© 2025 SURF
Dit najaar zijn de langverwachte nieuwe consensuscriteria voor hetvaststellen van ondervoeding en sarcopenie gepresenteerd. Het gaatom de internationale criteria voor de diagnose van ondervoeding ende herziene Europese consensus over de sarcopenie-definitie en decriteria voor diagnose. Beide worden internationaal gedragen en zullen wereldwijd worden aanbevolen als de nieuwe standaard
DOCUMENT
Dit artikel geeft inzicht in het fenomeen 'verzuring' van spieren door inspanning.
DOCUMENT
RationaleBij bio-elektrische impedantieanalyse (BIA)-metingen wordt doorgaans een paar elektroden dorsaal op de rechterhand geplaatst (positie A) en een paar op de voet. Bij patiënten met kwetsbare huid, littekens of wonden is deze dorsale handplaatsing niet altijd mogelijk. Deze studie vergelijkt de overeenstemming van BIA-metingen bij zeven alternatieve plaatsingen met positie A.MethodeBIA-metingen werden uitgevoerd met de Bodystat-500 met behulp van acht combinaties van handelektroden: op de dorsale zijde van de hand (positie A) of dorsale zijde hand-onderarm (positie B en C); op de palmaire zijde van de hand (positie D) of palmaire zijde hand-onderarm (positie E en F) of gemengd palmair-dorsale zijde van de hand (positie G en H). ICC's werden gebruikt om alle uitkomsten te vergelijken met positie A. Veranderingen in vetmassa ∆FM, vetvrije massa ∆FFM en appendiculaire skeletspiermassa ∆ASMM werden berekend met behulp van de formule van Kyle.ResultatenZeventig gezonde Kaukasische deelnemers werden gemeten: mediane leeftijd 22 jaar, IQR 21-23; gemiddelde BMI 22,8 ± 2,5 kg/m². Elektrodeposities D, G en H toonden een ICC van 0,99-1,00 voor ∆FM, ∆FFM en ∆ASMM, met minimale veranderingen in ∆FFM en ∆FM: 0,1–0,4 kg ± 0,3 kg en ∆ASMM: 0,0–0,2 kg ± 0,2 kg. Metingen op positie B, C, E en F toonden significante en klinisch relevante verschillen met ∆FM en ∆FFM: 3,8–4,0 kg ± 1,1 kg en ∆ASMM: 2,0–2,1 kg ± 0,6 kg, met ICC's van 0,96-0,97.ConclusieAls alternatief voor de typische elektrodeplaatsing op de dorsale zijde van de hand toont deze studie aan dat drie alternatieve plaatsingen uitstekende overeenstemming geven met slechts minimale veranderingen in FFM, FM en ASMM. In de praktijk dient het plaatsen van elektroden op meer proximale posities op de onderarm te worden vermeden. Alternatief bevelen we een gemengde of palmaire elektrodeplaatsing op de hand aan.
DOCUMENT
Grote parkeergarages zijn vaak onderwerp van CFD-simulaties (Computational Fluid Dynamics). Vanwege het overschrijden van de toegestane brandcompartimentsgrootte wordt in die situaties brandventilatie vaak als gelijkwaardige brandbeheersing toegepast. Die brandventilatie wordt vervolgens gedimensioneerd op basis van CFD-simulaties. CFD houdt in dat in een computermodel lucht- en rookstromingen worden gesimuleerd. Het ruimtevolume van de parkeergarage wordt daarbij in kleine volume-elementjes opgedeeld, waardoor een rekengrid ontstaat. Voor elk volumeelementje worden de stromingsvergelijkingen, rekening houdend met de behoudswetten van massa, energie, impuls en impulsmoment, per tijdstapje opgelost.
MULTIFILE
OBJECTIVES: Amplitude-mode (A-mode) ultrasonography is a promising technique to monitor loss and recovery of skeletal muscle in patients with burns. However, its clinimetric properties are unknown. Therefore, we determined its feasibility, interrater, and intrarater reliability, and clinical utility.METHODS: Skeletal muscle thickness of upper arms and legs was assessed longitudinally in hospitalized adult patients with ≥ 5 % total body surface area (TBSA) burns, by pairs of two out of five raters. Feasibility was evaluated by % successful assessments, reliability by intra-class correlation coefficients (ICCs), and clinical utility by smallest detectable change (SDC).RESULTS: Thirty-four patients participated (77 % male; mean age 48 ± 17 y, median TBSA burned 12 % [IQR 7-19]). Images were acquired on 69 % of planned occasions, and 89 % of images could be analyzed. Overall interrater ICCs were ≥ 0.84 (for pairs: 0.63-0.99) and intrarater ICCs were ≥ 0.95 (for pairs: 0.45-0.99). The overall interrater SDC was ≤ 33 % of the measured mean (for pairs: 3-52 %), while intrarater SDC was ≤ 20 % (for pairs: 3-48 %). All five raters could measure legs with moderate to excellent reliability, whereas for arms some demonstrated poor reliability.CONCLUSION: A-mode ultrasonography assessment of skeletal muscle in patients with burns is feasible. However, reliability and clinical utility are rater-dependent; therefore we recommend assessments by the same rater.
DOCUMENT
Naar aanleiding van een Toplezing bij FBEnT van Edwin Vlems (MCB) heeft hij docenten en studenten met vele voorbeelden overtuigend aangetoond dat de massa slimmer is dan een groep deskundigen. Hij verwees ook naar het boek The Wisdom of crowds. Dat is groot nieuws en een wetenschappelijk bewijs voor het nut en belang van een echte democratie.
LINK
Recente contracties van een spier hebben grote invloed op de kracht en het vermogen dat die spier kan leveren tijdens de volgende contractie. Vermoeidheid is hiervan natuurlijk een bekend voorbeeld. Soms zijn de kracht cq. het vermogen na een eerdere contractie niet lager, maar juist hoger, vooral als deze voorafgaande contractie hoog intensief is geweest. In dat geval wordt er gesproken van 'post activation potentiation' (PAP), kortweg potentiatie. Voor de trainer is dit een zeer interessant verschijnsel, omdat bepaalde prestaties wellicht kunnen worden verbeterd door de betrokken spieren direct daaraan voorafgaand kortdurend zwaar te belasten, bijvoorbeeld door middel van een zware krachtoefening.
DOCUMENT
Stilzitten is al jaren de norm in het onderwijs. Voldoende beweging is echter een essentieel onderdeel van een goede gezondheid. In 2017 voldeed 44% van de kinderen (4-12 jaar) en 69% van de jongeren (12-18 jaar) niet aan de beweegrichtlijnen. Volgens de beweegrichtlijnen dienen kinderen en jongeren (418 jaar) dagelijks minimaal één uur tenminste matig intensief te bewegen om de gezondheid positief te beïnvloeden, waarbij minimaal drie keer per week spier- en botversterkende activiteiten worden uitgevoerd. Er is nog geen beweegrichtlijn voor kinderen jonger dan 4 jaar. Springlab, een bedrijf dat bewegend leren wil stimuleren, heeft in co-creatie met professionals in de kinderopvang een interactieve beweegvloer ontwikkeld. Met de beweegvloer wil Springlab een bijdrage leveren aan het terugbrengen van beweging in het leren van jonge kinderen. Er is echter nauwelijks onderzoek gedaan naar het effect van deze interactieve spel-, sport- of leersituaties op de ontwikkeling van hele jonge kinderen.
DOCUMENT