In het kader van klimaatsverandering is het van groot belang om inzicht te krijgen in de impact van intensievere buien, langdurige droogte en hitte dat grote effecten kan hebben op de economie en kwaliteit van de leefomgeving. Om deze reden hebben diverse projectpartners en Fries Bestuursakkoord WaterKeten (FBWK) met de doelgroep (water)wethouders en ambtenaren van de Friese gemeenten samengewerkt aan de volgende vragen in de Friese regio: - Hoeveel schade ondervindt de regio bij een flinke bui? - Waar bevinden zich hitte-eilanden in de gebouwde omgeving in Friesland? - Welke maatregelen kunnen we nemen om de negatieve effecten van klimaatverandering te voorkomen en welke middelen zijn hiervoor nodig? Dit project leverende de volgende producten op: Wateroverlastkaart (WOLK), hittestresskaart, kennisclips, expertkaart die werden besproken bij diverse masterclasses klimaatadaptatie. Met deze producten is inzicht verkregen in de toekomstopgave ten aanzien van het klimaatbestendig maken van de regio en in de mogelijke schade en benodigde middelen om dit te voorkomen.
DOCUMENT
DOCUMENT
Deze maand doken Nederlandse onderwater drones op in de Indonesische nationale pers. Onder grote belangstelling las men dat een consortium van Indonesische en Nederlandse organisaties (Tauw, INDYMO, TU Delft en water & milieulab WLN Indonesia) start met een grootschalig internationaal onderzoek naar oplossingen voor de slechte kwaliteit van oppervlaktewater in dichtbevolkte gebieden, zoals Surabaya. Hierbij werden innovatieve meetmethoden ingezet, waaronder aquatische drones. De eerste resultaten wijzen uit welke vervuilende bronnen aangepakt moeten worden: industrieel en huishoudelijk afvalwater). Tijdens de interactie bij de innovatieve metingen groeide de betrokkenheid van de partijen en werd duidelijk welke stakeholders betrokken moeten worden bij het opstellen - en uitvoeren - van nieuwe regelgeving, alsook het creëren van maatschappelijke bewustwording over het belang van een duurzame gezonde leefomgeving. Hierbij zullen de belangrijkste lessen die Nederland in de laatste decennia geleerd heeft worden toegepast, ook Nederland kent een geschiedenis van zuurstofloze rivieren en grachten vol vuilnis. De ‘lessons learnt’ omtrent bewustwording, regelgeving en innovatieve meettechnieken zijn van groot belang bij internationale kennisuitwisseling van de Nederlandse topsector water, een van de belangrijkste exportproducten van Nederland.
MULTIFILE
In de wijk Augustenborg in Malmö zijn sinds de jaren ’90 met de bewoners veel klimaatadaptie- en leefbaarheidselementen aangelegd. Maar functioneert de wijk nog naar tevredenheid en wat valt ervan te leren? In een ClimateCafé is (het functioneren van) klimaatadaptieve maatregelen vastgelegd en gepresenteerd op het eindcongres van vier internationale projecten.
MULTIFILE
Kunnen wadi’s en raingardens overal? Hoe regel je het beheer? Wat is de ecologische waarde van een wadi of raingarden? Hoe overtuig ik de gemeente? In sneltreinvaart toont Floris Boogaard (Hanzehogeschool Groningen en Deltares) honderden inspirerende voorbeelden. Hij geeft daarmee antwoord op de meest gestelde vragen over wadi’s en raingardens: het kan (bijna) overal en de woonomgeving wordt er leefbaarder van.
LINK
Eindrapport van AEQUOR-project Blij met Ham uit Blijham waarin verslag wordt gedaan van het project waarin de regionale voedselketen in haar mogelijkheden wordt verkend. Het project is direct verbonden aan het Europese project REFRAME. Met name is gezocht naar de bouw van een nieuwe opleiding op MBO-niveau gericht op de regionale voedselketen en op de ontwikkeling van processen vanuit de Gebiedscoöperatie Westerkwartier in het mobiliseren van het proces van transformatie van de achterban op de nieuwe voedselketen. Het rapport is de weerslag van deze processen en van de ontwikkeling van het lectoraat DCO op dit proces
DOCUMENT
De PZH neemt aan dat er een tekort is aan IT’ers werkzaam bij het mkb. Dit onderzoek beschouwt in welke mate deze veronderstelling klopt binnen het mkb in de bouw- en maakindustrie. Er wordt zowel gekeken naar het aantal IT’ers als naar specifieke IT-vaardigheden. Dit rapport is tot stand gekomen op basis van data verzameld door middel van deskresearch en pilot interviews met brancheorganisaties. Hiermee wordt onder andere een overzicht gemaakt van de huidige status van de digitale competenties onder het mkb in de bouw en maakindustrie, de marktkansen in relatie tot digitalisering, de belangrijkste uitdagingen waarmee het mkb wordt geconfronteerd bij het adopteren van digitalisering en de bedreigingen die er kunnen ontstaan in de komende jaren bij een aanhoudend tekort aan IT’ers en/of werknemers met de juiste IT of digitale vaardigheden.
DOCUMENT
In het kunsten- en erfgoeddecreet werd een aparte categorie ‘Instellingen van de Vlaamse Gemeenschap’ opgenomen. Zij zouden een symboolfunctie en een sensibiliserende rol voor de artistieke gemeenschap en de gehele Vlaamse bevolking moeten vervullen. Bovendien moeten ze internationale topkwaliteit aanbieden. Door een gebrekkige collectieve opdrachtomschrijving weten deze Gemeenschapsinstellingen echter niet welke service van hen wordt verwacht en dit zowel naar de artistieke gemeenschap als de bredere samenleving toe. De vage taakomschrijving stelt de instellingen met dit uitzonderlijke statuut bovendien voor een distinctieprobleem. Waarin onderscheiden ze zich van andere kunstorganisaties in Vlaanderen die op een reguliere basis tijdelijk worden gesubsidieerd? Ten slotte signaleren de Gemeenschapsinstellingen een internationaal verifieerbare discrepantie tussen een symbolische en een economische, subsidiale erkenning. Door dit alles blijft hun positie vaag tot zelfs ambivalent. Met deze vaststellingen in het achterhoofd werd een essayopdracht geformuleerd. De centrale vragen die daarin gesteld werden luiden: wat is de opdracht, taak en positie van nationale kunstinstellingen? Hoe kunnen ze ideaaltypisch functioneren en hoe doen ze dat in het buitenland? Via een interpretatieve cultuursociologische weg, geschraagd met de inzichten van de kritische theorie werd een antwoord op het voorgelegde vraagstuk gezocht. Het opstel betreft dus geen benchmarking of kunstkritisch betoog. Wel werd via diepte-interviews met beleidsverantwoordelijken en vooral stafmedewerkers van voorbeeldorganisaties in Duitsland, Engeland, Finland, Nederland en Portugal naar mogelijke pistes gekeken.
DOCUMENT