De Zuid-Limburgse bevolking heeft een sociaal-economische achterstand vergeleken met de rest van Nederland (Jansen & Meisters, 2018). Volgens Jansen & Meisters (2018) is in Limburg al enig tijd sprake van achterstanden in onderwijs, gezondheid en arbeidsparticipatie. Onder de potentiële Limburgse beroepsbevolking zijn relatief veel mensen zonder werk (Künn & Poulissen, 2019). Het meerjarenprogramma 4Limburg wil een bijdrage leveren aan het verkleinen van deze sociaal-economische achterstand (4-Limburg.nl, 2020). De betrokken partijen willen dit bereiken door de arbeidsparticipatie én de vitaliteit in Limburg naar een hoger niveau te tillen. Een van de Zuid-Limburgse gemeenten met een relatief lage arbeidsparticipatie is de gemeente Heerlen. In 2019 heeft het ROA de omvang van de risicogroepen in deze gemeente in kaart gebracht. Hieruit kwam naar voren dat één op de drie inwoners van de gemeente Heerlen in de leeftijd van 15-67, met of zonder een arbeidsongeschiktheids-, werkloosheids- of bijstandsuitkering, niet actief is op de arbeidsmarkt. Ook toonde dit onderzoek aan dat de Heerlense wijken duidelijk verschillen in het percentage van inwoners met een uitkering (Künn & Poulissen, 2019).
In het najaar van 2015 heeft het bestuur van de Vereniging Hogescholen de werkgroep gevraagd advies uit te brengen over kwaliteitscriteria voor praktijkgericht onderzoek en het lectoraat.
Alle studenten van alle Nederlandse lerarenopleidingen leren onderzoek te doen. Lerarenopleiders beschouwen het kunnen doen van onderzoek als een belangrijke bekwaamheid voor leraren (in opleiding). Daarbij zijn er aanzienlijke verschillen in opvattingen tussen opleiders, bijvoorbeeld als het gaat over de functies van onderzoek door leraren in opleiding voor de schoolpraktijk. Die verschillen zijn te herkennen in de uitgangspunten en doelstellingen van het onderzoek: in sommige gevallen staat de uitbreiding van academische kennis centraal, maar meestal gaat het om het beantwoorden van vragen vanuit de onderwijspraktijk of wordt onderzoek gebruikt als leerstrategie. In dit artikel worden vier typen onderwijsonderzoek onderscheiden die ik aanduid als actieonderzoek, praktijkonderzoek, gezamenlijk onderzoek en sociaalwetenschappelijk onderzoek. Over die benamingen is overigens discussie mogelijk: verschillende auteurs gaan uit van verschillende definities. De betekenissen die hier worden toegekend aan de verschillende beschreven onderzoekstypen komen voort uit de opleidingspraktijk van Fontys Lerarenopleiding Tilburg. Om een indruk te geven van de manieren waarop verschillende onderzoekstypen bijdragen aan ontwikkeling van onderwijspraktijk, worden drie voorbeelden van studentonderzoeken, zoals uitgevoerd door leraren in opleiding, uiteengezet. Naar aanleiding van deze voorbeelden worden enkele conclusies geformuleerd over de kracht van de verschillende onderzoekstypen. Voorafgaand aan de beschrijving van de studentonderzoeken worden hieronder allereerst de vier in dit artikel onderscheiden onderzoekstypen beschreven en vergeleken.
Zorgrobot Paro is de meest gebruikte zorgrobot van Nederland. Deze sociale robot in de vorm van een zeehondpup helpt mensen met dementie te activeren en biedt tal van therapeutische mogelijkheden die de kwaliteit van leven van ouderen verbeteren. Zorgprofessionals hebben echter ook zorgen over Paro. De vacht van Paro wordt gezien als onhygiënisch en daarmee als potentiele bedreiging voor kwetsbare ouderen. De Japanse fabrikant van Paro stelt dat Paro een anti-bacteriële coating heeft gehad en daarmee veilig is. Het bewijs hiervoor is echter onvoldoende en in de praktijk overtuigt dit zorgprofessionals niet, wat de implementatie en het gebruik van Paro in de alledaagse zorgpraktijk in de weg staat. Wat nodig is, is praktijkgericht onderzoek naar de hygiëne van Paro: Hoe wordt Paro gebruikt in de dagelijkse zorgpraktijk en hoe draagt dit gebruik bij aan de verontreiniging van Paro? Hoe meten we de potentiële verontreiniging, in welke mate is Paro verontreinigd en is die gevonden microbiële flora gevaarlijk voor kwetsbare ouderen? En hoe kunnen we met deze kennis een stap zetten naar een betere hygiëne van Paro in de toekomst? Om dit onderzoek te kunnen uitvoeren werken de Avans-lectoraten Active Ageing (sociaalwetenschappelijk onderzoek naar ouderen) en Analysetechnieken in de Life Sciences (microbiologische onderzoek) samen met twee werkveldpartners: Focal Meditech, de leverancier van Paro in de Benelux en Alpheios, ontwikkelaar en leverancier van schoonmaakproducten voor de zorg. Het project zal gemanaged worden vanuit het lectoraat Active Ageing dat ruime ervaring heeft met interdisciplinaire projecten op het breukvlak van sociale wetenschappen en techniek. Het project zal een methode opleveren voor de detectie van de microbiële flora van de Paro, (vak)publicaties over hygiëne en robotica, advies voor de verbetering van hygiëne in het dagelijks gebruik en mogelijk een onderzoeksvoorstel voor nader onderzoek.
Gedragsverandering is een actueel onderwerp: jongeren moeten minder drinken, autorijders voorzichtiger rijden, medewerkers stressvrijer werken. Door vanuit een vijftal verschillende invalshoeken, de vijf gedragslenzen, te kijken naar deze vraagstukken, is het mogelijk om gezonder, veiliger en duurzamer gedrag te ontwerpen. Doel Tijdens het 'Touchpoints’ project is er een theoretisch model ontwikkeld, het Persuasive by Design model. Hieruit is een methodiek ontwikkeld die het gedragsperspectief toepasbaar maakt in een ontwerpproces voor ontwerpprofessionals en ontwerpstudenten; de Behavioural Lenses (Gedragslenzen) Toolkit. Deze is ontwikkeld door gedragswetenschappers in samenwerking met de ontwerpbureaus Ideate, Panton, DIG, Greenberry, IJsfontein en GainPlay. De Gedragslenzen beslaan 5 lenzen die vijf aspecten van gedragsverandering omvatten: Gewoonten en Impulsen Weten en Vinden Zien en Beseffen Willen en Kunnen Doen en Blijven doen Resultaten Deze methodiek is al in een groot aantal cases met succes toegepast. Ook is de werking van de toolkit bestudeerd in een aantal wetenschappelijke studies: Hermsen, Renes & Frost, 2014; Hermsen et al., 2015, 2016; Van Essen, Hermsen, & Renes, 2016; Ploos van Amstel et al., 2017). Enkele voorbeelden van cases: Waterbox: Stimuleren van water drinken bij jonge kinderen van ouders met een lage SES. (Ideate) Solace: Wat is het lange termijneffect van een chronisch pijnprogramma en zijn er strategieën te ontwikkelen om terugval te voorkomen? (lectoraat Co-Design) AllerGOGO: Kinderen leren welke hooikoorts klachten ze hebben en welke medicatie hiertegen helpt (Panton) Afval in de hoogbouw: inzicht te krijgen in de gedragsbepalende factoren bij het al dan niet scheiden van afval door de doelgroep. (DIG) Wijkgerichte energietransitie: bewoners te ondersteunen in het nemen van energiebesparende maatregelen (Ideate) Looptijd 01 januari 2021 - 01 januari 2025 Gedragslenzen Toolkit bestellen De toolkit ‘The Behavioural Lenses’ is verkrijgbaar via het lectoraat CO-Design en kost €39,95 (inclusief btw en verzendkosten). Om de toolbox te bestellen vragen wij je om dit formulier te downloaden en ingevuld te mailen naar co-design@hu.nl Je krijgt dan van ons zo snel mogelijk een toolbox opgestuurd. De basistoolkit bestaat uit de volgende tools: De publicatie Ontwerpen voor gedragsverandering door Sander Hermsen en Reint Jan Renes biedt creatieve professionals tips en concrete handvatten voor het ontwerpen van effectieve persuasieve interventies, uitgaande van relevante en onderbouwde kennis uit de psychologie en aanverwante disciplines. De publicatie is gebaseerd op het gedragsmodel ‘Persuasive by Design’. Renes & Hermsen geven een helder overzicht van relevante theorie, direct toegepast in relevante voorbeelden en uitgewerkt in een breed scala aan strategieën om gedrag te veranderen. Het gedragsmodel ‘Persuasive by Design’ is ontwikkeld door Sander Hermsen en is gebaseerd op een breed scala aan sociaalwetenschappelijk onderzoek. Het biedt handvatten voor het ontwerpen van persuasieve interventies, gebaseerd op relevante inzichten uit gedragswetenschappen. ‘Persuasive by Design’ bevat drie basisprincipes en stelt ontwerpers in staat bestaande concepten te evalueren en interventies zodanig vorm te geven dat de autonomie van gebruikers wordt vergroot. Ook biedt het model de mogelijkheid om de analyse van doelgroepen en hun gewenste gedrag gestructureerd op te zetten. ‘The Behavioural Lenses’ –ofwel gedragslenzen- helpen designers en multidisciplinaire teams om scherper zicht op gedrag van de doelgroep te krijgen bij ontwerpen voor duurzaam en gezond gedrag. De verschillende ‘lenzen’ uit deze tool geven onder andere inzicht in hoe je automatische facetten van gedrag kunt beïnvloeden, hoe je doelgroep tegenover het doelgedrag staat en wat de motivatie van de doelgroep is. Gedragslenzen Workshop Wil jij of jouw organisatie hier meer van weten? Er zijn verschillende mogelijkheden zoals een workshop of een inspirerende lezing. In de workshop leer je aan de hand van The Behavioural Lenses gedragsdoelstellingen van jouw organisatie, afdeling of product scherp te maken en te vertalen naar interventies. Deze workshop is bedoeld voor iedereen die een (concept) idee heeft voor een gedragsveranderende dienst of daar in de toekomst iets mee wil gaan doen.Heb je interesse in de mogelijkheden? Stuur een mail naar anita.vanessen@hu.nl. Dan bekijken we samen wat we voor je kunnen betekenen. Relevantie De Gedragslenzen worden gebruikt door de ontwerppraktijk en het onderwijs. De ‘creatieve coalitie voor gezondheid' is een samenwerkingsverband van 6 ontwerpbureaus (Ideate, DIG, Panton, IJSfontein, GainPlay en Greenberry). Deze bureaus werken elk op hun eigen wijze met de gedragslenzen toolkit in ontwerpprojecten. Opleiding CMD (Communicatie en Multimedia Design, HU) gebruikt de gedragslenzen in het vak ‘Persuasive Communication’, ‘Studios', en in het afstuderen. Cofinanciering De gedragslenzen zijn ontwikkeld in met cofinanciering vanuit het SIA RAAK project ‘Touchpoints’.
In onze moderne samenleving moeten burgers zich verhouden tot ingewikkelde vraagstukken waar natuurwetenschappelijke kennis aan ten grondslag ligt, maar waarbij ook burgerschapsaspecten een rol spelen, zoals gezondheid en duurzaamheid. Echter, mensen blijken slecht in staat om beschikbare kennis te evalueren en te interpreteren en 25% van de mensen is sceptisch over wetenschap. Deze situatie stelt het onderwijs voor een serieuze uitdaging. In de praktijk op zowel de basisschool als in het voortgezet onderwijs is het bijbrengen van kennis en vaardigheden als redeneren met wetenschappelijk bewijs en argumentatie over (burgerschaps)waarden niet vanzelfsprekend. De onderwerpen zijn complex en docenten hebben weinig handvatten om hun onderwijs hierin vorm te geven. In de lerarenopleidingen van de natuurwetenschappelijke vakken is er beperkt plek voor de didactiek die zich richt op het ontwikkelen van burgerschapsvaardigheden in combinatie met kennis over hoe wetenschap werkt. In het voorgestelde onderzoek wordt op basis van ‘concept cartoons’ een didactisch instrument ontwikkeld dat bijdraagt aan het oplossen van deze problematiek. Concept cartoons blijken redeneervaardigheden van leerlingen te kunnen stimuleren en aan te zetten tot discussie. In het postdoc-onderzoek wordt de basisvorm van concept cartoons uitgebreid tot een interactieve applicatie die het groepsgesprek reguleert en die middels eenvoudige kennisrepresentaties leerlingen ondersteunt bij het zelfstandig creëren en doordenken van hun argumentatie. Tevens wordt de effectiviteit van dit nieuwe instrument onderzocht. Middelen om leerlingen (deels) zelfstandig te laten werken aan hun kennis, wetenschappelijke redeneervaardigheden en burgerschapsvaardigheden voorzien in een belangrijke als ook omvangrijke behoefte in het onderwijs. Het in dit onderzoek ontwikkelde instrument zal op eenvoudige wijze kunnen worden gebruikt door docenten en zorgt daarmee voor inbedding in het curriculum. Dit bevordert de ontwikkeling van leerlingen naar wetenschappelijk geletterde burgers die in staat zijn onderscheid te maken tussen wetenschappelijke argumenten en normatieve overwegingen en daarover met elkaar in discussie te gaan.