Aims and objectives: To describe the process of implementing evidence-based practice (EBP) in a clinical nursing setting. Background: EBP has become a major issue in nursing, it is insufficiently integrated in daily practice and its implementation is complex. Design: Participatory action research. Method: The main participants were nurses working in a lung unit of a rural hospital. A multi-method process of data collection was used during the observing, reflecting, planning and acting phases. Data were continuously gathered during a 24-month period from 2010 to 2012, and analysed using an interpretive constant comparative approach. Patients were consulted to incorporate their perspective. Results: A best-practice mode of working was prevalent on the ward. The main barriers to the implementation of EBP were that nurses had little knowledge of EBP and a rather negative attitude towards it, and that their English reading proficiency was poor. The main facilitators were that nurses wanted to deliver high-quality care and were enthusiastic and open to innovation. Implementation strategies included a tailored interactive outreach training and the development and implementation of an evidence-based discharge protocol. The academic model of EBP was adapted. Nurses worked according to the EBP discharge protocol but barely recorded their activities. Nurses favourably evaluated the participatory action research process. Conclusions: Action research provides an opportunity to empower nurses and to tailor EBP to the practice context. Applying and implementing EBP is difficult for front-line nurses with limited EBP competencies. Relevance to clinical practice: Adaptation of the academic model of EBP to a more pragmatic approach seems necessary to introduce EBP into clinical practice. The use of scientific evidence can be facilitated by using pre-appraised evidence. For clinical practice, it seems relevant to integrate scientific evidence with clinical expertise and patient values in nurses’ clinical decision making at the individual patient level.
DOCUMENT
Dealing with the issue of urban storm water flooding is becoming increasingly urgent. In the Netherlands there are no clear guidelines on the level of acceptance of urban flooding. Based on an accurate DEM, a detailed quick scan tool has been used to assess an extreme storm event in Amsterdam. The resulting flood maps for the whole of the city show where flooding is likely to occur after 60 or 100 mm of rain in one hour, as well as which buildings are at risk.Based on the results from this mapping study, Amsterdam decided to start a program to make the city rainproof (Amsterdam Rainproof). Part of the program was the validation of the model based on field research. An example of this is the use of data from the extreme storm event that occurred in Amsterdam on 28 july2014. In this paper several pilots from Amsterdam will address the relevance and effectiveness of the quick scan tool.
DOCUMENT
In the decision-making environment of evidence-based practice, the following three sources of information must be integrated: research evidence of the intervention, clinical expertise, and the patient’s values. In reality, evidence-based practice usually focuses on research evidence (which may be translated into clinical practice guidelines) and clinical expertise without considering the individual patient’s values. The shared decision-making model seems to be helpful in the integration of the individual patient’s values in evidence-based practice. We aim to discuss the relevance of shared decision making in chronic care and to suggest how it can be integrated with evidence-based practice in nursing. We start by describing the following three possible approaches to guide the decision-making process: the paternalistic approach, the informed approach, and the shared decision-making approach. Implementation of shared decision making has gained considerable interest in cases lacking a strong best-treatment recommendation, and when the available treatment options are equivalent to some extent. We discuss that in chronic care it is important to always invite the patient to participate in the decision-making process. We delineate the following six attributes of health care interventions in chronic care that influence the degree of shared decision making: the level of research evidence, the number of available intervention options, the burden of side effects, the impact on lifestyle, the patient group values, and the impact on resources. Furthermore, the patient’s willingness to participate in shared decision making, the clinical expertise of the nurse, and the context in which the decision making takes place affect the shared decision-making process. A knowledgeable and skilled nurse with a positive attitude towards shared decision making – integrated with evidence-based practice – can facilitate the shared decision-making process. We conclude that nurses as well as other health care professionals in chronic care should integrate shared decision making with evidence- based practice to deliver patient-centred care.
DOCUMENT
De groeiende aandacht voor computational thinking (CT) en programmeren in de klas is voor basisschoolleerkrachten aanleiding om te verkennen hoe zij CT handen en voeten kunnen geven in hun onderwijs. Ontwikkelingen binnen curriculum.nu, de recent gelanceerde leerlijn digitale geletterdheid van SLO en het toenemende arsenaal aan technologische onderwijsmiddelen als de Bee-Bot, Lego Mindstorms en Scratch bieden nieuwe mogelijkheden voor onderwijsontwikkeling, maar zorgen door de snelheid waarmee ze verschijnen tevens voor handelingsverlegenheid onder leerkrachten. Het resultaat is dat scholen materialen aanschaffen terwijl de leerkrachten niet altijd weten wat de mogelijkheden zijn van deze materialen, hoe ze van toegevoegde waarde kunnen zijn voor lesactiviteiten en leerdoelen en welke visie op CT ten grondslag ligt aan de inzet van deze materialen. Om binnen scholenbestuur SKBG op een eenduidige en doelgerichte manier te kunnen werken aan de CT-vaardigheden van leerlingen hebben leerkrachten en directeuren de handen ineen geslagen met docenten en onderzoekers van de lerarenopleiding basisonderwijs van Iselinge Hogeschool. Zij werken binnen de Academische Werkplaats Oost-Gelderland (AWOG) samen aan een op maat gemaakte leerlijn voor SKBG waarin een visie op CT en leerdoelen per leeftijdscategorie beschreven zijn, aangevuld met bij de doelen passende voorbeeldactiviteiten, suggesties voor het zinvol inzetten van technologische onderwijsmiddelen en informatie over CT in het basisonderwijs. Om de ontworpen materialen breed inzetbaar te maken binnen het bestuur is de wens om een online CT-kennisbank in te richten waar leerkrachten handvatten vinden om CT onderdeel te maken van hun onderwijs. Deze kennisbank kan door leerkrachten individueel gebruikt worden, maar ook als basis voor teamtraining en professionalisering. De inrichting en het gebruik van de kennisbank zijn context voor onderzoek naar de user journeys van basisschoolleerkrachten die op zoek zijn naar manieren om CT in de praktijk te brengen.
Om bouwmaterialen te kunnen gebruiken moeten deze materialen correct getypeerd kunnen worden, zodat exact bekend is met welke materialen wordt gewerkt en ook precies die materialen worden gebruikt. Voor veel bouwmaterialen is het lastig om zonder gedegen kennis een bouwmateriaal correct en precies te kunnen identificeren. In dit project ontwikkelen we een oplossing voor dit probleem specifiek gericht op dakpannen. Met behulp van een artificial intelligence herkennen we het merk en type dakpan, zonder dat daar tijdens deze herkenningsstap specifieke voorkennis vereist is van de gebruiker. Voor het correct vervangen van dakpannen moeten exact dezelfde dakpannen worden gebruikt, zodat deze aansluiten op het reeds bestaande dak. Met de dakpannenscanner kan iedere willekeurige gebruiker het juiste type dakpan bepalen. Dakpannen zijn er in veel soorten met subtiele onderlinge verschillen. Met dit prototype laten we zien dat dakpannen geautomatiseerd kunnen worden herkend waarmee we een eerste stap zetten om bouwmaterialen in het algemeen via beeldherkenning kunnen identificeren.
Patiënten in de herstelfase van COVID-19 ervaren beperkingen in hun dagelijks functioneren. Om het fysiek functioneren te verbeteren voorziet de fysiotherapeut patiënten van adviezen, informatie, gepersonaliseerde oefeningen en een plan om fysieke activiteiten op te bouwen. eHealth kan patiënten helpen om zelf aan hun herstel te werken in de thuissituatie.Doel Een uitgebreide vorm van eHealth is blended zorg: een vorm van fysiotherapie waarbij fysiotherapieconsulten worden geïntegreerd met een digitale applicatie. Blended zorg is zeer geschikt om patiënten te monitoren, behandelen en ondersteunen in de thuissituatie. De vraag is wat de inhoud van blended zorg moet zijn voor deze specifieke, nieuwe patiëntenpopulatie. Een advies hierin aan eHealth-aanbieders is gewenst. Resultaten Een adviesdocument is opgesteld en aangeboden aan drie eHealth-aanbieders (MijnZorgApp, Physitrack, HelloFysio) en gebruikt om blended fysiotherapie te implementeren in de Nederlandse fysiotherapie. Het adviesdocument bestaat uit vier onderdelen: 1. eHealth oefenmodule; een voorstel voor een basisset met oefeningen. 2. eHealth informatiemodule; vijftien geschreven informatiethema’s met elk een opdracht voor de patiënt. De informatiethema’s zijn gericht op het stimuleren van zelfmanagement van de patiënt. 3. Geadviseerde meetinstrumenten; een overzicht van de meetinstrumenten die gebruikt kunnen worden in de behandeling. 4. Overige wensen/opmerkingen bij het implementeren van de eHealth functionaliteiten. Lees hier het artikel Looptijd 20 april 2020 - 01 januari 2021 Aanpak Om tot het advies te komen is op de volgende manier input opgehaald: Er zijn vier digitale brainstormsessies georganiseerd. Aan deze brainstormsessies hebben in totaal 22 fysiotherapeuten meegedaan. Deelnemers waren een variatie van longfysiotherapeuten, fysiotherapeuten uit het REACH netwerk, vertegenwoordigers voor de ziekenhuisfysiotherapie, geriatrie fysiotherapie, psychosomatische fysiotherapie en fysiotherapeuten die ook een rol als docent hebben. Om mee te denken vanuit het patiëntperspectief heeft een vertegenwoordiger van het Longfonds aan één van de brainstormsessies deelgenomen. Eén patiënt is vooraf telefonisch geïnterviewd en één patiënt en drie ouderen zijn betrokken geweest bij het schrijven van de informatieteksten. Het standpunt van het KNGF (1.1 en 2.0) over de nazorg van patiënten met COVID-19. Dit document dient als inhoudelijke basis van zorg.