full text via link. In 90% van de gemeenten wordt gewerkt met sociale wijkteams. Wat acht jaar geleden begon met een bloembol in Leeuwarden kleurt nu het sociale beleid in heel Nederland. Of moeten we zeggen dat Nederland is overwoekerd? De twijfels over de effectiviteit zijn groot, maar er is een enorme groep mensen die zich verbonden heeft aan deze oplossing en hoopt dat we nog voldoende aan kunnen sleutelen om de resultaten te verbeteren. Klaas Mulder denkt dat we beter even flink kunnen zijn en de stekker eruit moeten trekken.
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Door heel Nederland worden sociale wijkteams ingevoerd om de sociale transformatie in gemeenten gestalte te geven. Het gaat hierbij niet alleen om een verandering in beleid of om het opnieuw en anders te organiseren van het werk, maar ook om een verandering in denken en doen. Essentieel is dat leden van deze teams betekenis geven aan de transformatie, en deze toepassen in hun werk en beroepsmatig handelen. Gesproken wordt van een “cultuurverandering’die te bereiken is wal wijkprofessionals reflectieve praktijken ontwikkelen waarbij ze leren van de nieuwe werkelijkheid.
Werken in sociale wijkteams vraagt om integrale aanpak van professionals die zowel wat betreft niveau (mbo/hbo/wo) als vakinhoud (zorg/onderwijs) diverse achtergronden hebben. Daarvoor zijn zowel vakspecifieke competenties nodig, alsook vaardigheden om verbindingen te leggen tussen werelden van onderwijs en zorg, en in wijkteams rondom kind en gezin effectief en resultaatgericht samen te werken. Opleidingsprogramma’s in mbo, hbo en wo voor pedagogiek en educatie zijn nog onvoldoende toegerust om studenten voor te bereiden op deze integrale werkwijze. Geïnspireerd door CDKM en de Nijmeegse beweging Ieder Talent Telt willen onderwijsinstellingen in onze regio daarom de samenwerking van docenten/studenten van verschillende opleidingen en onderzoekers bij grootstedelijke thema’s in het sociale domein bewerkstelligen. Ze zoeken naar mogelijkheden om via projectonderwijs rijke leeromgevingen in te richten waarin studenten multilevel en interdisciplinair leren samenwerken, in verbinding met professionals in het onderwijs, de zorg en de gemeente. Vanuit dit gedeelde urgentiebesef worden er binnen leerwerkplaatsen in Nijmegen gemeenschappelijke leeractiviteiten aangeboden die: • recht doen aan expertise en leerdoelen van studenten van verschillende opleidingen, • invulling geven aan de maatschappelijke opdracht die opleidingen/instituten willen vervullen (zoals verwoord in de strategische agenda van CDKM Nijmegen), • verbindingsmogelijkheden tussen opleidingen verkennen, door te kijken naar doorgaande lijnen in curricula, eindtermen, entree-eisen, om zo de doorstromingsmogelijkheden van studenten te bevorderen, • als voorbereiding kunnen dienen voor deelname aan multi/inter/transdisciplinaire teams in het werkveld van zorg en onderwijs. Het onderzoek betreft de volgende vragen: 1. Wat is de perceptie van studenten, docenten en wijkprofessionals op interdisciplinair en multilevel leren in de context van het sociale domein? 2. In welke mate zijn studenten van verschillende opleidingen succesvol in het behalen van hun leerdoelen in deze onderwijsvorm, zowel op het gebied van vakspecifieke als generieke kennis en vaardigheden?
In dit project werkt het Windesheimlectoraat Innoveren met Ouderen samen met het Inhollandlectoraat Gezondheid en Welzijn van Kwetsbare Ouderen, UNO-UMCG, Alzheimer Nederland-afdeling IJssel-Vecht, V&VN en zorgorganisaties Carintreggeland en Cordaan aan de beantwoording van de onderzoeksvraag: Op welke wijze kunnen wijkverpleegkundigen en casemanagers hun aanpak van onbegrepen gedrag bij thuiswonende niet-westerse migranten met dementie verbeteren? Met het project beogen de projectpartners kennis te vergaren waarmee wijkverpleegkundigen en casemanagers hun zorg voor migranten met dementie met onbegrepen gedrag en hun familieleden kunnen verbeteren. Deze verpleegkundigen kunnen deze kennis inzetten in hun werk binnen thuiszorgorganisaties. Via de partners komt de kennis ten goede aan een breder werkveld zoals gezondheidscentra, verpleeghuizen, sociale wijkteams en aan het verpleegkundige en social work-hoger beroepsonderwijs. Wijkverpleegkundigen en casemanagers zorgen steeds vaker voor niet-westerse migranten met dementie en hun mantelzorgers. Onbegrepen gedrag zoals agressie of apathie komt veel voor bij mensen met dementie. De beroepsgroep weet niet hoe dit onbegrepen gedrag bij niet-westerse migranten met dementie in de thuissituatie goed aan te pakken. Onbegrepen gedrag vermindert de kwaliteit van leven van de oudere migrant en van mantelzorgers en bekort de volhoudtijd van de mantelzorgers. Dit laatste kan leiden tot (versnelde) verpleeghuisopname. De verpleegkundigen hebben in deze context behoefte aan nieuwe kennis en een ondersteunende methodiek bij de aanpak van onbegrepen gedrag bij thuiswonende migranten met dementie. De onderzoeksmethode betreft participatief ontwikkel- en evaluatieonderzoek in 3 deelstudies: (1) 4 Casestudies (regio’s Twente en Amsterdam) (2) Ontwikkelen van een methodiek (3) Proefimplementatie (2 regio’s). Resultaten: a. Inzichten vervat in 1 wetenschappelijk artikel en 2 vakpublicaties. b. Methodiek die verpleegkundigen ondersteunt bij de aanpak van onbegrepen gedrag van thuiswonende migranten met dementie: (-) handreiking, (-) blended-learning gericht op formeel en informeel leren, (-) implementatieplannen voor verpleegkundige praktijk- en beroepsonderwijs. c. Beproefde methodiek, geïmplementeerd in 2 zorgorganisaties (2 regio’s).
Het Raak-Pro-project “Shared decision making in zorgnetwerken van ouderen met dementie” heeft inzichten en producten opgeleverd over gezamenlijke besluitvorming in complexe situaties: o.a. een theoretisch model; een competentiebeschrijving voor professionals; een concept-trainingsmodule; een prototype webtool ter ondersteuning van gezamenlijke besluitvorming; en een stappenplan inclusief verantwoording van gezamenlijke besluitvorming voor professionals. Deze producten worden gebruikt in de Windesheim-opleiding verpleegkunde en in de beroepspraktijk van casemanagers dementie, wijkverpleegkundigen en leden van sociale wijkteams. Duurzame implementatie van de opgeleverde kennis en producten in praktijk, onderwijs en onderzoek vraagt om methoden die de competenties van professionals meetbaar verbeteren en een beroepspraktijk die ruimte biedt voor oefensituaties, feedback en kenniscirculatie tussen praktijk, onderwijs en praktijkgericht onderzoek. De Top-up subsidie zet de projectgroep in voor de ontwikkeling van: 1. Trainingshandleiding (inclusief implementatiehandleiding) en trainingsmodule Gezamenlijke besluitvorming in complexe situaties. Te gebruiken: • In zorg en sociale hbo-opleidingen • In bij- en nascholing voor professionals 1. Assessment tool waarmee de kwaliteit van de professionele Gezamenlijke Besluitvorming kan worden gemeten 2. Format voor de inrichting van een proeftuin in de beroepspraktijk i.s.m. opleidingen Verpleegkunde en Sociaal Werk en het lectoraat Innoveren met Ouderen De projectleider ontwikkelt deze producten stapsgewijs, door herhaalde toetsing aan de praktijk en doorvoeren van aanpassingen.