The Hanze University Groningen offers more than 60 different honours programmes for students who want to do more than the regular programme offers them. In these programmes, students are guided to become an excellent professional. Competencies defining an excellent professional were assessed in a previous research by means of focus group discussions and Delphi survey with professionals and experts in the social worker field, resulting in a profile of the excellent social worker consisting of 6 domains. Our aim is to investigate the opinions of the teachers at the faculty Social Work regarding the profile of the excellent social worker. In addition, we aim to explore how teachers recognize, acknowledge and encourage excellence among their students.The Delphi method was used to investigate the opinions of the teachers. All teachers of Social Work Department were invited to fill in a survey giving their opinion on the excellent social worker profile as stated by the professionals. The teachers were asked to choose whether each domain was “essential”, “important but not essential” or “not needed” for an excellent Social Worker. Currently, 35 teachers answered the survey. Teachers agree that the competencies of the profile are essential for an excellent professional, with exception of ‘coaching and supporting your colleagues’. Over 50% of the respondents think that this is important but not essential. More than 90% of the teachers agree that “thinking out of the box” and “having the courage to think of different and innovative solutions” are essential competencies for excellence. In addition, teachers indicated that ethics, internationalization and entrepreneurship are missing in the profile.To conclude, the profile is acknowledged by teachers with broad support. In the next stage of the research, teachers will be asked about how they stimulate these competences by students. The research will be completed in June.
Om complexe maatschappelijke vraagstukken het hoofd te bieden is het een voorwaarde dat professionals op school, in de wijk en rond het gezin goed samenwerken. Dit vraagt om innovatie van de bestaande infrastructuur waarbinnen professionals worden opgeleid. Hierbij is de koppeling met onderzoek, specifiek rondom het thema ‘boundary crossing’, essentieel. Doel Het doel van het project is het creëren en onderzoeken van deze innovatieve opleidings-en professionaliseringsinfrastructuur door het vormgeven van professionele leernetwerken (PLN’s) in Utrecht en Amersfoort. Resultaten Binnen een PLN wordt een leer-en onderzoeksomgeving gecreëerd waarin opleiden, professionaliseren, onderzoeken en innoveren verbonden zijn: Studenten uit het sociaalpedagogisch en educatieve domein werken samen aan complexe vraagstukken en tonen hun leeruitkomsten Opleiders vormgeven de (blended) leeromgeving binnen het PLN Praktijkprofessionals werken binnen het PLN aan de verbetering van hun eigen professioneel handelen Onderzoekers verwerven kennis met betrekking tot boundary crossen en de inhoudelijke vraagstukken waaraan binnen het PLN wordt gewerkt. Podcast Een leven, een verhaal, een kind, maar met bijvoorbeeld de leerkracht, de zorgcoördinator, de psycholoog, de wijkagent, de jongerenwerker, de pedagoog cirkelen er soms wel tien professionals om dat kind heen. Naast natuurlijk de eigen familie en allemaal kijken ze door hun eigen bril. In de serie Bruggenbouwers en Grensverleggers kijken we naar wat de raakvlakken zijn tussen al die professionals en wat ze van elkaar kunnen leren. De serie volgt drie verhalen uit de praktijk waarbij de verschillende partijen betrokken zijn Met deze podcastserie willen we de dialoog op gang brengen over interprofessioneel samenwerken. Looptijd 01 september 2022 - 31 augustus 2025 Aanpak De PLN’s zullen worden ontwikkeld door het uitvoeren van participatief actieonderzoek. Aan de hand van concrete casuïstiek uit de dagelijkse praktijk van professionals (in opleiding) die deelnemen aan het PLN worden, kortcyclisch, de verschillende stappen van actieonderzoek doorlopen. Relevantie Het project levert inzicht op in hoe je op een revolutionare wijze kan kijken naar het opleiden van professionals binnen het educatieve, pedagogische en sociale domein. Downloads en links Cofinanciering Financiering komt vanuit de HU-Profileringsmiddelen (Expertisegebied Samen Lerend).
Door COVID-19 crisis zijn er extra uitdagingen om de verdere doorontwikkeling van het praktijkgerichte onderzoek en de onderliggende infrastructuur en professionalisering kwalitatief en kwantitatief te realiseren. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) zet de IMPULS 2020 middelen in om de rol van het praktijkgericht onderzoek hierin te bestendigen en versterken. Het betreft een academie overstijgende aanvraag. Het beschikbare budget vanuit de regeling bedraagt 550.000 euro en zal in 2021 via twee lijnen worden ingezet: 1. Netwerk- en visievorming Dit richt zich op de versterking van de strategische netwerkvorming en samenhang overstijgend aan de zwaartepunten als focus gebieden voor de samenwerking onderwijs, onderzoek en werkveld (deels is hier aandacht voor de ontwikkeling en samenwerking bij regelingen als SPRONG of MMIP). Dit moet leiden tot het ontwikkelen van een meerjarige roadmap SLIM, SCHOON & SOCIAAL (S3). De regie ligt bij dit deel bij het zwaartepunt management. (Sustainable Energy & Environment (SEE), Smart Region en Health). 2. Professionalisering onderzoeksondersteuning Dit gedeelte betreft het vervolg op het project professionalisering onderzoeksondersteuning en richt zich (in lijn met het nationale project DCC) op de doorontwikkeling van: datastewardship, FAIR data & open access, ICT kennisinfrastructuur en communicatie rondom onderzoek en ondersteuning, verdere ontwikkeling van een Open Science Platform en voorbereiding op een HAN Open Access Fonds. Dit deel zal vanuit Services Onderwijs, Onderzoek en Kwaliteitszorg gecoördineerd worden. Middels deze inzet geeft de HAN een extra stimulans aan de strategische samenwerking en de verdere ontwikkeling van een consistente en herkenbare onderzoeksprogrammering en -ondersteuning.
Een op de drie Nederlanders heeft een chronische aandoening en dat aantal neemt sterk toe bij mensen boven de 75 jaar. De meeste mensen zijn niet zorgafhankelijk maar leven met de gevolgen van chronische gezondheidsproblemen. Dit vraagt andere inrichting van de zorg, waarin aandacht moet verschuiven van behandeling van ziekte en geven van zorg naar aandacht voor functioneren en zelfmanagement. Hierbij gaat het niet alleen om het omgaan met de medische consequenties en behandeling, maar ook om sociaal-maatschappelijke participatie en emotionele uitdagingen. Voor zorgverleners is de opdracht om dit zelfmanagement effectief te ondersteunen lang niet altijd vanzelfsprekend; zij zijn gewend aan de ‘expertrol’ maar worden nu geacht samen met de patiënt / zorgvrager te beslissen en om persoonsgerichte zorg te leveren. Bovendien vraagt het ondersteunen van zelfmanagement en eigen regie bij kwetsbare groepen zoals ouderen met multimorbiditeit, jongeren met chronische aandoeningen, mensen met lage gezondheidsvaardigheden of kwetsbare zwangeren extra aandacht. Ook voor veel mensen zelf – en vooral bij kwetsbare groepen – zijn zelfmanagement en eigen regie niet vanzelfsprekend. De afgelopen jaren is de nadruk steeds meer komen te liggen op het versterken van eigen kracht van burgers. Zelfmanagement en eigen regie worden steeds belangrijker in het omgaan met gezondheid en welzijnsvraagstukken, ook ten behoeve van participatie. Een kanteling naar een zorg- en welzijnsmaatschappij waarin zelfmanagement centraal staat, vergt een cultuurverandering in organisaties en attitude- en gedragsveranderingen bij professionals. Door met lectoren vanuit verschillende hogescholen en domeinen – samen met de praktijk en het onderwijs – aan praktijkgericht onderzoek te werken, wordt optimaal gebruik gemaakt van de expertise en het netwerk van deze lectoren en wordt samenwerking tussen hen bevorderd. De lectoraten zijn naar elkaar aanvullend in expertise waardoor kennis en oplossingen die worden ontwikkeld breed toepasbaar zijn in de praktijk en in de verschillende curricula van de betrokken opleidingen. Tevens worden uniforme definities ontwikkeld en wordt een gemeenschappelijke, (lectoraat)overstijgende benadering ontwikkeld voor het bevorderen van zelfmanagement en eigen regie, ook voor kwetsbare groepen binnen het domein zorg en maatschappelijke participatie. Hierbij kiezen we voor een persoonsgerichte aanpak. Hiermee wordt interprofessioneel samenwerken – zowel in lokale als in landelijke netwerken – gestimuleerd. Dit alles draagt bij aan het beter toerusten van huidige en toekomstige professionals. De initiërende lectoren willen met gezamenlijk praktijkgericht onderzoek bijdragen aan het versterken van het zelfmanagement en de eigen regie van burgers en vooral kwetsbare groepen en aan het goed toerusten van relevante beroepsgroepen. Ze beogen daarbij een langdurige samenwerking, ondersteund door de platformregeling.