In de Afrikaanderwijk op Rotterdam-Zuid wordt een hele buurt gesloopt. Niet vanwege de slechte huizen, maar de bewoners zijn te arm. Op de vrijkomende grond worden dure koopwoningen, vrije vestiging, gebouwd, veelal voor koopkrachtige mensen van buiten Rotterdam. De sloop van in goede staat verkerende, sociale huurwoningen zal de bevolkingssamenstelling van buurten veranderen.
LINK
Uit het rapport: "De opgave voor sociale woningbouwrenovatie in Nederland is enorm. De woningen moeten na renovatie veel energiezuiniger zijn. Maar corporaties en bewoners willen de renovatie snel, van hoge kwaliteit, duurzaam, goedkoop en met weinig overlast. De bouwsector heeft grote moeite om aan deze verwachtingen te voldoen zeker nu een tekort aan gekwalificeerde arbeid dreigt. De bouwbedrijven hebben de afgelopen jaren niet stilgezeten. Bouwbedrijven passen lean-principes toe en de realisatie van sociale woningbouwprojecten is duidelijk beter onder controle. Maar het proces voorafgaand aan de realisatie van de sociale woningbouwrenovatie (het voortraject) is vaak verre van optimaal. Actoren in dit voortraject geven aan dat er sprake is van miscommunicatie, late wijzigingsvoorstellen, gebrekkige sturing en omissies. Het gevolg is dat de bouwpartijen in het voortraject van sociale woningbouwrenovaties relatief veel kosten maken, het voortraject lang duurt en niet optimaal is. Lectoraten van HU en HAN beantwoorden samen met opleidingen en bedrijfsleven de vraag: Hoe kan het voortraject van sociale woningbouwrenovatieprojecten efficiënter en effectiever gemaakt worden vanuit een algemene procesaanpak (toolbox) inclusief bijbehorend procesinstrumentarium (tools) die naar gelang de situatie flexibel kan worden ingezet? De onderzoeksmethodologie in het project is 'design research' met daarin onderscheid tussen de praktijk- en kennisstroom. In de praktijkstroom vinden praktijkanalyses en experimenten/interventies bij 9 sociale woningbouwprojecten plaats. De experimenten/interventies zijn gericht op het beheersen van kritieke succesfactoren. Dat vormt de input voor de kennisstroom, casevergelijkend onderzoek, waaruit generieke kennis volgt over het beheersen van het voortraject van sociale woningbouwrenovatieprojecten. Met de toolbox geven de ketenpartners van sociale woningbouwrenovatie projectspecifiek invulling aan de beheersing van het voortraject. De toolbox omvat communicatie-, taak- en verantwoordelijkheidsstructuren en middelen (checklisten, informatiebronnen, analysemethoden) die nodig zijn voor het beheersen van onderdelen die bepalend zijn voor het succes van het voortraject. Het project biedt hiertoe een aanpak en de benodigde tools, ofwel de 'lean project preparation toolbox'."
Ons RAAK publiek project (RAAK.PUB06.025) richt zich op de werkwijze van stadslabs. In steden ontstaan steeds vaker coalities waarin wijkprofessionals samen met burgers, onderzoekers en lokale ondernemers werken aan innovatieve lokale oplossingen. Onder wijkprofessionals worden professionals verstaan die op strategisch (beleid) en/ of operationeel (frontlijnwerkers) niveau vanuit de gemeente of maatschappelijke organisaties aan de stad werken. De centrale onderzoeksvraag van het RAAK publiek onderzoekstraject, uitgevoerd door de HHS, HvA, HU en InHolland. is: Op welke manier kunnen stadslabwerkwijzen worden vormgegeven en ingezet zodat ze bijdragen aan een betere omgang met complexe stedelijke opgaven? COVID-19 heeft het werken binnen stadslabs bemoeilijkt, doordat bijeenkomsten niet meer in de fysiek ruimte kunnen plaatsvinden. Daarmee zijn stadslabsessies, waar alle stakeholders van een stadslab voor kennis- en ideeën uitwisseling samenkomen, weggevallen. Ook is een deel van de informele feedback, onderzoekers die in de wijk live met bewoners en gemeente in gesprek gaan, weggevallen. Tot slot is het nog moeilijker geworden om de minder goed bereikbare groepen te benaderen, waar onderzoekers voorheen gericht de wijk in konden gaan om met bijvoorbeeld bewoners uit sociale huurwoningen te spreken. Daarom vraagt de Haagse Hogeschool de RAAK Impuls aan: met de aanschaf van de online tool Panel, ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam, kan het consortium een platform bieden waarop alle stakeholders interactief met het stadslab aan de slag kunnen. De tool is gebaseerd op een wetenschappelijke methode en biedt tevens een omgeving waarin alle stakeholders gelijkwaardig zijn, doordat deelnemers de informatie zelf kunnen analyseren. Dit principe van gelijkwaardigheid is de grondslag voor de stadlabs en past daarom goed bij het digitaal voortzetten van de stadslabs in tijden van de pandemie. Tot slot kunnen de onderzoekers gezamenlijk in de tool werken, waardoor analyse transparant is en zo de kwaliteit van het onderzoek goed gewaarborgd blijft.
Mensen met een middeninkomen hebben moeite hun woonwensen te realiseren. Woningcorporaties mogen geen huizen bouwen voor deze groep en voor projectontwikkelaars is dit onaantrekkelijk, omdat zij op duurdere huizen meer winst kunnen maken. Daarom worden op diverse plaatsen coalities van partijen gevormd die in tegenstelling tot projectontwikkelaars het maatschappelijk belang van het realiseren van huisvesting voor de middeninkomens willen laten prevaleren boven winstmaximalisatie. Binnen deze coalities werken gemeenten samen met bijvoorbeeld (mkb-)bedrijven zoals Rizoem. Rizoem gaat samenwerkingsverbanden aan om eigen innovatieve huisvestingsplannen uit te voeren en ondersteunt ook samen met de gemeente Groningen groepen burgers bij trajecten met Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). Een CPO-traject is momenteel echter vooral haalbaar voor hoogopgeleide initiatiefnemers met voldoende tijd en geld. Daarom zoeken Rizoem en de gemeente Groningen naar nieuwe coalitiemogelijkheden en organisatie- en financieringsmodellen om de woonwensen van middeninkomens te vervullen, inclusief een stappenplan om deze modellen toe te passen. Hiertoe willen Rizoem en de gemeente ook meer inzicht in de knelpunten die middeninkomens tegenkomen die zelf huisvesting willen realiseren via bijvoorbeeld een CPO-traject en de ondersteuning die zij nodig hebben. Hoewel ook diverse andere mkb-bedrijven en overige partijen zich richten op innovatieve huisvestingsvormen voor middeninkomens, is hier momenteel geen overzicht van. Daarom worden binnen dit project zowel bestaande innovatieve samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen voor huisvesting voor middeninkomens geïnventariseerd als nieuwe ideeën ontwikkeld voor coalities en modellen, inclusief een stappenplan voor het toepassen van deze modellen. Tevens wordt nader onderzocht wat voor knelpunten middeninkomens ervaren die zelf huisvesting willen realiseren, hoe zij die kunnen oplossen en welke ondersteuning zij hierbij nodig hebben. Het project wordt uitgevoerd door middel van desk research, interviews, drie expert sessies en een slotbijeenkomst. De ontwikkelde kennis wordt breed gedeeld via o.a. Platform GRAS, Platform31 en het lectorenplatform Stad en Wijk.
In sociaal economische wijken is hittestress een groot probleem. Vaak lukt het bewoners niet om hieraan zelf wat te doen. Hittestress kan voorkomen worden door maatregelen binnenshuis (bijv. zonnewering en isolatie) en buitenshuis (bijv. vergroening), maar voor deze investeringen is bij bewoners vaak geen geld beschikbaar. Buiten hittestress leidt warmere lucht door opwarming van de aarde tot meer en grotere neerslag extremen. In versteende wijken kan dit snel tot extreme wateroverlast leiden, waardoor wegen onbegaanbaar worden en wijken slechter bereikbaar zijn voor hulpdiensten. In dit project wordt onderzoek gedaan naar de inzet van een modulair wateropslagsysteem, als basis voor een slimme, ‘groene’ overkapping om het binnenklimaat van sociale huurwoningen te verbeteren. Er wordt onderzocht hoeveel deze overkapping voorzien van een groen dak, of van een lamellen systeem voor regeling van schaduwwerking / daglichttoetreding kan bijdragen aan het voorkomen van een te hoge binnentemperatuur. Er wordt gekeken of het water uit de waterberging het huis actief kan koelen en hoe een slim sensorsysteem het binnen- en buitenklimaat kan koppelen om het leefklimaat van de bewoner te optimaliseren; tevens wordt het gebruik van dit water voor de bewatering van de tuin of de waterhuishouding van een huis onderzocht. De slimme sensor wordt ook ingezet als grote extreme neerslag verwacht wordt, zodat de buffers geleegd kunnen worden om de piek van de neerslag te kunnen afvlakken. Er wordt in kaart gebracht of het systeem het beste van circulaire materialen gemaakt kan worden of dat het systeem als module herbruikbaar is. Door de betrokkenheid van de hele keten (van ontwikkelaars tot onderhoudsbedrijf en woningbouwcoöperatie als eindgebruiker) met invloed op de sociale woningbouw kan in sociaaleconomisch armere wijken op deze manier grote impact gemaakt worden. Dit project is een samenwerking van Zark Ontwerpbureau, Eco-Makelaar, Lentekracht, De Variabele, Wonion, Iconica en Saxion-lectoraat International Water Technology.