De relatie tussen schoolloopbanen van jongeren en de buurt waar zij opgroeien is eerder onderzocht in Amerikaans en Europees onderzoek. Hieruit blijkt dat er vooral nog behoefte is aan grootschalig onderzoek waarin gecontroleerd kan worden voor de effecten van de school. Op basis van gegevens over ruim 10.000 Amsterdamse leerlingen uit vier cohorten (2007 tot en met 2010 als instroom- en 2010 tot en met 2013 als uitstroomjaren) uit een databestand van de gemeente Amsterdam is onderzocht of de schoolloopbanen samenhangen met kenmerken van de leerling, de school en het stadsdeel, kijkend naar advisering aan het einde van de basisschool en onderwijsrendement in de onderbouw van havo/vwo. Multilevel-analyses laten zien dat overadvisering bij de overgang van basisschool naar het voortgezet onderwijs niet samenhangt met leerling- en of stadsdeelkenmerken, maar wel vaker voorkomt op basisscholen met een lagere Cito-score-gemiddelde en op 'eenpitters’. Het onderwijsrendement in de onderbouw van havo/vwo-leerlingen hangt consistent samen met sekse van de leerlingen (jongens hebben een lager rendement), overadvies en onderadvies van de basisschool ten opzichte van de Cito-toets, en de mogelijkheid om op de middelbare school af te stromen naar een lager niveau. Ook is er, in twee cohorten, een samenhang met de sociaaleconomische status. Er is geen sprake van consistente verschillen tussen stadsdelen wanneer rekening is gehouden met kenmerken op leerling- en schoolniveau. Leerling- en schoolkenmerken zijn de sterkste voorspellers van schoolloopbanen en stadsdelen zijn daarna geen factor van belang. Deze uitkomsten sluiten aan op de uitkomsten van (inter)nationaal onderzoek naar ‘neighbourhood effects’ die wijzen op relatief bescheiden invloeden van de buurt als we deze afzetten tegen de invloed van leerling- en schoolkenmerken
DOCUMENT
Het hbo is de afgelopen decennia flink gegroeid: steeds meer studenten kiezen voor het hbo, ook als zij al een mbo-diploma hebben. Veel hbo-studenten lukt het echter niet om hun diploma te behalen. Waarom vallen er zoveel studenten uit? En waarom geldt dat voor bepaalde groepen in het bijzonder? Dit artikel beschrijft processen die schuilgaan achter de uitvalcijfers aan de hand van een ketenbenadering. Door het verloop van schoolloopbanen voorafgaand en na de overgang naar het hbo in kaart te brengen, komen enkele knelpunten in de onderwijsketen aan het licht die de uitval onder bepaalde groepen studenten in het hbo in de hand lijken te werken. Het onderzoek toont dat het aannemelijk is dat de studenten die nu besluiten om niet met een studie aan de lerarenopleiding te beginnen de zwakste rekenaars zijn. Anders gezegd, de nieuwe eisen voor de instroom voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis én natuur en techniek maken dat het aandeel sterke rekenaars in de lerarenopleiding basisonderwijs is vergroot.
DOCUMENT