De wens om voedselconsumptie uit de korte keten op te schalen is alomtegenwoordig bij publieke organisaties. Daarmee bedoelen ze dat cateringgasten en burgers een hoger percentage voedsel uit de eigen regio of provincie eten. Dit zouden duurzamere en gezondere producten zijn dan die uit lange ketens en ook logistiek duurzamer zijn. In de praktijk blijkt echter dat veel lokale producten niet duurzamer of gezonder zijn en de logistieke meerprijs en extra administratieve kosten van inkopen uit de korte keten het simpelweg te duur maken om veel meer dan enkele specifieke producten uit de korte keten te halen. Opschalen is daardoor lastig. In het project ‘Ontketen de korte keten voor catering’ (HvA, 2021) wordt onderzocht of en hoe logistiek en transacties efficiënter georganiseerd kunnen worden – bijvoorbeeld door samenwerking in en tussen ketens – om de kosten omlaag te brengen en opschaling van korte ketens mogelijk te maken. Uit een analyse van het Integraal Logistiek Concept van de betrokken partijen in de cateringketen, wordt duidelijk waardoor dit lastiger te realiseren dan soms wordt verondersteld. Er is meer aan de hand dan het oplossen van een probleem van logistieke inefficiëntie. Partijen hebben verschillende doelen en belangen waardoor zij verschillende vereisten hebben aan hun logistieke processen. Bovendien wil iedere ketenpartij regie behouden. Korte keten leveranciers en producenten die uit de niche weten te stappen, danken hun succes aan efficiëntie en schaal waarbij ze een hoge mate van controle over de keten hebben. Hierdoor hebben zij veel meer weg van een grootschalige landbouw of reguliere groothandel dan van het ideaalplaatje: een kleinschalige, natuur inclusieve boerderij met verschillende landbouwactiviteiten. Hierdoor botsen oplossingen die de logistieke efficiëntie vergroten met de kern van waar het voor publieke organisaties in de korte keten om gaat. Tijd dus om op een andere manier oplossingen te zoeken.
MULTIFILE
Hoofdstuk in 'Gedragskundige rapportage in het strafrecht', derde herziene druk.
DOCUMENT
Er zijn veel boereninitiatieven om via korte ketens een directe relatie op te bouwen met de markt en consumenten. Door het slim analyseren van de aankopen (producten, hoeveelheden, frequenties) kan een optimaal aanbod samengesteld worden. Korte ketens in de stad worden vaak nog gekoppeld aan het concept van stadslandbouw, urban farming, op een braakliggend terrein. Echter nieuwe high tech teelttechnieken maken het mogelijk, om op het dak, in leegstaande gebouwen, containers en zelfs in het restaurant teelten op te zetten. De nieuwe markt- en logistiek gestuurde korte ketenstructuren zullen de voedselverspilling laag houden.
DOCUMENT
Samen werken aan de weerbaarheid van jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking (LVB) tegen de aanzuigende werking van criminaliteit. Dat is waar Samen Koersen op Nieuwe Kansen over gaat. Het project betreft gedragstrainers en ervaringsdeskundigen die het LVB-vakmanschap van forensische professionals willen versterken. De implementatie en uitvoering van een nieuwe interventie is onderzocht.

Aanleiding In Nederland blijven jaarlijks ongeveer 620.000 vermogensmisdrijven en 40.000 gewelds- en zedenmisdrijven onopgelost. Dit komt deels doordat forensische professionals niet altijd in staat zijn alle bruikbare informatie van sporen te benutten. Zo gebruikt men vingersporen traditioneel alleen voor identificatiedoeleinden aan de hand van papillairlijnen, terwijl deze sporen ook andere informatie bevatten over hun bron en de activiteiten waardoor ze zijn veroorzaakt. Effectief gebruik van deze informatie vergroot de kans op opsporing en vervolging van daders en verkleint de kans op gerechtelijke dwalingen. Professionals uit de strafrechtsketen hebben daarom behoefte aan kennis over het breder benutten van vingersporen in de opsporingspraktijk. Doelstelling Het project bestaat uit twee onderzoekslijnen, met als doel: 1) Ontwikkeling en verfijning van opsporingsmethoden waarmee men valide, betrouwbare informatie over de bron en activiteiten uit vingersporen kan afleiden. Deze lijn heeft een analytisch chemisch deel (gericht op de samenstelling van vingersporen in relatie tot eigenschappen van de bron) en een chemisch fysisch deel (gericht op de wijze waarop de sporen zijn geplaatst). 2) Ontwikkeling en toetsing van methoden waarmee professionals de opsporingstechnieken optimaal kunnen inzetten en de resultaten ervan optimaal kunnen gebruiken in het proces van opsporing, vervolging en bewijsvoering. Dit gebeurt aan de hand van analyse van dossiers, analyse van lab- en plaats-delictobservaties, interviews met rechercheurs, experimentele toetsing van aanbevelingen via virtuele plaatsen delict (3D-panoscans), vignettestudies waarin rechercheurs zich buigen over beschrijvingen van zaken, literatuuronderzoek, expertmeetings en experimenten met studenten en professionals. Beoogde resultaten Het consortium beoogt hiermee een strategie te ontwikkelen waarmee opsporingsprofessionals vingersporen optimaal kunnen benutten, doordat: 1) de politie aandacht krijgt voor de kansen die deze sporen bieden; 2) forensische instituten methoden ontwikkelen waarmee men deze sporen kan analyseren en helder over de resultaten kan rapporteren; 3) ketenpartners van de tactische recherche, het openbaar ministerie en de zittende magistratuur begrijpen hoe zij rapportages over deze sporen moeten interpreteren en hoe ze de informatie kunnen gebruiken bij het beslissen over vervolgstappen in het onderzoek. Docenten, onderzoekers en studenten van de deelnemende onderwijsinstellingen participeren in het onderzoeksprogramma. De betrokken docenten integreren de verworven kennis in het reguliere onderwijs. In samenwerking met opleidingsinstituten in het forensische veld worden gerichte (nascholings)workshops, seminars en trainingen ontwikkeld voor professionals. Verder vindt er kennisverspreiding plaats via publicaties in (inter)nationale wetenschappelijke tijdschriften en vakbladen, en door lezingen tijdens themadagen en congressen.