INTRODUCTION: To facilitate various transitions of medical residents, healthcare team members and departments may employ various organizational socialization strategies, including formal and informal onboarding methods. However, residents' preferences for these organizational socialization strategies to ease their transition can vary. This study identifies patterns (viewpoints) in these preferences.METHODS: Using Q-methodology, we asked a purposeful sample of early-career residents to rank a set of statements into a quasi-normal distributed grid. Statements were based on previous qualitative interviews and organizational socialization theory. Participants responded to the question, 'What are your preferences regarding strategies other health care professionals, departments, or hospitals should use to optimize your next transition?' Participants then explained their sorting choices in a post-sort questionnaire. We identified different viewpoints based on by-person (inverted) factor analysis and Varimax rotation. We interpreted the viewpoints using distinguishing and consensus statements, enriched by residents' comments.RESULTS: Fifty-one residents ranked 42 statements, among whom 36 residents displayed four distinct viewpoints: Dependent residents (n = 10) favored a task-oriented approach, clear guidance, and formal colleague relationships; Social Capitalizing residents (n = 9) preferred structure in the onboarding period and informal workplace social interactions; Autonomous residents (n = 12) prioritized a loosely structured onboarding period, independence, responsibility, and informal social interactions; and Development-oriented residents (n = 5) desired a balanced onboarding period that allowed independence, exploration, and development.DISCUSSION: This identification of four viewpoints highlights the inadequacy of one-size-fits-all approaches to resident transition. Healthcare professionals and departments should tailor their socialization strategies to residents' preferences for support, structure, and formal/informal social interaction.
Het boek ‘Create Health Ways of Working: Insights from ten eHealth innovation research projects’ presenteert inzichten uit het meta-onderzoeksproject ‘Create & Health Innovation WAys of Working Analysis’, ook wel CHIWAWA genoemd. Binnen dit meta-onderzoeksproject inventariseerden onderzoekers van de Hogeschool Utrecht (Lectoraat Onderzoekend Vermogen en Lectoraat Co-design) het gebruik van creatieve manieren van werken bij innovatieprocessen in de zorg, waarvoor zij tien onderzoeksprojecten van Nederlandse kennisinstellingen volgende in de periode 2018 – 2022. Deze tien onderzoeksprojecten en het meta-onderzoek waren onderdeel van het ZonMw-programma Create Health. Het boek presenteert case-portretten van de tien onderzoeksprojecten naar eHealth innovatie die zich concentreerden rondom de thema’s dementie, eenzaamheid en overgewicht. Vervolgens geeft het boek verdieping met betrekking tot de creatieve manieren van werken in de tien Create Health-onderzoeksprojecten, begrip van relationele processen bij het creëren van kennisuitwisseling en zicht op de impact die een dergelijke samenwerking heeft op de zorg- en welzijnssector en op de creatieve industrie. Het boek bevat aanbevelingen voor toekomstige onderzoeksconsortia, financiers en de praktijk (creatieve industrie, zorgsector en doelgroep) en sluit af met de beschrijving van een tool die gebaseerd is op het Research Pathway Model, dat als instrument gebruikt kan worden om het gesprek tussen stakeholders van innovatieprocessen in de zorg te ondersteunen.
Recente studies gebruiken een sterk variërende terminologie voor het benoemen van de opbrengsten van interventies met buurtverhalenwebsites. Onze literatuurstudie ordent deze terminologie tot drie meer eenduidige analyseniveaus, die naadloos aansluiten op het empowerment model: concepten op microniveau voor individuele opbrengsten, op mesoniveau voor groepsvoordelen en op macroniveau voor versterking van de gemeenschap. Op het macroniveau onderscheiden we drie concepten: collectief geheugen, cultureel burgerschap en gemeenschapskracht. Met betrekking tot alle niveaus zijn de beweringen in de huidige literatuur voornamelijk gebaseerd op offline data en bevatten zelden een analyse van online participatie. Deze eenzijdigheid wordt veroorzaakt door de focus op institutionele interventies, die vaak onbedoeld online participatie verhinderen. Desondanks, presenteert de literatuur het open en online karakter van buurtverhalenwebsites als de drijvende kracht voor empowerment, in het bijzonder op het meso- en macroniveau. Om de bestaande kennis op het gebied van buurtverhalenwebsites uit te breiden stellen we onderzoek voor dat de daadwerkelijke samenstelling van dit veld in kaart brengt en meer autonome initiatieven bestudeert.