Een tweet maakte me deze zomer attent op een interessant onderzoek van een paar Britse wetenschappers. Dat de crisis heeft geleid tot een toenemend aantal zelfdodingen was al vrij bekend. Maar niemand had tot nu toe de moeite genomen systematisch op een rij te zetten hoe groot dat effect is. De Britten deden dat onlangs wel. Het resultaat is schrikbarend.
LINK
Het rapport ‘Stad en Stijging’ van de VROM-raad pleitte in 2006 voor een rigoureuze beleidsverandering. Voortaan moest de sociale agenda leidend zijn bij stedelijke vernieuwing, zeker daar eerdere koerswijzigingen niet hadden geleid tot substantiële verbeteringen van de fysieke en sociale leefbaarheid en het terugdringen van achterstandssituaties. We constateren dat de perspectiefwisseling van de VROM-raad niet in alle veertig wijkactieplannen zichtbaar is. In dit artikel staat het plan van Leeuwarden voor vogelaarwijk Heechterp-Schieringen centraal.
MULTIFILE
Het is soms lastig om niet te zwichten voor aanbiedingen, maar als je vanuit een duurzaamheidsperspectief naar ons consumentengedrag kijkt, zie je dat we zo niet kunnen doorgaan. Overconsumptie is een belangrijke veroorzaker van de stijging van CO2-niveaus met als gevolg de opwarming van de aarde. Welke rol speel je hierin als individuele consument? Welke rol hebben de overheid en bedrijven? En hoe kan dit veranderen. In een nieuw online college geven lector Victor Verboeket en docent-onderzoeker Jeske Nederstigt ons inzichten en tips over duurzaam consumeren en produceren.
YOUTUBE
Van AWBZ naar Wmo, de jeugdzorg van provincie naar gemeente; beschutte arbeid verdwijnt in een onbestemd gat tussen publieke middelen en markt. In deze turbulentie schept 'De sociale kwestie hervat' opnieuw orde. Aan bod komen de consequenties van de belangrijkste wetgevende kaders (waaronder Wmo, AWBZ, Zvw), regelgeving op het gebied van stedelijke vernieuwing, veiligheid en onderwijs voor sociaal werk. De praktische opdrachten voor de verschillende beroepsgroepen (met de nadruk op cmv, mwd en sph) worden op een rij gezet aan de hand van kritische praktijksituaties. De praktijk wordt in deze publicatie langsgelopen aan de hand van een inzichtelijke schets van domeinen als ggz, schuldhulpverlening, onderwijs, veiligheid.
LINK
Energiebeheer gericht aanpakken, Het analyseren van doelstellingen, resultaten en impacts van energie- en broeikasgasbeheersprogramma’s in bedrijven (met een samenvatting in het Nederlands): De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen moet drastisch worden teruggebracht om de mondiale stijging van de temperatuur tot het relatief veilige niveau van maximaal 2 graden Celsius te beperken. In de komende decennia zal de verbetering van de energie-efficiëntie de belangrijkste strategie zijn voor het verminderen van de energiegerelateerde uitstoot van broeikasgassen. Hoewel er een enorm potentieel is voor verbetering van de energie-efficiëntie, wordt een groot deel daarvan nog niet benut. Dit wordt veroorzaakt door diverse investeringsbarrières die de invoering van maatregelen voor energie-efficiëntie verbetering verhinderen. De invoering van energiemanagement wordt vaak beschouwd als een manier om dergelijke barrières voor energiebesparing te overwinnen. De invoering van energiemanagement in bedrijven kan worden gestimuleerd door de introductie van programma's voor energie-efficiëntie verbetering en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Deze programma's zijn vaak een combinatie van verschillende elementen zoals verplichtingen voor energiemanagement; (ambitieuze) doelstellingen voor energiebesparing of beperking van de uitstoot van broeikasgassen; de beschikbaarheid van regelingen voor stimulering, ondersteuning en naleving; en andere verplichtingen, zoals openbare rapportages, certificering en verificatie. Tot nu toe is er echter beperkt inzicht in het proces van het formuleren van ambitieuze doelstellingen voor energie-efficiëntie verbetering of het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen binnen deze programma's, in de gevolgen van de invoering van dergelijke programma's op de verbetering van het energiemanagement, en in de impact van deze programma's op energiebesparing of de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. De centrale onderzoeksvraag van dit proefschrift is als volgt geformuleerd: "Wat is de impact van energie- en broeikasgasmanagement programma’s op het verbeteren van het energiemanagement in de praktijk, het versnellen van de energieefficiëntie verbetering en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen in bedrijven?".
DOCUMENT
Het grootste deel van de kunstmatig veroorzaakte, gemiddelde stralingsbelasting in Nederland is afkomstig van medische blootstellingen. In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ) verricht het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzoek naar Medische Stralingstoepassingen in Nederland. In publicaties worden gegevens over aard en omvang van medische stralingsblootstelling bijeengebracht. Deze gegevens worden onder andere gepubliceerd op de website van het RIVM onder Medische Stralingstoepassingen (www.rivm.nl/ims).
DOCUMENT
In de jaren tachtig en negentig verschenen verschillende adviezen van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) over arbeidsparticipatie. Alle hadden tot doel de vicieuze cirkel van hoge werkloosheid en stijging van de arbeidsproductiviteit te doorbreken. Die vicieuze cirkel werkte als volgt: er is een hoge werkloosheid, daardoor wordt een groot beroep op de sociale zekerheid gedaan, als gevolg daarvan zijn de loonkosten erg hoog, daardoor wordt de arbeidsproductiviteit opgedreven, daardoor wordt de uitval uit het arbeidsproces hoog, met als gevolg dat de werkloosheid toeneemt, enzovoorts. De methode die de WRR voorstelde om deze vicieuze cirkel te doorbreken was het coute que coute verhogen van de arbeidsparticipatie. U hoort het: “een overheid die pleit voor een groei van de arbeidsparticipatie om te voorkomen dat de bedrijven de arbeidsproductiviteit steeds verder opdrijven!” Waarom is het nú de AWVN die een zodanig groot belang hecht aan de groei van de arbeidsparticipatie naast de stijging van de arbeidsproductiviteit? Dat zou je toch niet verwachten van een werkgeversvereniging die het als haar primaire taak ziet de belangen van haar leden te behartigen. Geven de werkgevers in 2008 wellicht een andere inhoud aan het begrip arbeidsparticipatie dan politici en wetenschappers in de jaren tachtig? Gaat het hen alleen om onze economie, of speelt ook solidariteit met zwakke groepen op de arbeidsmarkt een rol? En ook als het alleen om economie gaat, verdragen in dat geval vergroting van de arbeidsproductiviteit en toename van de arbeidsparticipatie elkaar? Over dit spanningsveld tussen arbeidsproductiviteit en arbeidsparticipatie wil ik het vandaag met u hebben.
DOCUMENT
De schuldenproblematiek in Nederland is nog steeds groeiende. De impact op de schuldenaar, maar ook op de samenleving, is groot. Financiële problemen zijn voor een groot deel een gedragsvraagstuk. In deze dissertatie staat het gedrag van de groep consumenten met een financiële achterstand centraal. Uit de analyses blijkt dat het niet één specifieke gedraging is die leidt tot financiële problemen, maar een combinatie van verschillende gedragingen die het risico op financiële problemen vergroten. Zo spelen niet bijhouden van de administratie, post en niet vooruit plannen een rol. Analyses naar de oorzaken van deze gedragingen laten bovendien zien dat er verschillende factoren en processen zijn die samenhang vertonen met het financiële gedrag. Onder meer de rol van self-efficacy, self-control en sociale steun, is onderzocht en blijken een samenhang te hebben. Financiële problemen kennen een eigen dynamiek. Eenmaal geconfronteerd met financiële problemen, verandert het gedrag van de consument. Deze verandering wordt deels veroorzaakt, doordat hij zich moet aanpassen en bijvoorbeeld meer gaat bezuinigen. Maar de verandering van gedrag is ook het gevolg van processen zoals schaarste en een veranderende houding ten opzichte van schulden.
DOCUMENT
In Nederland zal het natter worden ten gevolge van de klimaatverandering. Meer regens, meer smeltwater in rivieren en een stijging van de zeespiegel zorgen voor een groter risico op overstromingen. Daarmee wordt klimaatverandering een niet weg te denken element in waterbeheer, kustverdediging, stedelijke ontwikkeling en natuurbeheer. Ieder ontwerp voor stedelijke of gebiedsontwikkeling zal rekening moeten houden met de mogelijke gevolgen van de opwarming van de aarde, of met een mooi woord 'klimaatbestendig' moeten zijn. De vraag hoe je klimaatbestendige landschappen kunt ontwerpen, speelt een grote rol binnen Europese projecten waar de groene hogeschool aan heeft deelgenomen en deelneemt.
MULTIFILE
In dit rapport, Nieuwe woonvormen voor bijzondere doelgroepen, staan bewoners centraal die moeite hebben met zelfstandig wonen in een reguliere woning. Ze worden als ‘bijzondere groepen’ aangeduid, in het bijzonder gaat het om daklozen, verslaafden, ex-gedetineerden, psychiatrische patiënten, mensen met een verstandelijke handicap, mishandelde vrouwen, en de beruchte, wat diffuse categorie van ‘de zorgmijders’. Er is een omvangrijk institutioneel circuit die deze groepen helpt met ‘wonen’. In dit institutionele circuit spelen woningcorporaties een belangrijke rol, maar ook zorginstellingen (GGZ, verslavingszorg), reclassering, en instellingen op het terrein van de maatschappelijke opvang (zorg voor daklozen, vrouwenopvang). Genoemde instanties geven de verschillende groepen vormen van ‘woonondersteuning’ of ‘woontoezicht’ in milde en meer straffe varianten. Leidende vraag in Nieuwe woonvormen voor bijzondere doelgroepen is: wat is er te verbeteren op het punt van leren wonen en het geven van maatschappelijke kansen aan deze groepen? Is sociale stijging in hun geval mogelijk? Kunnen ze uit een situatie van afhankelijkheid naar een meer onafhankelijke vorm van wonen groeien? Om die vraag te beantwoorden zijn zes projecten nader bekeken. Projecten die als vernieuwend te boek staan. Woningcorporaties hebben in het geval van (1) Flexibel Wonen, Rotterdam-Rijnmond (2) Nieuwe Energie, Leiden en (3) Begeleid Wonen, Hoogezand, aan de basis van deze nieuwe woonvormen gestaan; het gaat respectievelijk om (1) De Nieuwe Unie/Woonstad Rotterdam, Com- Wonen en PWS, (2) Portaal en (3) Lefier. Maar ook bij Yes, Amsterdam, is een woningcorporatie betrokken (Eigen Haard). In het geval van Omnizorg ligt het initiatief bij de gemeente, en ’t Groene Sticht is een burgerinitiatief.
DOCUMENT