Op dinsdag 6 mei 2014 heeft mw. dr. Janine Stubbe, lector Sportzorg aan de Hogeschool van Amsterdam, haar lectorale rede uitgesproken over het voorkomen en behandelen van sportblessures.
DOCUMENT
Van Jeugdzorg naar oplossingen beschrijft de mogelijkheden om door samenwerking met jeugdzorg en onderwijs het product te verbeteren en tevens de waarde van de sportvereniging te verhogen voor alle belanghebbenden. Sport is een plezierige belevenis door Physieke Prestaties met Partners. Daarnaast bevat sport een groot scala van additionele producten waarmee de persoonlijke ontwikkeling van kinderen kunnen worden verbeterd, alsmede de socialisatie en nog veel maatschappelijke bijproducten. Door de verbetering van deze additionele waardes ontstaat vanzelf een beter hoofdproduct. Onderwijs en Jeugdzorg kunnen hier een belangrijke bijdrage in leveren. Anderzijds kan de sportvereniging een belangrijke tegenprestatie leveren ten gunste van de ontwikkeling en het geluk van kinderen. Hierdoor krijgt de subsidie een draagvlak waarmee verenigingen beoordeeld kunnen worden. Synergie is hierbij het sleutelwoord, door samenwerking ontstaan nieuwe processen of leiden ze tot kostenreductie. De productiviteit en dus de meerwaarde van verenigingen kan toenemen door deze verhoogde effectiviteit en efficiency. Organisatorisch zal er ruimte moeten worden gemaakt voor de pedagogisch- en zorg-coördinator. Met een beter informatiesysteem krijgt jeugd een meer centrale positie die sturend kan worden voor de ontwikkeling. Per regio of zorggebied kan een intensieve samenwerking worden gestimuleerd van zelfsturende teams met doelstellingen op projectbasis. Vanuit het onderwijs en de jeugdzorg kan de participatie bij jeugdverenigingen worden gestimuleerd. Verenigingen krijgen nu veel, volle en vaste leden/ vrijwilligers die vaker komen waarmee de positionering duidelijker wordt.
MULTIFILE
In dit project wordt er voortgeborduurd op de kennis en expertise omtrent beweeginterventies die een brug van zorg naar bewegen slaan (sportzorgprogramma’s). Hier is er veel expertise opgedaan binnen Physical Activity Centre (PAC), een project vanuit het Lectoraat Fysieke Activiteit en Gezondheid van Fontys Sporthogeschool. PAC is ontstaan vanuit twee invalshoeken. Enerzijds als een verbeteractie om een optimale koppeling te realiseren tussen de theoretische kennis (medisch-biologisch en gedragswetenschappelijke theorieën) en het praktisch handelen van een student. Anderzijds was er de maatschappelijke vraag naar ‘beweegaanbod op maat’ omtrent de problematiek rondom chronische ziekten, vergrijzing en bewegingsarmoede.
DOCUMENT
Begin 2015 zijn het lectoraat Topsport en Onderwijs en het lectoraat Kracht van Sport gestart met een vijf jaar durend onderzoek dat beoogt bij te dragen aan het optimaliseren van de opbrengst van de middelen van het Jeugdsportfonds. 1. Welke (groepen van) kinderen worden niet door het Jeugdsportfonds bereikt en wat is de reden hiervoor? 1.1 Wat zijn de genoemde barrières van kinderen van 6 tot 18 jaar in Amsterdam Nieuw-West om deel te nemen aan het Jeugdsportfonds? 1.2 Wat zijn de beweegredenen voor ouders die in het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West wonen en onder de doelgroep van het Jeugdsportfonds vallen om zich niet aan te melden bij het fonds? 2. Is de doorverwijzing naar het Jeugdsportfonds momenteel de juiste manier of zijn er andere makkelijker toegankelijke wegen te bedenken om gezien te worden door het Jeugdsportfonds?
DOCUMENT
Binnen V.V. De Meern is in 2010 een maatschappelijke tak binnen de vereniging in het leven geroepen, V.V. De Meern Betrokken genaamd, met als motto: ‘Ontwikkel jezelf, ontwikkel je club’. Middels deze tak binnen de vereniging levert V.V. De Meern op verschillende manieren een brede maatschappelijke bijdrage. Door een subsidie van het Oranje Fonds zag de vereniging de mogelijkheid om in een pilot een aanpak te ontwikkelen die past bij kwetsbare jongeren en bij de vereniging. Dit project, Trainerskracht genaamd, heeft als doelstelling om jongeren tussen de 16 en 27 jaar die laag op de participatieladder staan de mogelijkheid te bieden om op basis van hun passie (voetbal) hun sociale en maatschappelijke vaardigheden te ontwikkelen. Inzet van het project is het leveren van een bijdrage aan het vergroten van de competenties van de deelnemende jongeren zodat zij op een of meerdere leefgebieden hun situatie verbeteren. Door vaardigheden die de jongeren ontwikkelen binnen het project kunnen ze wellicht ook op andere leefgebieden beter gaan functioneren; bijvoorbeeld doordat zij meer vertrouwen krijgen in eigen kunnen, zetten ze mogelijk de stap om weer naar school te gaan. In het project doen de jongeren als hulptrainer praktische ervaring op in het geven van trainingen aan kinderen die op de wachtlijst staan bij V.V. De Meern, een groeiende vereniging. Ook krijgen zij een trainerscursus aangeboden. Indien nodig is er ondersteuning op andere leefgebieden bijvoorbeeld in de vorm van huiswerkbegeleiding. De werving en de begeleiding van de jongeren wordt gedaan door stagiairs van de Hogeschool Utrecht onder begeleiding van de combinatiefunctionaris van de vereniging.
DOCUMENT
Vaak wordt sport gepositioneerd als ‘de belangrijkste bijzaak in het leven’. De vraag is echter of sport feitelijk voor veel mensen niet veel méér is. Sport is in onze samenleving een heel belangrijke bron van zingeving. Christenen, maar ook moslims en joden, zoeken zingeving vooral in iets dat de mens overstijgt. Maar zingeving kan ook een werelds karakter hebben. Mensen kunnen de betekenis en de waarde van hun leven ook ontlenen aan aardse zaken. Dan blijkt dat voor velen sport het leven zin geeft, omdat via sport belangrijke menselijke waarden gerealiseerd kunnen worden: gezondheid, presteren, genot, samenwerking en gezelligheid. In het verleden werd godsdienst een samenbindende kwaliteit en functie toegedicht in de samenleving. De grote socioloog Émile Durkheim wees erop dat mensen een wezenlijke behoefte hebben om 'deel uit te maken van een groter samenlevingsverband'. Godsdienst heeft in de geschiedenis altijd een belangrijke rol gespeeld in het bevredigen van deze behoefte, aldus Durkheim. De vraag is of sport deze rol (deels) heeft overgenomen. Volgens Ruud Stokvis draagt sport bij aan morele vorming, sociale binding én zingeving. Ook de wereld van de sportmarketing maakt gebruik van het feit dat sport een belangrijke bron voor zingeving is
LINK
Vaak wordt sport gepositioneerd als ‘de belangrijkste bijzaak in het leven’. De vraag is echter of sport feitelijk voor veel mensen niet veel méér is. Sport is in onze samenleving een heel belangrijke bron van zingeving. Christenen, maar ook moslims en joden, zoeken zingeving vooral in iets dat de mens overstijgt. Maar zingeving kan ook een werelds karakter hebben. Mensen kunnen de betekenis en de waarde van hun leven ook ontlenen aan aardse zaken. Dan blijkt dat voor velen sport het leven zin geeft, omdat via sport belangrijke menselijke waarden gerealiseerd kunnen worden: gezondheid, presteren, genot, samenwerking en gezelligheid. In het verleden werd godsdienst een samenbindende kwaliteit en functie toegedicht in de samenleving. De grote socioloog Émile Durkheim wees erop dat mensen een wezenlijke behoefte hebben om 'deel uit te maken van een groter samenlevingsverband'. Godsdienst heeft in de geschiedenis altijd een belangrijke rol gespeeld in het bevredigen van deze behoefte, aldus Durkheim. De vraag is of sport deze rol (deels) heeft overgenomen. Volgens Ruud Stokvis draagt sport bij aan morele vorming, sociale binding én zingeving. Ook de wereld van de sportmarketing maakt gebruik van het feit dat sport een belangrijke bron voor zingeving is
DOCUMENT
Een van die nieuwe ontwikkelingen van de Sport- en Beweegsector naar aanleiding van de veranderende maatschappij om ons heen is de start van de Master of Sports. Het is een feit dat de docent LO zijn grenzen namelijk steeds meer buiten de gymzaal verlegd. Voorbeelden hiervan zijn het functioneren als combinatie functionaris of leefstijladviseur, het organiseren van naschoolse sport en het participeren in stimulerings- en beweegprogramma's. Deze verbreding van het vak vereist professionalisering van het beroep. Onder professionalisering wordt onder andere verstaan het kunnen onderbouwen van keuzes. Bijvoorbeeld: wáárom wordt een bepaald beweegprogramma aangeboden, wanneer bepaal je of een programma effectief is en kun je dit meten? Kortom: wat is de maatschappelijke fundering van ons handelen? Het gaat verder dan 'gewoon doen wat je altijd doet en maar hopen dat het werkt'. Mogelijke antwoorden op deze vragen worden aangereikt tijdens de Master of Sports. Meer inhoudelijke en praktische informatie over de opleiding, evenals reacties van docenten en studenten kunt u terugvinden in dit themanummer 'Master of Sports. Professionalisering van de sport- en beweegsector'.
DOCUMENT
Het boekje Kracht van Sport in de Wijk betreft een leesbare weergave van de lezingen die in het voorjaar van 2017 verzorgd zijn over dit thema door externe deskundigen. De onderwerpen van de lezingen zijn samen met vertegenwoordigers uit zowel zorg en welzijn als de sport gekozen. Het betreft de doelgroepen: 1) mensen met een beperking 2) kwetsbare jongeren 3) migranten en vluchtelingen 4) mensen met psychische problemen 5) senioren en ouderen.
DOCUMENT
Wat is de kracht van sport?’ Dat was de uitdagende, prikkelende vraag die wij aan 25 studenten hebben voorgelegd. Het beantwoorden van deze vraag bleek een complexe en soms frustrerende exercitie. Tijdens de zoektocht naar het antwoord moest steeds de balans tussen breedte en diepte van de vraag in de gaten gehouden worden. Daarnaast bleken de studenten soms onzeker over wat zij, als ‘slechts’ studenten, konden bijdragen aan het beantwoorden van deze moeilijke vraag waar vele wetenschappers zich op stuk hebben gebeten. Naar onze mening is de bijdrage van deze studenten heel groot. Zij hebben een compleet en actueel beeld gegeven van hun perceptie over de kracht van sport.
DOCUMENT