In ‘Goede condities voor startende leraren. Het waarom en hoe van een goed begeleidingsprogramma’ beschrijft Marco Snoek, lector Leren & Innoveren aan de Hogeschool van Amsterdam, de drie bronnen die het leren kunnen voeden. Het leren vanuit de theorie, het leren van ‘nabije anderen’ en het leren door ervaring. Samen met Brigit van Rossum, senior beleidsmedewerker Onderwijs & Ontwikkeling bij Signum Onderwijs, reflecteert hij op goede condities voor startende leraren. De handvatten die Marco en Brigit bieden voor het ontwikkelen van goede begeleidingsprogramma’s worden aangevuld met praktijkvoorbeelden van besturen en scholen uit het primair onderwijs en opleidingen over hoe zij de begeleiding van starters hebben vormgegeven. De vijftien voorbeelden van inductieprogramma’s met verschillende invalshoeken, een verschillende aanpak en verschillende activiteiten bieden een rijke inspiratiebron voor iedereen die zich bezighoudt met de begeleiding van beginnende leraren. De bundel is een weerslag van de werkconferentie die PO-Raad in april 2017 organiseerde.rond de begeleiding van startende leraren.
Deze verkennende studie is geïnitieerd door het Lectoraat Participatie en Stedelijke Ontwikkeling van de Hogeschool Utrecht, vanuit de onderzoekslijn ‘Maatschappelijke Impact van Sport en Bewegen’ (MISB). De studie sluit aan bij de twee reeds genoemde MISB onderzoeken, te weten het (promotie)project ‘U on Board’ en de vier jaar durende studie CISE (Calibrating Inclusive Sporting Encounters, 2019) die uitgevoerd wordt met een groot onderzoeksconsortium in de steden Eindhoven en Utrecht.
In Nederland alleen al lijden 1,4 miljoen mensen aan hart- en vaatziekten en wereldwijd worden maar liefst 45% van alle sterfgevallen gerelateerd aan hart- en vaatziekten. Leefstijlfactoren zoals voeding en beweging hebben een grote invloed op de gezondheid van het hart. Door leefstijlondersteuning als preventie en als behandeling in te zetten kan 80% van alle hart- en vaatziekten voorkomen worden. Helaas vormt leefstijlondersteuning doorgaans geen volwaardig onderdeel van de behandeling van patiënten met hart- en vaatziekten. Om effectieve leefstijlondersteuning te bewerkstelligen moet die toegespitst worden op de persoonlijke voorkeuren en sociale omgeving van het individu. In de reguliere gezondheidszorg ontbreekt het aan tijd en middelen om dit voor iedere patiënt te realiseren. In dit project wordt daarom door middel van de inzet van draagbare zelfmeettechnologie en kunstmatige intelligentie gewerkt aan een tool die automatisch gepersonaliseerde leefstijlondersteuning aanbiedt. Het onderhavige project richt zich daarbij op hart- en vaatziektepatiënten in de leeftijd van 40-70 met aangepaste leefstijladviezen, omdat vooral bij deze groep een gepersonaliseerde aanpak veel baat kan hebben op zowel korte als langere termijn. Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een AI-gedreven e-health oplossing, die deze groep hartpatiënten activeert om hun leefstijl en gezondheid te verbeteren. In het huidige project wordt een belangrijke stap gezet met het specifiek ontwikkelen van een module met doelgroep-specifieke en op de patiënt afgestemde voedings- en beweegondersteuning en manieren om dat zo aantrekkelijk en effectief mogelijk aan te bieden. Opbrengsten van dit project zijn adviezen en voorgestelde inhoud voor de beoogde tool. Deze zijn ontwikkeld voor voeding, voor bewegen -gericht op inspanning en ontspanning- en voor motiverend (game)design.
Paramedici willen in eenvoudige stappen beter passende en toegankelijke zorg bieden aan patiënten met geldzorgen. Passende zorg gaat niet alleen over de (para)medische kant, het is ook zorg die zoveel mogelijk rekening houdt met een klein budget én financiële stress. Paramedici hebben veel vragen over hoe zij patiënten met geldzorgen het beste kunnen helpen, en werken nu nog vaak solitair, incidenteel en per casus aan oplossingen. Dit project draagt bij aan een duurzame, solide en breed gedeelde oplossing. In dit project onderzoeken we knelpunten en oplossingen in de zorg voor patiënten met geldzorgen en de aansluiting bij het sociaal domein. We ontwikkelen een interventie gericht op het vergroten van de toegankelijkheid van zorg (verminderen zorgmijding en betaalproblemen), opbrengst van zorg (stressvermindering, effectievere zorg, verbeterd welzijn) en interprofessionele samenwerking (hulp bij geldzorgen). We beantwoorden de volgende vraag: Hoe kunnen paramedische professionals worden ondersteund om de belemmeringen die patiënten met geldzorgen ervaren in de paramedische praktijk te verminderen en hoe kan daartoe (laagdrempelig) worden samengewerkt met het sociaal domein? We ondernemen daarvoor de volgende activiteiten: 1. Oplossingsrichtingen verkennen. 2. Handelingsperspectief van paramedische professionals vergroten. 3. Totstandbrengen van samenwerking tussen paramedische praktijken en het sociaal domein. 4. Testen en doorontwikkelen breed inzetbare interventie. 5. Doorwerking door verbreden en verduurzamen van het consortium met onder meer landelijke beroepsverenigingen, paramedische netwerken en gemeenten. Zo bereiken we in 2026 het volgende doel: Paramedici kunnen stress-sensitieve en toegankelijke zorg verlenen aan patiënten met geldzorgen en kunnen samenwerken met het sociaal domein voor de hulp bij geldzorgen. Dit project bouwt voort op een KIEM-project waarin we hebben samengewerkt met paramedische praktijken. We verbreden het consortium met het sociaal domein en eerstelijnszorgadviseurs die ondersteunen bij netwerkvorming en domeinoverstijgende samenwerking. Daarmee levert de praktijk een tastbare bijdrage aan een interventie die landelijk kan worden gedeeld en ingebracht in het onderwijs.