De gezondheidswaarde van sport is de afgelopen jaren een prominentere rol gaan spelen in het huidige lokale sport- en beweegbeleid. Met name het bevorderen van een gezonde en actieve leefstijl speelt een relevante rol. Vanwege het groeiend aantal senioren met één of meer chronische aandoeningen in de gemeente Sittard-Geleen, is de beweeginterventie Physical Activity Centre (PAC) opgezet. Senioren met chronische klachten worden binnen PAC persoonlijk en op maat begeleid door studenten van Fontys Sporthogeschool. Hierbij zijn de kwaliteit van deze beweeginterventie en de begeleiding door bewegingsdeskundigen noodzakelijke voorwaarden. Echter dient men bij beweeginterventies ook rekening te houden met zowel de deelnemer (persoon) als de sociale steun en de setting. Daarom wordt er, binnen de methodiek PAC, een sociaal-ecologisch model gehanteerd dat de interactie van deze drie componenten weergeeft. Om deze reden is er binnen dit onderzoek gekozen voor een bundeling van studies op het vlak van persoon (fysieke vooruitgang en motivatie) en sociale steun (gedragsdeterminanten) gekoppeld aan de setting (methodiek PAC). Deze bundeling heeft als doel om inzicht te verwerven in duurzaam en verantwoord bewegen. Studie 1 toonde aan dat PAC naast een positieve invloed op de lichaamssamenstelling, ook een positief effect heeft op zowel spierkracht als cardiovasculair uithoudingvermogen van de deelnemers. Daarnaast bleek uit studie 2 dat deelname resulteert in een verschuiving naar intrinsieke motivatie. Vervolgens gaven deelnemers van studie 3 aan dat de gedragsdeterminanten: (1) positieve cognitieve attitude, (2) sociale steun van een persoonlijke begeleider alsmede (3) modelling en sociale steun van gelijken leidden tot een hoge mate van intrinsieke motivatie om aan PAC te blijven deelnemen. Uiteindelijk blijkt dat de drie componenenten van de keten, namelijk persoon, sociale steun en setting, bijdragen aan het positieve effect op de gezondheid van de deelnemers en aan duurzaam verantwoord bewegen. In de toekomst wordt aangeraden om de interactie tussen deze componenten nog nader te onderzoeken.
LINK
In een sociaal-ecologisch rechtvaardige samenleving komt sociaal werk op voor mensen, groepen en gemeenschappen in een kwetsbare positie terwijl het tegelijkertijd streeft naar herstel en versterken van de natuur. Dit pleidooi vormt een eerste aanzet om sociaal werkers, opleidingen social work, organisaties voor sociaal werk en andere belangrijke betrokkenen aan te moedigen het gesprek hierover te voeren én een bijdrage aan een sociaal-ecologisch rechtvaardige samenleving te leveren. Auteurs: Richard de Brabander (lector Hogeschool Inholland), Josien Hofs (bestuurslid IFSW), Jeanet de Jong (beleidsadviseur BPSW), Christine Kuiper (voorheen Movisie), Maja Ročak (Fontys en Zuyd Hogeschool) en Mariël van Pelt (Fontys Hogeschool en Movisie)
DOCUMENT
Deze publicatie is ontwikkeld door het lectoraat Communicatie, Participatie en Sociaal-Ecologisch Leren (CoPSEL) in samenwerking met partneruniversiteiten als een eindresultaat van het Invest4Excellence project. Het magazine onderzoekt de complexiteit en dynamiek van Living Labs door met een drietal metaforen (koken, reizen en Do-It-Yourself) te reflecteren op Living Labs zowel in Nederland, Europa en daarbuiten.
DOCUMENT
Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector Loes Witteveen aan Hogeschool Van Hall Larenstein, 14 maart 2024. Het lectoraat Communicatie, Participatie en Sociaal-Ecologisch Leren (CoPSEL) werkt aan maatschappelijke vraagstukken rondom natuurlijke en sociale duurzaamheid, werkt sector- en discipline overstijgend met een centrale rol voor communicatie, participatie en leren.
DOCUMENT
De hoofdvraag van dit onderzoek is samen met diverse organisaties binnen het duurzaamheidsdomein ontwikkeld en verwoord als: “Welke creatieve methoden kunnen ontwikkeld worden om de willingness to pay voor duurzame voedingsproducten bij consumenten te verhogen?”
DOCUMENT
There is an increasing awareness that the landscape around cities can contribute significantly to the well-being of urban citizens. Various studies and experiences in the Netherlands and other countries show that the combination of agriculture with care and education has great potential. The number of care farms has increased from 75 in 1999 to 500 in 2005. In urban areas, a diversity of groups can benefit from care farms or other types of social services in the rural area. It concerns among others, people with mental problems, with (chronic) psychiatric demands, with addiction problems, elderly, children with behavior and/or psychological problems and long term unemployed. The city of Amsterdam recognizes the unique and valuable qualities of the rural area and its potential for the well-being of its citizens. In and around Amsterdam various organizations have initiated innovative projects that connect urban demands with agricultural entrepreneurs. A transition to a new kind of agriculture and landscape contributing to health and well-being of urban citizens is possible.
DOCUMENT
Chapter 3 describes the need for T-shaped Sport, Physical Activity and Health professionals. The authors de Jong and Skovgaard give insights on how to stimulate exercise and physical activity behaviour and counter sedentarism from a socioecological perspective. This perspective considers the complexity and systems thinking necessary to promote an active lifestyle for health. Furthermore, recommendations for a T-shaped Sport, Physical Activity, and Health professional that is educated in real-life situations (“Living Labs”) are made. From inside the classroom to outside in practice, the approach is a more congruent way of experiencing and learning how to deal with complex Sport, Physical Activity and Health challenges.
DOCUMENT
Dit liber amicorum, is geschreven door collega’s uit Nederland en elders in de wereld, ter ere van Frank de Jong, een zeer gewaardeerde lector van Aeres Hogeschool Wageningen, tevens hoogleraar aan de Open Universiteit. Frank was een van de eerste lectoren binnen Aeres Hogeschool en hij heeft bijgedragen aan en invloed gehad op de ontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek binnen de faculteit in Wageningen en Aeres Hogeschool als geheel. Frank bestierde twee lectoraten: Responsief onderwijs én Kenniscreatie en ecologisch handelen. Het individu dat leert in een bepaalde context (sociaal of cultureel) staat centraal in zijn denken. Gandhi schreef eens dat ‘je zelf de verandering moet zijn die de wereld wil zien’. Hij benadrukte daarmee dat samen werken, samen leren en samen creëren start bij hetindividu. We moeten dus eerst zelf omarmen en belichamen wat we willen leren enontwikkelen. Dat typeerde Frank als lector. Hij probeerde te belichamen wat hij zelf onderzocht. Dat bleek een zoektocht. Een zoektocht waarin Frank zijn toehoorders soms bijna dwong om zijn gedachtegoed te omarmen. Ook als academic director van de Master Leren en Innoveren had hij invloed op de wijze waarop er geleerd werd. Met succes: de master is al jaren een topopleiding. Het beeld dat uit het liber amicorum naar voren komt, is dat van een hardwerkende, doelgerichte en vooral verbindende collega. Frank weet wat hij wil en kan daarin overtuigend zijn. Het spiegelt ook zijn vermogen om onderwijs, onderzoek en verschillende kennisdomeinen met elkaar te verbinden. Het is onze oprechte hoop dat dit boek niet alleen een eerbetoon aan Frank is, maar ook een bron van inspiratie voor professionals die geïnteresseerd zijn in hoe het individu leert en hoe kennis tot stand komt.
DOCUMENT
"In het kader van het Programma Samenwerking DJI-3RO zijn zomer 2019 onder de noemer ‘Effectieve Praktijken’ experimenten gestart in negen verschillende Penitentiaire Inrichtingen (Heerhugowaard, Nieuwegein, Roermond, Schiphol, Veenhuizen, Vught, Zaanstad, Zutphen, Zwolle). Daarnaast startte in januari 2020 het project ‘Selectie Ondersteunend Model (SOM)’ in twee andere Penitentiaire Inrichtingen (Arnhem, Sittard). Doel van beide initiatieven is het betrekken van de specifieke expertise van de reclassering om re-integratietrajecten voor gedetineerden te versterken en terugval in delinquent gedrag te helpen voorkomen. Het (intensiveren van het) samenwerken met gemeenten en met andere ketenpartners ligt hierbij voor de hand. Hogeschool Utrecht (HU) heeft van september 2019 tot en met juni 2021 onderzoek gedaan naar de experimenten binnen het project Effectieve Praktijken en van februari 2020 tot en met juni 2021 naar de ontwikkeling van het SOM. Dit rapport (deel 2 van ‘Binnen beginnen om buiten te blijven’) bevat een uitgebreide beschrijving van de experimenten in alle elf PI’s. Er is zoveel als mogelijk dezelfde structuur aangehouden in het beschrijven van de wijze waarop de experimenten zijn georganiseerd en de wijze waarop ze vorm hebben gegeven aan het gezamenlijk werken aan re-integratietrajecten voor gedetineerden."
DOCUMENT