This paper reports on the EU-project 'Professionally Networking Education and Teacher Training' (PRONETT). The key objective of the PRONETT project (2001-2004) is to develop a regional and cross national learning community of pre- and in-service teachers and teacher educators supported by webbased resources and tools to collaborate and to construct shared understandings of teaching and learning in a networked classroom. The reasons for the initiative and the design principles of the PRONETT portal offering a virtual infrastructure for the collaboration of participating students and teachers at www.PRONETT.org are presented. The initial pilots carried out by the project partners are described, highlighting the co-ordinating partners activities targeted at contributing to the local realisation of ICT-rich, competence based Teacher Education Provision. Results are reported of the evaluation and implementation efforts aimed at validating the original portal design and collecting information to inspire further project development and implementation strategies. We conclude by summarising the lessons learned and providing recommendations for improved and extended use and further dissemination of the project results and facilities.
Onder invloed van het streven naar hogere onderwijsopbrengsten staat professionalisering van leraren hoog op de agenda van beleidsmakers bij overheid en schoolbesturen. De gangbare visie op professionalisering beperkt zich daarbij vaak tot de instrumentele kant. Wassink en Bakker stellen daar het perspectief van normatieve professionalisering tegenover. Zij betogen dat het van belang is een goede balans te houden tussen beide perspectieven. Ze onderbouwen dit met een casus en leggen de verbinding met de rol van de schoolleider.
Er is steeds meer aandacht voor onderzoek en practoraten in het mbo (Werkagenda mbo, 2023-2027). Geïnspireerd en gestuurd door ontwikkelingen binnen het onderwijs, het werkveld en de maatschappij, kiezen steeds meer mbo-scholen ervoor zelf onderzoek te doen en zich te ontwikkelen als kennisinstelling en onderzoekspartner. Schoolbesturen voelen zich steeds meer eigenaar van de onderzoeksagenda op thema’s die voor het mbo relevant zijn (zie NRO Kennisagenda voor het Onderwijs, 2022). Scholen willen het brede palet van activiteiten, producten en kennis uit onderzoek benutten ten dienste van professionele ontwikkeling en schoolontwikkeling alsmede innovatie van het onderwijs en beroepspraktijk.
Wat maakt dat onderwijsprofessionals willen blijven werken binnen het onderwijs in Utrecht? Vanuit het Utrecht Leert netwerk wordt hier onderzoek naar gedaan. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door academische of masteropgeleide leerkrachten werkzaam op Utrechtse basisscholen, zodat onderzoek en praktijk elkaar direct versterken.Doel De onderzoeksvraag luidt: Wat denken onderwijsprofessionals van de schoolorganisatie nodig te hebben om hun motivatie om in het Utrechtse basisonderwijs te blijven werken te vergroten? De leerkrachten onderzoeken de ondersteunende cultuur en structuur op scholen en de mate waarin in basisbehoeften van leerkrachten en schoolleiders wordt voorzien. Resultaten Een rapportage met beschrijvingen van good practices en overkoepelende inzichten over het behouden van onderwijsprofessionals Kennisdeling met betrokken schoolbesturen via presentaties en een toegankelijk kennisproduct Looptijd 01 februari 2023 - 31 december 2023 Aanpak In een professionele leergemeenschap (PLG) zetten zes academische of masteropgeleide leerkrachten samen het onderzoek op en voeren ze het uit. Ze worden begeleid en gevoed door onderzoekers vanuit de Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht.
Wat maakt dat onderwijsprofessionals willen blijven werken binnen het onderwijs in Utrecht? Vanuit het Utrecht Leert netwerk wordt hier onderzoek naar gedaan. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door academische of masteropgeleide leerkrachten werkzaam op Utrechtse basisscholen, zodat onderzoek en praktijk elkaar direct versterken.
De Gemeente Groningen stimuleert kinderen binnen de Gemeente Groningen tot een actieve en gezonde leefstijl door middel van het sportieve leefstijlproject, BSLIM. BSLIM vormt de paraplu waaronder interventies en een uitgebreid activiteitenaanbod voor met name basisschoolleerlingen i.s.m. scholen, kennisinstellingen en andere organisaties wordt vormgegeven. Met BSLIM wil de Gemeente Groningen kinderen de mogelijkheid bieden hun sportieve talenten te ontdekken en ontwikkelen. De gemeente heeft daarbij als primair doel de structurele sportdeelname van alle kinderen positief te beïnvloeden. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar kinderen die (nog) niet structureel sporten en naar de mogelijke talenten. Een goede bewegingsvaardigheid, passend sport(ief)gedrag en plezierige bewegingservaringen zijn van grote invloed op de mate waarin kinderen nu en later structureel deelnemen aan sport en voldoende blijven bewegen. De gemeente Groningen stimuleert daarom samen met schoolbesturen de ontwikkeling van een goede bewegingsvaardigheid van kinderen middels kwalitatief hoogwaardig bewegingsonderwijs door brede vakdocenten in de BSLIM-wijken.Onderzoeksthema’s 1. BewegingsonderwijsDe kwaliteit van het bewegingsonderwijs in de Bslim wijken wordt onderzocht.a. Het Leerlingvolgsysteem (LVS) dat in 2015-2016 is geïmplementeerd wordt gebruikt om de vaardigheid van leerlingen in de Bslim wijken in kaart te brengen en waar mogelijk te vergelijken met landelijke normenb. Effectiviteit van interventies gericht op de vaardigheid, de beleving en/of het gedrag van leerlingen, waarbij met name oog is voor de (uit zichzelf) minder actieve leerlingenc. Effectiviteit van interventies die gebruik maken van expliciet en impliciet leren binnen bewegingsonderwijs en/of MRT-praktijken2. Tussen gymzaal en sportvereniginga. Monitoring sportdeelname en motieven om wel/niet te sporten en bewegen + analyse van trends en ontwikkelingen in de sportdeelname in de onderzoekswijken. Hierbij wordt een ruim pallet in acht genomen: Van bewegingsonderwijs tot buiten spelen, en van Bslim- en Schoolsportclub activiteiten tot sportdeelnameb. Onderzoek naar de effectiviteit van interventies gericht op actieve pauzes, waarbij met name oog is voor de (uit zichzelf) minder actieve leerlingen c. Onderzoek naar de effectiviteit van interventies gericht op het voor- tussen en naschools aanbod mbt leefstijl en belevingd. Onderzoek naar de effectiviteit van Bslim activiteiten en Schoolsportclub op de sportbelevinge. Uitvoeren van een Pilot mbt de stimulatie van de motivatie voor bewegen van vmbo leerlingen binnen en buiten de gymles3. Structurele sportdeelnamea. Effectiviteit van een interventie gericht op trainers om motivatie van kinderen te stimuleren en daarmee uitval te beperken b. Ontwikkelen en uitvoeren van een toolkit waarmee de koppeling tussen kind en sport optimaal gemaakt wordt en mogelijke talenten geïdentificeerd worden