Met alle gevolgen van dien.”
LINK
met dit artikel willen we met klem onder de aandacht brengen dat de transformatie van de schuldhulpverlening naar een tijdelijke voorziening voor de “happy view” de beleidsopdracht met zich brengt om tevens een basale bestaansvoorziening te creëren voor de “unhappy majority” ( en hun minderjarige kinderen) voor wie een schone lei (voorlopig) buiten bereik ligt. Zij staan voor de opgave om met hun schulden verder te leven zonder keer op keer uit huis te worden gezet, van energie te worden afgesloten, dan wel problemen te hebben met hun zorgverzekeraar. Selecteren aan de poort is prima, maar wie buiten staat moet wel basale bodembescherming genieten. Dit is niet alleen in het belang van de debiteur maar strekt ook tot het nut van het Algemeen
Vieze zonnepanelen hebben een lagere energieopbrengst dan schone panelen. Vervuiling van zonnepanelen in woestijngebieden is vaak duidelijk zichtbaar en een bekend probleem. Hier in Nederland regent het regelmatig en spoelt veel vuil van de panelen. Terwijl er onderzoek is gedaan naar vervuiling van zonnepanelen op verschillende plekken in de wereld, is praktijkonderzoek naar het verlies in energieopbrengst veel minder uitgebreid. In ons eerdere KIEM onderzoek hebben we een eerste pilot gedaan om te bepalen hoe sterk dit effect is op twee voorbeeld zonneparken. Het effect van vervuiling van zonnepanelen hangt af van allerlei factoren zoals de locatie van de panelen, hellingshoek, oriëntatie, omgeving (industrieterrein, langs snelweg, in natuurgebied, agrarisch bedrijf, ….), aanwezigheid van (grote hoeveelheden) vogels, etc. In het project dat we hier voostellen willen we daarom een uitgebreid onderzoek doen naar de energieopbrengstvermindering van zonnepanelen als gevolg van vervuiling, in heel Nederland, waarbij de karakteristieken van de zonneparken verschillen. Momenteel variëren de gegeven schoonmaakadviezen voor zonnepanelen in Nederland nogal. Om een basis te creëren voor een gedifferentieerde schoonmaakstrategie willen we praktijkonderzoek doen aan allerlei zonneparken in Nederland. De effecten van vervuiling op de energieopbrengst die we meten bij deze zonneparken dienen als richtsnoer voor soortgelijke zonneparken, om het verlies in energieopbrengst te voorspellen. Door 1x per jaar, dus 2x gedurende de projectperiode, slechts een deel van de zonnepanelen op een zonnepark schoon te (laten) maken, kunnen we op systematische wijze bepalen wat het effect is van vervuiling van zonnepanelen in deze systemen. De opbrengstvermindering t.g.v. vervuiling zal worden gemeten aan een bestaand zonnepark op het Centre of Expertise Energy, EnTranCe, en op verschillende locaties in Nederland. Daarnaast zal bij een aantal parken deze opbrengstvermindering worden vergeleken met de meetgegeven van een vervuilingssensor.
Om een circulaire economie te bewerkstelligen is het sluiten van de kunststofkringloop cruciaal. Momenteel wordt slechts 15% van het geproduceerde kunststof in Nederland gerecycled. De mechanische recycling van PET-flessen wordt reeds op grote schaal toegepast, maar een groot deel van het polyester (PET) afval is van mindere kwaliteit en is vervuild met voedselresten, kleurstoffen of andere additieven. Cumapol heeft samen met bedrijven en kennisinstellingen de krachten gebundeld en een nieuwe recyclingtechniek ontwikkeld. Deze technologie maakt het mogelijk om op een energiezuinige manier gekleurde of gemengde polyesters in bijvoorbeeld tapijt, textiel en voedselverpakkingen te recyclen tot nieuwe polyesters van hoge kwaliteit. Om dit te bereiken wordt chemische recycling toegepast: het polyester afval wordt afgebroken tot de chemische bouwstenen, gezuiverd, en vervolgens weer opgebouwd tot nieuwe polyester ketens. De polycondensatiereactie speelt een belangrijke rol in de chemische recycling van polyesters. Polycondensatie is een evenwichtsreactie: condensatie zorgt voor ketenvorming, terwijl hydrolyse of glycolyse leidt tot afbraak van de polymeerketens. Deze reacties worden doorgaans gekatalyseerd door industriële katalysatoren zoals antimoontrioxide en zinkacetaat. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat enzymen, de katalysatoren van de natuur, ook in staat zijn om op te treden als katalysator. Het doel van dit project is om de (bio)chemische recycling van vervuild polyesterafval te bewerkstelligen met behulp van enzymatische reacties, zodat een duurzame en circulaire economie een stap dichterbij komt.
Mobiliteit zorgt voor bereikbaarheid van producten, diensten en mensen, maar mag niet ten koste gaan van de leefbaarheid van onze dorpen en steden. Mobiliteit van de toekomst moet schoner, stiller, efficiënter en veiliger, en dan ook nog betaalbaar en inclusief zijn voor burgers, bedrijven en de samenleving als geheel. In de SPRONG-groep Future-proof Automotive SoluTions (FAST) opereren Fontys en Hogeschool Arnhem Nijmegen als kern van een consortium met bedrijven, kennisinstellingen en regionale overheden. Zes lectoraten van Fontys en HAN gaan samen aan de slag. Kennis over voertuigtechniek en intelligente mobiliteit van Fontys en HAN wordt samengebracht met expertise over logistiek, bedrijfskunde, creatieve economie (verwaarding, lange-termijn-denken, verbeeldingskracht), sociale impact van mobiliteitsinnovaties, recht en ethiek. Doel Het doel van SPRONG-groep FAST is de doorgroei en versterking van een multidisciplinaire onderzoeksgroep tot een krachtige SPRONG-groep die bijdraagt tot een versnelling van de transitie naar emissieloze, autonome mobiliteitssystemen voor collectief personenvervoer en goederenvervoer. Beoogd wordt bij te dragen aan maatschappelijke uitdagingen rondom energietransitie, het verlagen van CO2 en NOx emissies door mobiliteit en transport, alsook aan het verbeteren van het concurrerend vermogen van de Nederlandse economie in de betrokken sectoren door in impactvolle projecten de synergie tussen beroepspraktijk, onderzoek en onderwijs te versterken. Focus De inhoudelijke focus van de SPRONG-groep richt zich op het collectief personenvervoer en goederenvervoer, van voertuigtechniek tot logistieke systemen, met aandacht voor veranderende verdienmodellen. De methodologische focus ligt bij het inzetten van digitale technologie voor multidisciplinair onderzoek en co-creatie met overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Hiertoe wordt een gezamenlijk Virtual Mobility Lab gestart waar onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven samenwerken met behulp van digitale tools, zoals Digital Twins, Business-Proces-Modeling en Technology Impact-Tools. Hiermee is het mogelijk om de impact te bestuderen van (technologische) vernieuwing bij het product op mens en omgeving (en vice-versa) alsook de gevolgen voor de betrokken stakeholders.