Onze samenleving is sterk gedigitaliseerd. Het internet is de arena waarin wij werken, onze financiën regelen, boodschappen doen, waar ons sociale leven plaatsvindt en we liefde zoeken.1 Als gevolg van deze digitalisering is cybercriminaliteit in toenemende mate een probleem. De prevalentie van deze ‘nieuwe’ vormen van criminaliteit overstijgt inmiddels de ‘traditionele’ vormen van criminaliteit. Statistieken over de gehele wereld laten een vergelijkbaar beeld zien. Onderzoek laat zien dat slachtoffers van cybercriminaliteit negatieve (financiële, psychologische en emotionele) gevolgen ondervinden (bijv. Cross e.a. 2016; Jansen & Leukfeldt 2018; Worsley e.a. 2017; Reyns & Randa 2015). Deze gevolgen worden geregeld versterkt door onbegrip voor het slachtoffer, gebrek aan ondersteuning (Worsley e.a. 2017; Cross e.a. 2016; Notté e.a. 2020) en onvoldoende kennis en mogelijkheden vanuit de politie en justitie om zaken succesvol aan te pakken (Leukfeldt e.a. 2013a; 2013b; 2018). Het bestaande slachtofferbeleid is gebaseerd op kennis over en onderzoek naar de ervaringen van slachtoffers van offline criminaliteit (zie bijv. Leukfeldt e.a. 2018). Het is van belang om meer kennis over deze vormen van slachtofferschap te genereren en te delen over de hele linie van wetenschap, beleid, opsporing, vervolging en ondersteuning.
Zelfstandig wonende oudere volwassenen kunnen verschillende problemen hebben die hun levenskwaliteit beïnvloeden. Zo hebben veel oudere volwassenen slechte voedingsgewoontes en bewegen onvoldoende. Dit kan leiden tot spierverlies, verminderde mobiliteit en een hoger risico op vallen. Deze problemen zijn nog groter bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Juist deze groep is vaak minder ontvankelijk voor het bespreken van gezondheidskwesties, daarnaast zijn ze minder goed bereikbaar. Dit kan komen doordat deze groep andere problemen heeft die leefstijl niet op de eerste plaats zet, zoals zorgen over geldzaken, huisvesting en andere zaken die meer onmiddellijke aandacht vereisen. Het is bekend dat een wijkgerichte aanpak meer impact oplevert in het bereiken van resultaten. Om deze groep te bereiken en te stimuleren hun leefstijl blijvend te verbeteren willen wij i.s.m. lokale partners een keuzetool (WP1) en leefstijlloket (WP2) ontwikkelen in de wijk Amsterdam Nieuw-West. Binnen dit loket zal een prototype van een online keuze instrument worden gebruikt om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Het leefstijlloket inclusief keuzetool (TRL 4) wordt in een kleinschalige lab opstelling getest en doorontwikkelt (WP3). Het onderzoek levert nieuwe kennis op over hoe we (technisch) de kenmerken van ouderen kunnen matchen met verschillende leefstijlactiviteiten en hoe professionals met de (blended –online en offline begeleiding) keuzetool ouderen beter kunnen ondersteunen in de keuze van leefstijlactiviteiten. Goed aansluitende leefstijlactiviteiten verminderen de kans op vroegtijdig stoppen met de activiteiten. Het leefstijlloket zal samenwerken met lokale partners, zoals bewonersorganisaties, welzijnsorganisaties, huisartsen, fysiotherapeuten en diëtisten om de diensten te leveren die nodig zijn om deze groep te ondersteunen en resultaten te boeken. Het leefstijlloket kan al deze partners ondersteunen. Bovendien geeft studenten en docent-onderzoekers de kans vragen op te halen en te leren in de praktijk en wijkbewoners, professionals en stakeholders te profiteren van de nieuwe kennis en kunde binnen de Hogescholen.