Het belang van werkgevers om de duurzame inzetbaarheid van werknemers te verhogen is evident. Een belangrijke determinant van duurzame inzetbaarheid is ervaren gezondheid. Dit project, uitgevoerd onder de vlag van het Interreg-project iAge, beoogde om werknemers te stimuleren tot (meer) gezond gedrag en daarmee tot een hogere ervaren gezondheid door middel van de inzet van sensortechnologie: technologie die de gebruiker ervan in staat stelt om gedurende een langere tijd inzicht te krijgen in en feedback te krijgen over bepaalde fysiologische parameters en/of leefstijl-gedragingen. De inzet van sensortechnologie helpt werknemers door middel van objectieve, betrouwbare feedback op hun gezondheidsgedrag om meer inzicht te krijgen in hun gezondheidsgedrag en meer vertrouwen te krijgen in hun mogelijkheden dit te beïnvloeden. Omdat het van groot belang is om passende doelen op te stellen is het wenselijk een coach in te zetten die de gebruikers van sensortechnologie daarin ondersteunt. Het bedrijf waarin dit project is uitgevoerd is Ateliers Museum Technische Werken in Groningen (www.ateliersmtw.nl). De uitvoering lag bij het lectoraat Arbeidsparticipatie (onderdeel van het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool Groningen) in nauwe samenwerking met het lectoraat New Business en ICT van de Hanzehogeschool en het Quantified Self Institute (www.qsinstitute.org). De deelnemers aan dit project (12) stelden in overleg met een coach vast met welk gezondheidsdomein – fysieke activiteit, voeding, slaap, stress en sociale interactie – zij met behulp van een sensor aan de slag wilden gaan. Negen van hen wilden hun fysieke activiteit in kaart brengen door middel van een stappenteller. Van die negen gebruikten zes een stappenteller van het merk Withings(www.withings.com) en drie een stappenteller van het merk Fitbit (www.fitbit.com). Een van de deelnemers wilde slaappatronen in kaart brengen met behulp van een slaapsensor (Zeo, een sensor gefabriceerd door een bedrijf dat inmiddels failliet is). Twee deelnemers wilden een sensor op het gebied van stress: een Inner Balance en een Emwave2 die de hartslagcoherentie kunnen meten die een indicatie vormt voor ervaren stress (www.hearthmathbenelux.com). Gedurende het gebruik van de sensor voerden de deelnemers drie gesprekken met de coach waarin zij de ervaringen met de sensor en de voortgang van hun doelen met betrekking tot het relevante gezondheidsdomein bespraken. De data van de sensoren wees op een toename van gezond gedrag voor enkele deelnemers. Daarbovenop wezen de resultaten van een gevalideerde vragenlijst (de SF-12) en interviews uit (beide voor- en achteraf afgenomen) dat de deelnemers over het algemeen tevreden tot zeer tevreden waren over het gebruik van hun sensor. Voorts rapporteerden ze hogere niveaus op functionele status, welzijn, fysieke gezondheid en psychische gezondheid. Ook beoordeelden de deelnemers hun fysieke vitaliteit na afloop hoger dan voor aanvang van het project. Door de intervieww kon een aantal succesfactoren vastgesteld worden rondom de eigenschappen van de sensor, de inzet van coaching, de informatievoorziening en de rol van het management. Zo vormt dit project een eerste stap in het onderzoeken van de effectiviteit van de inzet van sensortechnologie in een werksetting ten behoeve van het verhogen van de duurzame inzetbaarheid van werknemers. De uiteindelijke, voorzichtige conclusie luidt dat sensortechnologie in combinatie met een coaching traject leidt tot positieve effecten voor ervaren gezondheid en inzicht en zelfvertrouwen wat betreft het kunnen beïnvloeden daarvan. Naar verwachting leidt dit op langere termijn tot een verhoging van de duurzame inzetbaarheid van werknemers.
DOCUMENT
Het project PreciSIAlandbouw heeft precisielandbouwtechnieken ontwikkeld en gevalideerd op vijf thema's: sensortechnologie, kennis en advies, robotisering, digitalisering, en verdienmodellen. Dit rapport bevat de resultaten van de sensortechnologieën onkruidbestrijding, opbrengstmeting van grasland, vroegtijdige detectie van zoutstress in aardappelgewassen en monitoring van biodiversiteit in de bodem.
DOCUMENT
Het project PreciSIAlandbouw heeft precisielandbouwtechnieken ontwikkeld en gevalideerd op vijf thema's: sensortechnologie, kennis en advies, robotisering, digitalisering, en verdienmodellen. Dit rapport bevat de resultaten van de sensortechnologieën onkruidbestrijding, opbrengstmeting van grasland, vroegtijdige detectie van zoutstress in aardappelgewassen en monitoring van biodiversiteit in de bodem.
DOCUMENT
Na twee jaar met veel studenten te hebben gewerkt aan het project Wireless Sensortechnologie bij Calamiteiten geeft dit boek een overzicht van de activiteiten die zijn uitgevoerd. In 14 deelprojecten verspreid over vier werkpakketten hebben vooral studenten onder leiding van docenten en medewerkers van het Saxion-lectoraat Ambient Intelligence in het Kenniscentrum Design en Technologie van Saxion zich verdiept in een breed scala van onderwerpen. Na een eerste verkenning door middel van literatuurstudie en verkenning van de markt is er gewerkt aan praktische oplossingen van problemen. In de meeste gevallen zijn de oplossingen vormgegeven in echte systemen met de nodige hard-en software. Bij de testen en de experimenten werd duidelijk in hoeverre de oplossing ook echt voldeed als antwoord op de onderzoeksvraag die aan het begin gesteld werd. Alle deelprojecten zijn beschreven en aan het eind van het boek worden de belangrijkste conclusies op een rij gezet.
MULTIFILE
In het SCOUT (Sensoric data Catching Of highly Useful Terabytes) project wordt onderzocht hoe de verzamelde data verkregen door sensortechnologie in de tomatenteelt het beste verwerkt kunnen worden om een bruikbaar eindproduct op te leveren. In deze PowerPoint presentatie worden de belangrijke parameters en indicatoren van telplanten benoemd en wordt de data architectuur van de sensoren op robots en van de centrale controller beschreven.
DOCUMENT
Het project Wireless Sensor Technologie bij Calamiteiten is een samenwerkingsverband tussen Saxion, Thales Nederland (de dochterondernemingen D-CIS Lab en Iseti), Ambient Systems, Ti-WMC, het beveiligingsbedrijf Vigilat, het Regionaal Centrum Criminaliteitspreventie en Veiligheidsregio’s Twente, Noord en Oost Gelderland, Gelderland Midden en Zuid. Dit project wordt ondersteund door de Stichting Innovatie Alliantie (SIA) vanuit het RAAK MKB fonds. Binnen het werkpakket Proximity wordt onderzoek gedaan naar de stand van zaken van indoorlokalisatie. De motivatie voor dit deelproject komt voort uit het streven het risico voor de hulpverlener in actie te verminderen. Elke dag wagen brandweermannen hun leven bij het blussen van branden en het redden van mensen uit brandende gebouwen. Hierbij wil het wel eens gebeuren dat een brandweerman in problemen komt door de gevaarlijke en onoverzichtelijke situatie, de weg kwijtraakt of het contact verliest met zijn collega’s. Op zulke momenten is het moeilijk voor deze brandweerman om zijn collega’s te vinden en andersom is het moeilijk voor zijn collega’s om hem te vinden. Dit resulteert soms in de dood van een of meer brandweermannen. Daarom zal onderzocht worden welke rol technologie kan spelen om de veiligheid van een brandweermannen te verhogen bij de uitvoering van hun taak en wel voornamelijk door het realtime bepalen van zijn locatie en positie in een brandend gebouw. Allereerst zal het probleem behandeld worden, daarna wordt onderzocht welke technieken en technologie er beschikbaar zijn. Deze zullen gewaardeerd worden op basis van de praktijkcriteria: betrouwbaarheid, snelle operationele inzetbaarheid, nauwkeurigheid en kosten. Aan de hand daarvan wordt een onderzoeksvraag geformuleerd. Op basis van geschiktheid van de oplossingsrichtingen zal in het vervolg een prototype ontworpen en gebouwd worden.
MULTIFILE
Tegenwoordig ontstaat er steeds meer belangstelling voor de duurzame inzetbaarheid van werknemers doordat de Nederlandse bevolking aan het vergrijzen is. Deze vergrijzing heeft tot gevolg dat steeds meer werknemers op leeftijd zijn en dat de werkende bevolking de zorglast van de groeiende groep ouderen moet dragen. Door middel van literatuuronderzoek is gezocht naar het vergroten van de duurzame inzetbaarheid in relatie tot de inzet van sensortechnologie. Gebleken is dat in dit verband weinig onderzoek is verricht. De huidige manier om duurzame inzetbaarheid te vergroten bestaat uit het opnemen van afspraken in het CAO. Over captology (het beïnvloeden van gedrag met behulp van technologie) wordt weinig geschreven in de context van duurzame inzetbaarheid. Om meer zicht te krijgen in de mogelijke rol van captology in de duurzame inzetbaarheid, moet meer onderzoek gedaan worden.
DOCUMENT
Smartbot is een majeur INTERREG IVa EDR project dat is geïnitieerd door Kiemkracht, de innovatie alliantie van de Nederlandse Akkerbouw. Smartbot, AgroBot, is de ontwikkeling van een nieuwe generatie precisielandbouw autonome robots die door gebruik van slimme sensortechnologie complexe opgaven zelfstandig kunnen uitvoeren. Het uiteindelijke doel is een generatie landbouwwerktuigen te ontwikkelen die zowel de bodem sparen, een landschap creëren waar de menselijke maat weer terug is en de kwaliteit van gewas en oogst verbeteren zonder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
DOCUMENT
In deze rapportage wordt verslag gedaan van het project “Kunstmatige intelligentie in de Publieke Ruimte”. De Haagse Hogeschool deed, in samenwerking met lokale creatieve ondernemers, onderzoek naar de mogelijkheden en toepassingen van kunstmatige intelligentie in de publieke ruimte. Aanleiding hiervoor was het voornemen van de gemeente Den Haag om zogenaamde Smart City Infrastructuur te realiseren. De gemeente Den Haag heeft, met een consortium van leveranciers van services en infrastructuur, het voornemen om te investeren in de bouw van de zogenaamde Smart City Infrastructuur (SCI). Deze infrastructuur zal bestaan uit “Smart City Hubs”, nog te ontwikkelen WIFI-stations met sensortechnologie, geïnstalleerd in lichtmasten in de publieke ruimte. In dit project is onderzocht welke toepassingen van kunstmatige intelligentie wellicht wenselijk zijn in de context van deze infrastructuur van genetwerken sensoren, wat de technische mogelijkheden zijn en wat kansrijke concepten voor creatieve ondernemers en andere burgers van Scheveningen zijn. Dit project beoogt een kennisimpuls te geven met betrekking tot de wenselijkheden en mogelijkheden van toepassingen van kunstmatige intelligentie in de, nog te realiseren, Smart City Infrastructuur. Het project resulteerde in twee concrete, geëvalueerde prototypes die de waarde en potentie van kunstmatige intelligentie in de publieke ruimte aantonen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/josvanleeuwen/ https://www.linkedin.com/in/arnoldjanquanjer/ https://www.linkedin.com/in/atjylha/
DOCUMENT
Background:Neuropsychiatric symptoms (NPS) are common in affected individuals and can be challenging for (in)formal caregivers. Therefore, they are also referred to as challenging behaviors (CBs). Sensor technology measuring context and behavior can be assistive to effectively manage CBs in an objective fashion. Sensors can help support healthcare professionals, such as nurses, by enabling remote monitoring and alarming on early-stage behavioral changes associated with CBs. This might/ will improve the quality of life (QoL) for both caregivers and clients living in a nursing homes (NH).In the project “MOnitoring Onbegrepen Gedrag bij Dementie met sensortechnologie” (MOOD-Sense), we aim to develop such a monitoring system. Our research focuses on two questions 1) How to develop and implement a monitoring system within the context of nursing homes with parameters on environment, physiology, and behavior, identify and process relevant precursors of challenging behavior with this monitoring system and 2) gain insight in which behaviors are challenging according to nurses and how they are described. This will be represented in an ontology such that sensor data can be translated into the same conceptual information.Methods:The first research question will be examined with a set of experiments in the field (in NH) with an iterative approach. Insights from previous experiments on usability and added value of sensors will be used to improve successive experiments. During each experiment, multiple participants (clients with dementia and CBs) are monitored with both ambient and wearable sensors. For the second research question a qualitative approach is employed, using focus groups (FG) and consensus methods. These FGs will be held amongst nursing staff who are involved in daily care tasks for people with dementia. Subsequently, consensus methods are used to align behavioral descriptors/labels.Results:early findings will be presented at the symposiumDiscussion:Within this project we expect to find precursors of challenging behavior in a personalized fashion based on nurse’s expert knowledge and sensor data. In order to develop a monitoring system that can be embedded within NH’s, real-time alarming, in-situ behavior recognition and trustworthiness are part of our technological requirements. Just-in-time interventions may then be deployed to prevent behavior escalation or the persistence of undesirable situations.
LINK