Already for some decades lateral flow assays (LFAs) are ‘common use’ devices in our daily life. Also, for forensic use LFAs are developed, such as for the analysis of illicit drugs and DNA, but also for the detection of explosives and body fluid identification. Despite their advantages, including ease-of-use, LFAs are not yet frequently applied at a crime scene. This review describes (academic) developments of LFAs for forensic applications, focusing on biological and chemical applications, whereby the main advantages and disadvantages of LFAs for the different forensic applications are summarized. Additionally, a critical review is provided, discussing why LFAs are not frequently applied within the forensic field and highlighting the steps that are needed to bring LFAs to the forensic market.
Keywords: lateral flow assays; forensic investigation; body fluid identification; illicit drugs analysis; explosives analysis
MULTIFILE
Understanding the factors that may impact the transfer, persistence, prevalence and recovery of DNA (DNA-TPPR), and the availability of data to assign probabilities to DNA quantities and profile types being obtained given particular scenarios and circumstances, is paramount when performing, and giving guidance on, evaluations of DNA findings given activity level propositions (activity level evaluations). In late 2018 and early 2019, three major reviews were published on aspects of DNA-TPPR, with each advocating the need for further research and other actions to support the conduct of DNA-related activity level evaluations. Here, we look at how challenges are being met, primarily by providing a synopsis of DNA-TPPR-related articles published since the conduct of these reviews and briefly exploring some of the actions taken by industry stakeholders towards addressing identified gaps. Much has been carried out in recent years, and efforts continue, to meet the challenges to continually improve the capacity of forensic experts to provide the guidance sought by the judiciary with respect to the transfer of DNA.
Reclassering Leger des Heils (LdH) in Eindhoven en Openbaar Ministerie (OM) arrondissement Oost Brabant starten een tweejarig experiment waarin de mogelijkheden voor effectieve(re) vormen van toezicht worden onderzocht. Hiertoe wordt o.a. minder nadruk gelegd op vastgelegde kaders (bijzondere voorwaarden) en meer ruimte gegeven aan de professional om maatwerk te leveren.
Reclassering Leger des Heils (LdH) in Eindhoven en Openbaar Ministerie (OM) arrondissement Oost Brabant starten een tweejarig experiment waarin de mogelijkheden voor effectieve(re) vormen van toezicht worden onderzocht. Hiertoe wordt o.a. minder nadruk gelegd op vastgelegde kaders (bijzondere voorwaarden) en meer ruimte gegeven aan de professional om maatwerk te leveren.Doel Het onderzoek beoogt in kaart te brengen wat de ervaringen zijn van de reclasseringswerkers, het openbaar ministerie, zorgpartners en andere betrokkenen, welke eventuele belemmeringen zich daarbij in de praktijk voordoen en in hoeverre deze werkwijze bijdraagt aan de effectiviteit van het toezicht. Resultaten Door het experiment te volgen willen we inzichtelijk maken of en op welke manier het experiment bijdraagt aan de effectiviteit van reclasseringstoezichten voor reclassenten met meervoudige problematiek en op basis hiervan aanbevelingen doen. Looptijd 01 september 2022 - 31 december 2024 Aanpak Observeren van projectbijeenkomsten van het LdH Interviews op twee momenten met reclasseringswerkers en zorgpartners Interviews met officieren van justitie en rechters Gestructureerde evaluatie met reclassenten Data-onderzoek naar het aantal en aard geadviseerde en opgelegde voorwaarden en aantal en aard aanwijzingen aan reclassenten Literatuuronderzoek
Per jaar worden ruim 80.000 mensen in Nederland opgenomen op een Intensive Care (IC) afdeling. Dit zorgt voor veel angst, stress en machteloosheid bij patiënten en hun naasten. Ongeveer de helft van de patiënten heeft na een IC-opname langdurige en zelfs blijvende klachten op lichamelijk, cognitief, psychisch en maatschappelijk vlak, het Post-Intensive-Care-Syndroom (PICS). Ook familie/naasten ervaren vaak negatieve gevolgen als angst en stress, PICS-Familie. Door familie tijdens de IC-opname te laten participeren kan deze angst en machteloosheid verminderen en hen voorbereiden op een rol als mantelzorger. Momenteel wordt familieparticipatie op de IC zeer gevarieerd toegepast, mede afhankelijk van de individuele verpleegkundige, naaste of omstandigheden van patiënt of afdeling. Om familieparticipatie te stimuleren is in een eerder project een werkwijze/keuzemenu ontwikkeld dat professionals helpt naasten uit te nodigen te participeren. Deze is toepasbaar gebleken voor zowel professionals, naasten als patiënten. Er is echter niets bekend over de effectiviteit en veiligheid van familieparticipatie op de IC. Deze onduidelijkheid en gebrek aan evidence over effectiviteit maakt IC-professionals handelingsverlegen en terughoudend het keuzemenu te gebruiken. Zij hebben gevraagd hen te ondersteunen zodat ze bewezen effectieve handvatten krijgen om familieparticipatie in de basiszorg op de IC in te zetten. Volgens een stepped wedge design wordt op 6 IC’s in Nederland na training het keuzemenu geïmplementeerd. Effectmaten zijn tevredenheid bij familie, patiënten en professionals, veiligheid, patiëntuitkomsten, impact en benodigde tijd. Dit project levert een evidence based werkwijze voor professionals, die getest is op toepasbaarheid, effectiviteit en veiligheid. Daarmee kan familie in een spannende omgeving op de IC participeren in de zorg en wordt de handelingsverlegenheid van IC-professionals om familie daartoe uit te nodigen opgeheven. In dit project werken HAN samen met 6 IC’s in Nederland, de beroepsvereniging voor IC verpleegkundigen, patiëntenorganisatie IC Connect/FCIC en 2 kennispartners. Alle partners verspreiden ontwikkelde kennis en producten via hun netwerk.