Out-of-plane (OOP) wall collapse is one of the most common failure mechanismsin unreinforced masonry (URM) structures. Insufficient connections at wall-to-wall, wall-to-floor or wall-to-roof levels are one of the main reasons for OOP failures. The seismic assessment of URM buildings with insufficient connections became of high relevance. In particular, cavity walls are widely used in many regions, such as Central and Northern Europe, Australia, New Zealand, China, and Groningen in the Netherlands. Defining thus the behaviour of such connections is of prime importance to understand the overall response of URM buildings.This paper is about an experimental campaign conducted at the BuildinG laboratory of Hanze University of Applied Sciences on timber joist-masonry connections, reproducing cavity walls with timber joists in as-built condition. A total of six URM tests were performed, with varying configurations as: two different tie distributions, two precompression levels and two different as-built connections. The tests aim at providing a complete characterization of the behaviour of the timber-joist cavity-wall connections under axial cyclic loading with special attention on the developed failure mechanism and the definition of force-displacement curves for each group of tests performed. The experimental results show that cohesion and friction between joist and masonry are important parameters in terms of the governing failure mechanism, whether it is a joist-sliding or rocking failure.
DOCUMENT
The seismic assessment of unreinforced masonry (URM) buildings with cavity walls is a relevant issue in many countries, such as in Central and Northern Europe, Australia, New Zealand, China and several other countries. A cavity wall consists of two separate parallel masonry walls (called leaves) connected by metal ties: an inner loadbearing wall and an outer veneer having mostly aesthetic and insulating functions. Cavity walls are particularly vulnerable structural elements. If the two leaves of the cavity wall are not properly connected, their out-of-plane strength may be significantly smaller than that of an equivalent solid wall with the same thickness.The research presented in this paper focuses on a mechanical model developed to predict the failure mode and the strength capacity of metal tie connections in masonry cavity walls. The model considers six possible failures, namely tie failure, cone break-out failure, pull-out failure, buckling failure, piercing failure and punching failure. Tie failure is a predictable quantity when the possible failure modes can be captured. The mechanical model for the ties has been validated against the outcomes of an experimental campaign conducted earlier by the authors. The mechanical model is able to capture the mean peak force and the failure mode obtained from the tests. The mechanical model can be easily adopted by practising engineers who aim to model the wall ties accurately in order to assess the strength and behaviour of the structures against earthquakes. Furthermore, the proposed mechanical model is used to extrapolate the experimental results to untested configurations, by performing parametric analyses on key parameters including a higher strength mortar of the calcium silicate brick masonry, a different cavity depth, a different tie embedment depth, and solid versus perforated clay bricks.
DOCUMENT
Dit rapport bevat een samenvattend verslag van een groot project naar de biodiversiteit van bijen in de gemeente Leeuwarden, dat is uitgevoerd door zes studenten Wildlife Management van Hogeschool Van Hall Larenstein Leeuwarden: T. Gerritsen, T.K.M. van der Sluis, D.A.W. Seegers, M.M. van Welsem, B.P.A.W. Franken en R.R. Spijker.Behoud van biodiversiteit van bijen is om meerdere redenen van groot belang voor natuur en mens. Steden vormen een belangrijke schakel in het voortbestaan van een grote verscheidenheid aan soorten bijen. De gemeente Leeuwarden heeft de intentie om behoud van bijen te ondersteunen. Daartoe is informatie gewenst over de huidige situatie van bijen en hun mogelijkheden en beperkingen binnen de aanwezige habitats van de gemeente Leeuwarden. Naast onderzoek aan bijen is ook onderzoek nodig aan attitude van burgers tegenover bijen, om te zien wat nodig is om burgers te betrekken bij het verhogen van bijenbiodiversiteit in de stad Leeuwarden. In opdracht van de gemeente Leeuwarden is door BSc studenten Wildlife Management van VHL Leeuwarden inventariserend onderzoek gedaan naar de bestaande biodiversiteit van bijen, ondersteund door een bijenexpert.
DOCUMENT
Samen onder één dak betekent in oudere appartementcomplexen vaak: samen gebukt onder een veel te hoge energierekening. En dat hoeft niet! Dat het ook anders kan, bewijzen de zeven VvE's die in dit boekje aan verduurzaming van hun complex hebben gewerkt. Dat hebben ze gedaan door er samen de schouders onder te zetten en creatieve oplossingen te bedenken. Hun argumenten: lagere woonlasten (hypotheek- en energielasten bij elkaar) en waarde toevoegen aan hun woning...
DOCUMENT
Eindrapport van het deelproject Veenmarktplaats. In het project is de afgelopen drie jaar (begin 2019-begin 2022) de waardecreatie en economische potentie onderzocht van verschillende natte teelten: lisdodde en cranberryteelt in combinatie met veenmos. De teeltaspecten van lisdodde zijn vastgelegd in de eindrapportage van het deelproject Paludicultuur. Binnen het project Veenmarktplaats lag de nadruk op de commerciële toepassing van lisdodde, vooral vanwege de marktvraag die tijdens dit project groeide vanwege duurzaamheidsambities van met name Bouwgroep Dijkstra Draisma (BGDD). BGDD heeft ambitie om lisdodde toe te passen als isolatiemateriaal in de vorm van inblaasisolatie. De vraag is onder welke voorwaarden lisdoddeteelt voor inblaasisolatie een economisch rendabel verdienmodel kan vormen voor boeren en ketenpartijen.
DOCUMENT
Uit de conclusie van het proefschrift : " De centrale vraag is opgedeeld in vier onderzoeksvragen. Aan de hand van deze onderzoeksvragen wordt een antwoord op de centrale vraag gegeven. 1 Wat zijn de principes van de Stichting Architecten Research (SAR) en gerelateerde concepten en welke aspecten zijn hieruit af te leiden om de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten te beoordelen? 2 Welke overige factoren zijn van invloed op de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten en welke aspecten zijn hieruit af te leiden om de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten te beoordelen? 3 Welke renovatieconcepten worden er anno 2015 in Nederland aangeboden? 4 Op welke wijze voldoen de renovatieconcepten aan de aspecten die bepalend zijn voor de toekomstbestendigheid? Dit onderzoek is een evaluerend onderzoek naar 25 renovatieconcepten. Het doet geen aanbevelingen aan de conceptontwikkelaars. De 25 aangedragen concepten moeten verder onderzocht worden om de toepasbaarheid van elk van de aspecten nauwkeuriger te beschrijven en gerichter van aanbevelingen te kunnen voorzien. Zo is verder onderzoek naar de aanpasbaarheid van de installaties in combinatie met de verwachte klimatologische veranderingen een onderzoeksgebied. "
DOCUMENT
Deze publicatie is binnen het project 'nieuwe materialen' ontwikkeld en geeft informatie over nieuwe(re) roestvaste staalkwaliteiten, en is gericht op de verwerkers van dunne plaatmaterialen met dikten van 0,3 t/m ca. 3 mm. Een deel van de informatie is evenwel ook van toepassing voor andere plaatdikten en andere producten uit roestvast staal. In het kader van dit project zijn tevens uitgegeven: TI.04.18 'Hoge Sterkte Staal in dunne plaat en buis', TI.04.20 'Scheidingstechnieken voor dunne plaat en buis', TI.04.21 'Aluminium in dunne plaat en buis' en TI.04.22 'Ontwerpen van dunne plaat producten en de Eindige Elementen Methode.
DOCUMENT