Publinova logo

Search results

Products 4.628

product

Handboek Mediation in Strafzaken

Dit handboek is geschreven voor zowel de praktiserende mediator in strafzaken als de mediator die dat nog wil worden. Wij hopen dat dit handboek bijdraagt aan het zich eigen maken en/of verdiepen van de kennis en kunde die de praktijk van de mediator in strafzaken vraagt. Omdat niet alle (beginnende) mediators in strafzaken ook jurist zijn, is geprobeerd om de juridische informatie in dit boek zo te verwoorden dat ook de niet-jurist deze informatie kan begrijpen. De MfN (Mediationfederatie Nederland) vraagt van haar mediators een hbo-denkniveau; dit boek sluit hierbij aan en is geschreven op hbo-denkniveau. Mediation in strafzaken is een beroep in ontwikkeling. Dit handboek is daarom ook een boek in ontwikkeling. Mocht u aanbevelingen hebben voor de verdere ontwikkeling van dit handboek dan nodigen wij u van harte uit om die met ons te delen

PDF

Handboek Mediation in Strafzaken
product

Toegang tot recht

De essaybundel bestaat uit 10 essays, waarin studenten vanuit verschillende invalshoeken (ze komen uit verschillende opleidingen en jaren) hebben onderzocht wat toegang tot het recht is en hoe het zich verhoudt tot verschillende maatschappelijke ontwikkelingen. Zo kwamen de volgende onderwerpen aan bod: ‘Een eerlijk proces’ door Amina Driouichi, ‘Sociaal advocatuur’ door Arthur Eveleens, ‘Toegang tot recht in samenspel met de ZSM-aanpak’ door Elianne Westra, ‘De verhouding tussen toegang tot recht en onafhankelijke cliëntenondersteuning’ door Fee Wever, ‘De rechtsongelijkheid van de verdachte ten opzichte van het Openbaar Ministerie lijkt onoverbrugbaar’ door Luka Hoogstraten, Jeugdstrafrecht door Michelle Bosch, ‘Toegang tot recht en verschillen in machtsverhoudingen’ door Meri Hakobyan, ‘Laaggeletterden en digitalisering’ door Nicole Groenewoud, ‘Co-ouderschap en de Wmo’ door Nohla Post, ‘ en De engel des doods onterecht veroordeeld’ door Veronique Verschoof. Het was een breed palet aan onderwerpen waarbij studenten zichzelf hebben ingelezen, contact met de praktijk hebben gemaakt en samen de bundel hebben gemaakt en geredigeerd.

PDF

Toegang tot recht
product

Voorbij misdaad en straf

Hoofdstuk 10 in Verlossing van schuld en boete. Aan de hand van een concreet voorbeeld wordt de vraag behandeld hoe delinquenten kunnen worden 'ontgijzeld' van schuld en hoe het evenwicht tussen dader en slachtoffer in balans kan worden gebracht. Enkele belangrijke beleidsontwikkelingen worden besproken, zoals de verbetering van de positie van slachtoffers in het strafproces en de voorzichtige opkomst van het herstelrecht.

MULTIFILE

Projects 3

project

Drugsdrone Twente

Van “wereldkampioen drugs” tot “narcostaat”, een greep uit de recente betitelingen van ons land als het gaat om de drugshandel. Nederlandse criminelen behoren wat betreft de productie van synthetische drugs tot de mondiale top. Een narcostaat wordt vooral gekenmerkt door een bloeiende, parallelle (synthetische) drugseconomie gepaard gaande met corruptie, infiltratie van de gevestigde orde en straffeloosheid. Het heeft ver strekkende gevolgen, veel verder dan alleen de schade voor de eindgebruiker, met recente voorbeelden als de moorden op de advocaat, de broer en de adviseur van de kroongetuige in het strafproces rondom hoofdverdachte R. Taghi, een recordaantal drugsuithalers in de afgelopen maand in de Rotterdamse haven waarbij tonnen aan cocaïne werd gevonden met een straatwaarde van meer dan 300 miljoen euro. De zogeheten “Enschedese kwartetmoord” laat zien hoe ook de handel in hennep tot extreem gewelddadige escalaties in Nederland leidt. Naast dat er door hennepkwekerijen jaarlijks 200 miljoen euro illegaal aan energie wordt afgetapt, leidt dit jaarlijks minimaal tot 65 woningbranden. Met de ontwikkeling van zogeheten e-nose technologie, te vergelijken met een elektronische speurhond, is de afgelopen jaren door enkele samenwerkende projectpartners een oplossing ontwikkeld voor de detectie van gevaarlijke stoffen. In eerste verkenningen is aangetoond dat deze technologie, in potentie, ook ingezet kan worden voor het opsporen van drugslaboratoria en kwekerijen. Naast dat dit doorontwikkeling vergt van elektrochemische sensoren en applicatietechnologie, is er in de praktijk vraag naar onderzoek inzake juridische kaders, de ontwikkeling van handelingskaders en werkinstructies en ontwikkeling van training en opleiding voor de inbedding binnen relevantie publieke organisaties. Een consortium bestaande uit hogeschool Saxion, publieke organisaties (waaronder Politie, OM, NVWA en Veiligheidsregio Twente) en private partijen wil deze (door)ontwikkeling gezamenlijk oppakken. De nieuwe werkmethoden zullen niet alleen in het laboratorium, maar ook in de opsporingspraktijk worden getest en gevalideerd.

Finished
project

Kennisgedreven beslissen van plaats delict tot rechtszaal

Uit onderzoek is gebleken dat met enige regelmaat biologische sporen en vingersporen worden veiliggesteld en geanalyseerd die niets met het misdrijf te maken hebben, terwijl belangrijke delict-gerelateerde sporen achterblijven op de plaats delict. Daarnaast kan verlies optreden van cruciale informatie die in sporen ligt besloten door het verpakken, transporteren en opslaan van sporendragers. Beslissingen die genomen worden in de eerste onderzoeksfase zijn cruciaal, en kunnen ertoe leiden dat potentieel oplosbare zaken niet kunnen worden opgehelderd of bewezen, of zelfs leiden tot rechterlijke dwalingen. Vanuit de wens deze beslissingsprocessen te verbeteren is er in de forensische keten een brede behoefte aan meer kennisgestuurde besluitvorming. Forensisch rechercheurs zitten met vragen over welke sporen relevant zijn en waar gevonden sporen het beste kunnen worden bemonsterd (op de plaats delict of in het lab). Forensisch adviseurs en Officieren van Justitie zitten tijdens de prioritering van sporen met vragen over de kansrijkheid en relevantie van de sporen binnen de context van de zaak om te kunnen beslissen welke sporen of sporendragers als eerste moeten worden onderzocht. Veel beslissingen in het forensisch onderzoek worden genomen op basis van ervaringen en aannames, maar professionals krijgen vrijwel geen feedback over de gevolgen van hun beslissingen. Een lerend systeem ontbreekt. Verkeerde aannames kunnen daardoor keer op keer tot suboptimale beslissingen leiden zonder dat de professionals zelf of de ketenpartners dit ontdekken. In de praktijk heeft dit geleid tot veel variatie en weinig gefundeerde kennis in de eerste fases van het forensische onderzoeksproces. Doel van het project is een interactieve ondersteuningstool te ontwikkelen waarmee complexe besluitvorming binnen het forensisch domein kan worden ondersteund. Naar verwachting zal hierdoor het werk van forensisch professionals veranderen en zullen de beslissingen, het reflectievermogen en het lerend vermogen van deze doelgroep verbeteren. Dit komt de transparantie en kwaliteit van het gehele strafproces ten goede.

Ongoing
project

Mediation in strafzaken: een bijzondere verantwoordelijkheid voor verdachte en mediator

Tijdens een mediation in strafzaken gaan verdachte en slachtoffer tijdens het strafproces onder begeleiding van een mediator met elkaar in dialoog over de gebeurtenis en de gevolgen daarvan. De mediationuitkomst is van invloed op de uitspraak van rechter of officier van justitie inzake het verdere verloop van de zaak. Volgens de Europese Unie slachtofferrichtlijn is het belangrijkste criterium voor een dergelijke mediation dat een verdachte verantwoordelijkheid neemt voor het delict omdat anders het gevaar bestaat dat een slachtoffer opnieuw slachtoffer wordt. Mediationfunctionarissen en mediators moeten daarom dit weten te hanteren. Zij geven echter in focusgroepen en verkennende interviews aan niet goed te weten wat een verdachte precies moet erkennen om verantwoordelijkheid te nemen. Zeker omdat een verdachte niet formeel hoeft te bekennen. Ook vragen zij zich af hoe ze kunnen interveniëren wanneer een verdachte geen verantwoordelijkheid neemt en op welke manier zij dit kunnen beschrijven in de slotovereenkomst. De hoofdvraag is daarom: ‘Welke criteria kunnen mediationfunctionarissen en mediators hanteren bij het vaststellen en stimuleren van ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ tijdens het mediation in strafzaken traject en welk handelingsrepertoire is hiervoor nodig? Het onderzoeksproject heeft als doel formats te ontwikkelen om verantwoordelijkheid van een verdachte te toetsen, interventies op te stellen, en criteria te ontwikkelen voor het omschrijven hiervan in de slotovereenkomst. Op deze manier wordt bijgedragen aan verbetering van het verloop van de mediation, wat zowel slachtoffers als verdachten ten goede komt. Daarnaast draagt het bij aan de verdere kwaliteitsontwikkeling van het vak mediators in strafzaken en werkt het door in de opleiding tot mediator in strafzaken en het onderwijs van de Hogeschool Utrecht. In het consortium zitten de Vereniging Mediators in Strafzaken (VMSZ), Stichting Kwaliteit Mediators (SKE)/Mediators federatie Nederland (MfN), Landelijk team Mediation in Strafzaken (Landelijk Bureau Vakinhoud Rechtspraak), Hogeschool Utrecht en de Universiteiten Amsterdam (VU) en Maastricht.

Finished