The purpose of this study was to investigate the influence of body function, activities and pain on the level of activity in adults with Kashin Beck Disease (KBD). Seventy-five KBD patients with a mean age of 54.8 years (SD 11.3) participated. Anthropometrics, range of joint motion (ROM) and muscle strength were measured as well as the time-up-and-go test and functional tests for the lower and upper extremities. Activity was assessed with the participation scale and the WHO DAS II. In the shoulder, elbow, hip and knee joints, a severe decrease in ROM and bilateral pain was noted. A decrease in muscle strength was observed in almost all muscles. The timed-up-and-go test scores decreased. No or mild restriction in activity was found in 35%, and 33% experienced a moderate restriction whereas 32% had severe to extreme restriction. Activities in the lower extremities were mildly to moderately correlated to ROM and muscle strength, whereas in the upper extremities activities were correlated to range of joint motion. Activity was significantly associated with ROM after correction for muscle strength, gender and age. Participation was borderline significantly associated with ROM after correction for muscle strength, gender, age and the activity time-up-and-go. In KBD adults, a severe decrease in activity is primarily caused by decrease in ROM. These findings have strong influence on rehabilitation and surgical intervention.
Daily wheelchair ambulation is seen as a risk factor for shoulder problems, which are prevalent in manual wheelchair users. To examine the long-term effect of shoulder load from daily wheelchair ambulation on shoulder problems, quantification is required in real-life settings. In this study, we describe and validate a comprehensive and unobtrusive methodology to derive clinically relevant wheelchair mobility metrics (WCMMs) from inertial measurement systems (IMUs) placed on the wheelchair frame and wheel in real-life settings. The set of WCMMs includes distance covered by the wheelchair, linear velocity of the wheelchair, number and duration of pushes, number and magnitude of turns and inclination of the wheelchair when on a slope. Data are collected from ten able-bodied participants, trained in wheelchair-related activities, who followed a 40 min course over the campus. The IMU-derived WCMMs are validated against accepted reference methods such as Smartwheel and video analysis. Intraclass correlation (ICC) is applied to test the reliability of the IMU method. IMU-derived push duration appeared to be less comparable with Smartwheel estimates, as it measures the effect of all energy applied to the wheelchair (including thorax and upper extremity movements), whereas the Smartwheel only measures forces and torques applied by the hand at the rim. All other WCMMs can be reliably estimated from real-life IMU data, with small errors and high ICCs, which opens the way to further examine real-life behavior in wheelchair ambulation with respect to shoulder loading. Moreover, WCMMs can be applied to other applications, including health tracking for individual interest or in therapy settings.
Despite Dutch Hospitality industry’s significant economic value, employers struggle to attract and retain early career professionals at a time when tourism is forecasted to grow exponentially (Ruël, 2018). Universally, hospitality management graduates are shunning hospitality careers preferring other career paths; stimulating the Dutch Hospitality to find innovative ways of attracting and retaining early career professionals. Following calls from the Human Resource Management (HRM) community (Ehnert, 2009), we attribute this trend to personnel being depicted as rentable resources, driving profit’’ often at personal expense. For example, hotels primarily employ immigrants and students for a minimum wage suppressing salaries of local talent (Kusluvan, et al 2010, O’Relly and Pfeffer, 2010). Similarly, flattening organizational structures have eliminated management positions, placing responsibility on inexperienced shoulders, with vacancies commonly filled by pressured employees accepting unpaid overtime jeopardizing their work life balance (Davidson, et al 2010,). These HRM practices fuel attrition by exposing early career professionals to burnout (Baum et al, 2016, Goh et al, 2015, Deery and Jog, 2009). Collectively this has eroded the industry’s employer brand, now characterized by unsocial working hours, poor compensation, limited career opportunities, low professional standing, high turnover and substance abuse (Mooney et al, 2016, Gehrels and de Looij, 2011). In contrast, Sustainable HRM “enables an organizational goal achievement while simultaneously reproducing the human resource base over a long-lasting calendar time (Ehnert, 2009, p. 74).” Hence, to overcome this barrier we suggest embracing the ROC framework (Prins et al, 2014), which (R)espects internal stakeholders, embraces an (O)pen HRM approach while ensuring (C)ontinuity of economic and societal sustainability which could overcome this barrier. Accordingly, we will employ field research, narrative discourse, survey analysis and quarterly workshops with industry partners, employees, union representatives, hotel school students to develop sustainable HRM practices attracting and retaining career professionals to pursue Dutch hospitality careers.
De zorgbehoeftes van patiënten met nek- en/of schouderklachten kunnen per persoon verschillen. We onderzoeken of de fysiotherapie verbeterd kan worden door dit te personaliseren en met een online programma te combineren.Doel Het doel van dit project is het verbeteren van de fysiotherapeutische zorg voor patiënten met nek- en/of schouderklachten. Door de vorm en inhoud aan te passen aan de behoeftes van de individuele patiënt denken we de therapie (kosten-)effectiever te maken. We willen dat zoveel mogelijk fysiotherapeuten deze behandeling kunnen toepassen. Daarnaast gebruiken we de kennis uit dit onderzoek in het opleiden van professionals in de gezondheidszorg. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afronding vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 juni 2018 - 01 juni 2023 Aanpak We bieden de fysiotherapeut hulpmiddelen om te bepalen of een patiënt geschikt is voor blended fysiotherapie en om te bepalen hoe de behandeling er dan uit zou moeten zien. Blended fysiotherapie is een integratie van consulten fysiotherapie en een digitaal programma waarmee patiënten thuis aan de slag gaan, zoals het bestaande E- Excercise. Deze zogenoemde gestratificeerde blended fysiotherapie behandeling vergelijken we met gebruikelijke fysiotherapie op (kosten-)effectiviteit. Lees hier het wetenschappelijk artikel dat Mark van Tilburg en collega-onderzoekers erover publiceerden: Stratified care integrated with eHealth versus usual primary care physiotherapy in patients with neck and/or shoulder complaints: protocol for a cluster randomized controlled trial
In Nederland bezoeken ongeveer 30 op de 1.000 inwoners hun huisarts vanwege schouderklachten, waarvan velen een operatie ondergaan. Na deze operaties dragen patiënten gedurende zes weken een sling, wat vaak leidt tot nachtelijk ongemak en pijn. Het “Schouder- en Elleboog Expertisecentrum" in het Deventer Ziekenhuis voert regelmatig panelgesprekken om de nazorg voor schouderoperaties te evalueren. Uit deze gesprekken blijkt dat patiënten consistent slaapproblemen ervaren na de operatie, vanwege het ontbreken van de middelen voor een comfortabele slaappositie, wat als een belangrijke stressfactor wordt benadrukt. Dit KIEM-project streeft ernaar dit probleem aan te pakken door een innovatief, ergonomisch gevormd kussen te ontwikkelen met een geïntegreerde textiele druksensor in nauwe samenwerking met zowel medische professionals als slaapdeskundigen. De druksensorinformatie wordt gebruikt om inzicht te geven in beweging en drukverdeling om zo het ontwerp van het kussen aan te passen naar een gewenste ondersteuning. Bovendien kunnen kussens met behulp van de juiste drukverdeling worden ontworpen voor verschillende slaaphoudingen en lichaamsbouwen. De samenwerking tussen het Deventer Ziekenhuis, Ducky Dons, Auping, Universiteit Twente en het lectoraat S&FT biedt nieuwe mogelijkheden op het gebied van ergonomische kussens voor medische toepassingen. Dit project resulteert in innovatieve slimme textielmaterialen door geavanceerde technologieën te gebruiken in de Saxion laboratoria, samen met de hoogwaardige textielmaterialen van Ducky Dons. Bovendien zal de Universiteit van Twente de data-analyse uitvoeren, wat essentieel is voor het begrijpen van de resultaten en het optimaliseren van slaap comfort. De functionaliteit van de kussens zal ook worden geanalyseerd en getest met behulp van de testfaciliteiten van Auping, waarbij de betrokkenheid van diverse zorgprofessionals van het Deventer Ziekenhuis van belang is. Het beoogde resultaat is het verbeteren van de slaapkwaliteit en de nazorg voor deze patiëntengroep, evenals het potentieel om een bredere doelgroep te helpen met deze op maat gemaakte oplossing.
