De maatschappij is complex. Op school leiden we kinderen op voor die maatschappij door haar in segmenten te bestuderen: namelijk de schoolvakken. Sinds de vorige eeuw zijn er al pogingen om schoolvakken meer samen te laten werken, in projecten, in geïntegreerde vakken, in leerdomeinen. Dat lijkt niet heel gemakkelijk te gaan, zeker niet bij de gammavakken. Maar eigenlijk weten we over praktijken van samenwerking tussen vakken nog niet veel. In deze publicatie presenteren we daarom achttien verschillende praktijkvoorbeelden. Ook presenteren we een model om op school en in de lerarenopleiding gestructureerd te praten over vormen en mate van samenwerking tussen (gamma)vakken. Dat maakt deze publicatie geschikt voor docenten, studenten aan de lerarenopleiding, lerarenopleiders, trainers en schoolleiders.
DOCUMENT
Met een perspectiefgerichte benadering van onderwijs worden kennis, vaardigheden en houding van leerlingen met elkaar verbonden. In dit hoofdstuk wordt de perspectiefgerichte benadering concreet uitgewerkt voor de moderne vreemde talen.
LINK
In Wat werkt als je samenwerkt - deel 2 staat opnieuw onderzoek naar samenwerking tussen Mens- en Maatschappijvakken centraal. In deze publicatie presenteren we actuele voorbeelden van deze samenwerking, op scholen en lerarenopleidingen. We hebben ook onderzoek gedaan naar factoren voor succesvolle samenwerking. Deze publicatie is geschreven voor docenten die (gaan) samenwerken met docenten van andere M&M-vakken, studenten aan de pabo en lerarenopleidingen, lerarenopleiders en schoolleiders. Deze publicatie is een vervolg op Wat werkt als je samenwerkt uit 2018.
DOCUMENT
Geschiedenis staat alom bekend als een van de mooiste schoolvakken. De hoogste tijd dus dat de LLEARN-podcast een historische spin-off special krijgt: LLEARN from the PAST! In de eerste aflevering van deze reeks spreken Hanneke Tuithof en Thijs Risselada met twee deskundigen op het gebied van het schoolvak Mens & Maatschappij: Jefta Bego, docent bij de Fontys lerarenopleiding in Tilburg en onderzoeker bij de Hogeschool Utrecht, en Milou van Elk, docent bij het Yuverta vmbo Montfoort. Aan bod komen de vormgeving van het vak M&M in het Nederlandse VO, alsmede dilemma’s bij en tips voor het vormgeven van M&M in de dagelijkse lespraktijk.
LINK
Hoofdstuk 10 in J. Duarte, M. Günther-Van der Meij, C. Frijns, & B. Gezelle Meerburg (Reds.), Talenbewust lesgeven: Aan de slag met talige diversiteit in het basisonderwijs
DOCUMENT
Nederland wordt steeds meertaliger, en onze scholen dus ook. De laatste jaren zien we groeiende belangstelling voor het verwelkomen van meertaligheid op school. Scholen hebben vlaggen uit verschillende landen op hun gang hangen, er hangt een meertalige welkomstboodschap op de voordeur, en bibliotheken worden uitgebreid met boeken in andere talen.
LINK
In dit magazine wordt verslag gedaan van onderzoeksprojecten binnen de thema's vakdidactiek, opleidingsdidactiek en Beroepsgerichte Didactiek / Leven Lang Ontwikkelen. Het themagebied Vakdidactiek richt zich op de didactiek van schoolvakken in het voortgezet onderwijs. Het themagebied Opleidingsdidactiek richt zich op de didactiek van het opleiden van studenten in de lerarenopleiding. Het themagebied Beroepsgerichte Didactiek en Leven Lang Ontwikkelen richt zich op de didactiek van het opleiden voor een beroep en op de didactiek voor het ondersteunen van leren in werk en loopbaan.
MULTIFILE
Lerarenopleidingen hebben de verantwoordelijkheid om toekomstige leraren in te wijden in een didactiek die taalontwikkeling integreert in vakken, Taalgericht Vakonderwijs (TVO) genaamd. Met TVO bedoelen we de didactiek waarin vaktaalontwikkeling een expliciet doel is en waar onderwijs wordt gepland dat gerichte taalsteun biedt, vol interactiemogelijkheden zit en contextrijk is (Hajer & Meestringa, 2020). Leraren kunnen dan vervolgens zelf (vak)onderwijs van hoge kwaliteit bieden aan het grote aantal leerlingen in het primair, voortgezet en beroepsonderwijs die ondersteuning behoeven in hun taalvaardigheid bij het leren in diverse schoolvakken. Er ligt dus een taak binnen alle lerarenopleidingen (gericht op de diverse schoolvakken c.q. vakgebieden binnen pabo’s) om een plek en vorm voor TVO te vinden binnen hun curricula. Echter, het is onduidelijk hoe opleidingen deze inbedding van TVO vormgeven. Dit rapport doet verslag van een verkennend en beschrijvend onderzoek (looptijd januari-september 2021) naar de vraag: “In hoeverre is taalgericht vakonderwijs ingebed in de lerarenopleidingen in Nederland?”, in opdracht van het lectoraat Meertaligheid en Onderwijs (HU) en het Platform Taalgericht Vakonderwijs. Om de vraag te beantwoorden werden eerst TVO-experts (n=15) van dertien eerste- en tweedegraadslerarenopleidingen en pabo’s bevraagd aan de hand van een interviewguide. Vervolgens zijn een aantal experts binnen hun opleidingen (n=4) aan de hand van een gespreksleidraad (live of digitaal) bij verschillende vakgroepen nagegaan hoe de inbedding van TVO in verschillende curriculumonderdelen vorm heeft gekregen. Via kwalitatieve data-analyse werd vervolgens in de interviewtranscripten en verkregen schriftelijke input vanuit de gespreksleidraad gezocht naar patronen in antwoorden, alsook naar opvallende verschillen. De rapportage op basis van de verkregen data is ter validering aan alle betrokken TVO-experts voorgelegd. Het belang van taalgerichte vakdidactische competenties van leraren wordt bij de bevraagden breed erkend. In de curricula kent TVO echter geen vanzelfsprekende, structurele verankering en is de mate en wijze van inbedding sterk afhankelijk van individuen en hun beschikbare tijd, prioriteit en expertise. Daardoor fluctueert de positionering van TVO in de verschillende vakken en vakgroepen, en daarmee ook het eigenaarschap. Het gebrek aan een eenduidige opvatting van TVO en taalbeleid, en de vertaalslag hiervan in de verschillende lagen van de lerarenopleiding (taalvaardigheid student, taaldidactiek student, taaldidactiek opleider), is hier mogelijk debet aan. Verder blijkt dat de opname van het thema taal en leren in landelijke beleidsdocumenten onvoldoende stuurkracht genereert om implementatie in het opleidingscurriculum af te dwingen. Op basis van de resultaten zijn de belangrijkste aanbevelingen: 1. Koppel taalontwikkeling binnen vakcontexten krachtiger aan grote beleidsthema’s (binnen de instellingen) zoals (digitale) geletterdheid, inclusie en kansengelijkheid. Dat bevordert agendering op lokaal en nadrukkelijk ook op landelijk niveau. 2. Maak doorontwikkeling van goede praktijken rond het opleiden en professionaliseren van leraren op landelijke onderzoeksagenda’s zichtbaarder. Samenwerking op geprioriteerde vragen kan lokale bevindingen helpen analyseren, good practices in beeld helpen brengen, en curriculumontwerpstudies bevorderen. 3. Zorg landelijk voor meer strategische agendering van TVO, en voor verbinding gericht op kennisdeling en -ontwikkeling van leraren (in opleiding) en hun TVO-bekwaamheden. Het gaat dan om verbinding tussen TVO-experts in instellingen, hun management en andere actoren in de kwaliteitszorg van opleidingen (zoals bijvoorbeeld vakdidactische netwerken).
DOCUMENT
Hoofdstuk 8 in Wat werkt als je samenwerkt - deel 2 In dit afsluitende hoofdstuk worden inzichten en voorbeelden uit deze publicatie gekoppeld aan de uitkomsten van een Delphimethode, een onderzoeksmethode waarbij experts anoniem worden bevraagd, in dit geval over effectieve samenwerking tussen schoolvakken.
LINK
Het lectoraat Werken in Onderwijs is in 2020 gestart tegen een achtergrond van kwantitatieve en kwalitatieve tekorten aan leraren en schoolleiders. Anno 2024 vormen deze tekorten nog altijd een veelkoppig monster. De ervaren werkdruk is hoog en leidt tot uitval, er zijn toenemende zorgen over de kwaliteit van het onderwijs zelf, het werk en ook schoolvakken zijn in voortdurende beweging. Bovendien lopen de tekorten de komende tien jaar nog verder op en zal de in- en uitstroom aan lerarenopleidingen te beperkt zijn om dit op te vangen. Het tekort aan onderwijsprofessionals kan worden gezien als een sluimerende crisis. Het is een gegeven dat onderwijsprofessionals continu met verandering te maken hebben en dat ontwikkelingen in hun werk (zoals het lerarentekort of de vraag hoe vorm te geven aan de onderwijsopdracht) zorgen voor permanente 'schuring' tussen belangen. Op basis van een analyse van onze inzichten en recente ontwikkelingen rondom het werken in onderwijs concluderen we dat het noodzakelijk blijft onderzoek te doen naar dit thema. We houden onze koers vast, maar met scherpere ambities. We formuleren onze nieuwe missie als volgt: met ons onderzoek dragen we bij aan het versterken van het beroep van onderwijsprofessionals in de volle breedte in schoolorganisaties die te kenmerken zijn als leerwerkplekken, waarbinnen wordt samengewerkt gericht op een aantrekkelijk beroep en goed onderwijs. Onze visie is dat praktijkgericht en, waar mogelijk, participatief onderzoek sámen met onderwijsprofessionals en vanuit een systemische kijk (gericht op de lagen van onderwijsprofessionals en schoolorganisatie; met oog voor het waartoe) bijdraagt aan deze missie. Voor onze tweede termijn formuleren we daarom de volgende hoofdvraag: Hoe kunnen (aanstaande) onderwijsprofessionals zich professioneel (blijven) ontwikkelen in schoolorganisaties die fungeren als leerwerkplek voor het realiseren van een aantrekkelijk beroep en kwalitatief goed onderwijs?
DOCUMENT