© 2025 SURF
Deze handreiking ‘Triage, Advance Care Planning en symptomatische behandeling bij een ernstig verloop van corona binnen de GGZ-instelling of thuis’ hoort bij de Richtlijn GGZ en corona. Bji het maken van de afweging om een patiënt wel/niet in het ziekenhuis te laten opnemen, dan wel of de patiënt wel/niet naar IC kan gaan gelden deze overwegingen: zie bestand.
DOCUMENT
Terwijl we inmiddels bij elektriciteit en gas met centrale planning werken, wil de minister de benodigde investeringen in de waterstofinfra juist aan de markt overlaten. Martien Visser waarschuwt voor onbalans in het energiesysteem.
LINK
De laatste maand van het jaar nodigt uit tot introspectie en reflectie. Het wordt tijd voor goede voornemens voor het volgende jaar. Daarmee lijkt het wel wat op een persoonlijke planning & control cyclus.
LINK
Hoewel planningsprocessen zich al langere tijd buiten de formele kaders van Rijk, provincie en gemeente om afspelen, zoals in regionale samenwerking of bij zogenoemde bottom-up planning waarin burgers en bedrijfsleven als initiatiefnemer aan zet zijn, neemt de aandacht hiervoor de laatste jaren enorm toe. Dit stelt andere en nieuwe eisen aan de planningsprofessional. Institutionele benaderingen in planningsonderzoek dragen bij de tegemoetkoming aan deze eisen.
LINK
Uit het rapport: "De afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar nieuwe concepten voor bouwlogistiek en bij negen proeftuinen in binnenstedelijk gebied is aangetoond dat hier forse winst is te behalen in termen van besparingen op logistieke kosten en bouwtijd, betere doorstroming, minder schadelijke uitstoot en minder hinder voor de omgeving. Zo bleek het mogelijk om het aantal binnenstedelijke ritten van en naar de bouwplaats met zo’n vijftig tot tachtig procent terug te brengen. Voor goede bouwlogistiek is afstemming en medewerking binnen de keten cruciaal. Alle spelers dienen tijdig betrokken te zijn. Bouwlogistiek bestaat uit allerlei maatregelen die effect hebben op het transport en op het bouwproces. Door te meten en te monitoren zijn de effecten van verschillende maatregelen in het onderzoek aangetoond en nieuwe inzichten en lessons learned opgedaan die worden meegenomen in volgende bouwprojecten. In totaal zijn negen proeftuinen begeleid, waarvan er bij drie uitgebreide gegevens zijn verzameld en ook besparingen aangetoond. Bij de andere proeftuinen zijn vooral kwalitatief lessons learned opgedaan. Bij het Voorzetgebouw/Paviljoen van VolkerWessels Bouwmaterieel is 50% ritten in de afbouwfase bespaard, bij het Noordgebouw van Dura Vermeer 65% in ritten in de afbouwfase en bij het Mariskwartier van Van Wijnen is 80% in ritten in de ruwbouwfase bespaard. Andere proeftuinen hebben laten zien dat het meten en monitoren van bouwlogistiek niet altijd eenvoudig is en het invoeren van bouwlogistiek zelf al lastig genoeg is. Vragen die opdoemen zijn: wie bepaalt of en zo ja welke maatregelen op de bouwplaats worden toegepast, de directie of de hoofduitvoerder en wie bepaalt hoe producten worden ingekocht, is dat op laagste prijs of wordt logistiek ook meegenomen. Allemaal vragen die van groot belang zijn voor een efficiënte logistiek van, op en naar de bouwplaats. Daarnaast leeft de vraag welke rol de gemeente gaat spelen; of zij bepaalde logistieke werkwijzen gaan verplichten bijvoorbeeld via aanbestedingen? Een andere belangrijke vraag is wie er opdraait voor de eventuele kosten van de bouwlogistieke maatregelen. Dit rapport geeft hier antwoord op. Verder komen de ontwikkelingen rond ketenregie, BIM en ICT aan bod. Ketenregie over alle vervoersstromen gekoppeld aan het bouwproces, en over alle partijen van producent tot op de bouwplaats, staat of valt met de juiste ondersteunende ICT-middelen. Daarin speelt de beoogde 4C Control Tower een cruciale rol in planning en besturing op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Er blijkt nog een flinke ontwikkelingsslag nodig om BIM geschikt te maken voor bouwlogistieke planning en besturing. Daarnaast is gekeken naar betrouwbare dataregistratie in het bouwlogistieke proces door een pilot waarin nieuwe technologieën gebaseerd op Internet of Things (IoT) een oplossing bieden. Eigenlijk is er geen enkele reden om niet nu al met bouwlogistiek te beginnen, al is het maar in het klein met eenvoudige maatregelen. Zorg dat tijdig in het proces alle partijen erbij betrokken worden, van architect tot vakkracht op de bouwplaats, zorg voor draagvlak in het hele team. Dan zijn de drie proeftuinen met de mooie besparingen straks geen uitzondering meer maar regel."
LINK
Vlaanderen voert sinds meer dan vier decennia een autonoom sportbeleid. Dit heeft een impact op hoe het Vlaamse sportlandschap gestructureerd is. In het voorliggende werk staan de organisatie en de planning van de sport en het sportbeleid in Vlaanderen centraal. De krijtlijnen van het speelveld bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt een beeld gegeven van de beleidsruimte. Hier worden eerst ontwikkelingen geschetst inzake sportparticipatie, sportaanbod, sporttewerkstelling, alsook de economische betekenis van sport in Vlaanderen. Vervolgens wordt ingegaan op de organisatie van de sport, met name de omgeving van de sport en de sportsector zelf. Heel wat (sport)actoren en hun onderlinge relaties passeren daarbij de revue. Het tweede deel focust op de beleidsontwikkeling. We beschrijven de evolutie van het sportbeleid in Vlaanderen, het beleidsproces alsook het instrumentarium dat gehanteerd wordt om tot besluitvorming, en beleidsvoering in het algemeen, te komen. Dit boek richt zich tot studenten die inzicht wensen te verwerven in hoe sport(beleid) in Vlaanderen georganiseerd is. Ook beleidsmakers, sportmanagers en andere professionals die interesse hebben voor sport bieden we met dit werk een handig overzicht en interessant naslagwerk. Er wordt in dit boek dan ook de nodige zorg besteed aan figuren waarin concepten en modellen schematisch worden weergegeven.
DOCUMENT
Vlaanderen voert sinds meer dan vier decennia een autonoom sportbeleid. Dit heeft een impact op hoe het Vlaamse sportlandschap gestructureerd is. In het voorliggende werk staan de organisatie en de planning van de sport en het sportbeleid in Vlaanderen centraal. De krijtlijnen van het speelveld bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt een beeld gegeven van de beleidsruimte. Hier worden eerst ontwikkelingen geschetst inzake sportparticipatie, sportaanbod, sporttewerkstelling, alsook de economische betekenis van sport in Vlaanderen. Vervolgens wordt ingegaan op de organisatie van de sport, met name de omgeving van de sport en de sportsector zelf. Heel wat (sport)actoren en hun onderlinge relaties passeren daarbij de revue. Het tweede deel focust op de beleidsontwikkeling. We beschrijven de evolutie van het sportbeleid in Vlaanderen, het beleidsproces alsook het instrumentarium dat gehanteerd wordt om tot besluitvorming, en beleidsvoering in het algemeen, te komen. Dit boek richt zich tot studenten die inzicht wensen te verwerven in hoe sport(beleid) in Vlaanderen georganiseerd is. Ook beleidsmakers, sportmanagers en andere professionals die interesse hebben voor sport bieden we met dit werk een handig overzicht en interessant naslagwerk. Er wordt in dit boek dan ook de nodige zorg besteed aan figuren waarin concepten en modellen schematisch worden weergegeven.
DOCUMENT
Hoofdstuk 3.1: Advance care planning (ACP) is een dynamisch proces van reflectie en dialoog tussen de patiënt, naasten en/of zorgverleners, bedoeld om behandelkeuzes vast te leggen met betrekking tot de toekomstige (palliatieve en levenseinde)zorg en kwaliteit van leven, op basis van de waarden, wensen en voorkeuren van de patiënt en de naasten. ■ Voordelen van ACP zijn: een betere kwaliteit van zorg, meer tevredenheid over de zorg, minder stress of angst bij de betrokkenen, minder belastende en onnodige behandelingen, een betere inschatting van de wenselijkheid van interventies, en versterking van de relatie met naasten. ■ In België zit relevante wetgeving rond ACP vervat in drie wetten, rond patiëntenrechten, palliatieve zorg en euthanasie. In Nederland gaat het om de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), de euthanasiewet en het Kwaliteitskader palliatieve zorg. ■ Bij ACP is het gebruikelijk dat afspraken die gemaakt worden – bijvoorbeeld rond bepaalde levenseindebeslissingen – in een schriftelijke wilsverklaring en een individueel behandelplan worden vastgelegd. Daarnaast kan de patiënt een vertrouwenspersoon of wettelijk vertegenwoordiger aanstellen, die kan spreken voor de patiënt indien deze wilsonbekwaam wordt. ■ De Toolkit ‘Proactieve palliatieve zorg in de GGZ’ biedt hulpverleners in de ggz handvatten en structuur bij tijdige en goede palliatieve begeleiding. De Toolkit behandelt vijf stappen. ► Tijdige herkenning van een palliatieve zorgbehoefte. ► In kaart brengen van symptomen, problemen en behoeften. ► Proactieve zorgplanning en uitvoering. ► Zorg in de stervensfase. ► Nazorg voor naasten. ■ Het is zaak tijdig ACP-gesprekken te voeren, dus ruim voordat de patiënt is uitbehandeld of bij de laatste behandeloptie is gekomen. Het is belangrijk een ACP-gesprek aan te kondigen, zodat de patiënt zich met de naasten hierop kan voorbereiden. Gesprekken worden bij voorkeur in een voor de patiënt vertrouwde omgeving gevoerd.
DOCUMENT