Dit boek geeft ouders richtlijnen voor de omgang met hun kind met suikerziekte. Het geeft praktische informatie over zaken als alcohol en drugsgebruik door tieners, adviezen voor de omgang met leerkrachten, over wat te vertellen bij een sollicitatie.
DOCUMENT
The angiotensin receptor blocker telmisartan slows progression of kidney disease in patients with type 2 diabetes (T2D), yet many patients remain at high risk for progressive kidney function loss. The underlying mechanisms for this response variation might be attributed to differences in angiotensin-1 receptor occupancy (RO), resulting from individual variation in plasma drug exposure, tissue drug exposure, and receptor availability. Therefore, we first assessed the relationship between plasma telmisartan exposure and urinary-albumin-to-creatinine-ratio (UACR) in 10 patients with T2D and albuminuria (mean age 66 years, median UACR 297 mg/g) after 4 weeks treatment with 80 mg telmisartan once daily. Increasing telmisartan exposure associated with a larger reduction in UACR (Pearson correlation coefficient (PCC) = −0.64, P = 0.046, median change UACR: −40.1%, 95% confidence interval (CI): −22.9 to −77.4%, mean telmisartan area under the curve (AUC) = 2927.1 ng·hour/mL, 95% CI: 723.0 to 6501.6 ng·hour/mL). Subsequently, we assessed the relation among plasma telmisartan exposure, kidney distribution, and angiotensin-1 RO in five patients with T2D (mean age 60 years, median UACR 72 mg/g) in a separate positron emission tomography imaging study with [11C]Telmisartan. Individual plasma telmisartan exposure correlated with telmisartan distribution to the kidneys (PCC = 0.976, P = 0.024). A meaningful RO could be calculated in three patients receiving 120 mg oral telmisartan, and although high exposure seems related to higher RO, with AUC0–last of 31, 840, and 274 ng·hour/mL and corresponding RO values 5.5%, 44%, and 59%, this was not significant (P = 0.64). Together these results indicate, for the first time, a relationship among interindividual differences in plasma exposure, kidney tissue distribution, RO, and ultimately UACR response after telmisartan administration.
DOCUMENT
Management of type 1 diabetes (T1D) is essential for a successful long-term treatment. This is especially important for teenagers transitioning to self-management. However, due to teenagers’ interests and lifestyles, T1D management isn’t often highly prioritized by teenagers, possibly leading todeficits in monitoring and health status. In this work, we aim to increase monitoring potential for teenagers by developing a mobile app that is centered around the lifestyle and needs of teenagers. We further emphasize patient-doctor communication by concentrating on the human behind the numbers. We contribute user requirements, a paper-prototype design of the T1D management app and an initial evaluation with medical staff such as diabetes nurses.
LINK
1e alinea column: Hoofdpijn of een wondermiddel? Huidige zorg efficiënter. Over weinig onderwerpen in de zorg is meer geschreven dan over hoe internet, mobiele data en sociale media de zorg goedkoper, beter en leuker zouden kunnen maken. Heel veel zaken zijn al beschreven de laatste 15 jaar en zitten in de pijplijn. Het inzicht is er. Het wachten is op de implementatie.
LINK
Introduction: The original Rainbow Model of Integrated Care Measurement Tool (RMIC-MT) is based on the Rainbow Model of Integrated Care (RMIC), which provides a comprehensive theoretical framework for integrated care. The aim of this paper is to modify the original patient version of the RMIC-MT for the Chinese primary care context and validate its psychometric properties. Methods: The translation and adaptation processes were performed in four steps, forward and back-translation, experts review and pre-testing. We conducted a cross-sectional study with 386 patients with diabetes attending one of 20 community health stations in the Nanshan district. We analyzed the distribution of responses to each item to study the psychometric sensitivity. Exploratory factor analysis with principal axis extraction method was used to assess the construct validity. Confirmation factor analysis was used to evaluate model fit of the modified version. Cronbach’s alpha was used to ascertain the internal consistency reliability. Results: During the translation and adaptation process, all 24 items were retained with some detailed modifications. No item was found to have psychometric sensitivity problems. Five factors (person-centeredness, clinical integration, professional integration, team-based coordination, organizational integration) with 15 items were determined by exploratory factor analysis, accounting for 53.51% of the total variance. Good internal consistency was achieved with each item correlated the highest on an assigned subscale and Cronbach’s alpha score of 0.890. Moderately positive associations (r≥ 0.4, p
DOCUMENT
Oncology healthcare professionals (HCPs) and cancer patients often have difficulties in navigating conversations about sexual changes and concerns due to cancer and its treatments. The present study draws on Discursive Psychology to analyze how the topic of sexuality is raised and managed in Dutch oncological consultations. Our corpus consists of 28 audio recordings. We analyzed the discursive practices used by cancer patients and oncology HCPs and to what effect. Patients, on the one hand, employ vagueness, pronouns, and ellipses, while HCPs attribute talk to others and use generalizations, and speech perturbations. Through these practices they collectively keep the topic of sexuality at a distance, thereby constructing it as a delicate topic. Moreover, we explicate the norms related to sexual behavior that cancer patients and oncology HCPs orient to in their talk. Finally, we address ways in which oncology HCPs can open the door on discussing sexual changes with their patients.
MULTIFILE
Iedereen weet instinctief dat natuur gezond is. Toch heeft de natuur nog geen vanzelfsprekende plek in de gezondheidszorg. In de praktijk ontdekken steeds meer zorginstellingen de baten van groen voor hun cliënten. Hoe pakken zij dit aan en wat zijn hun ervaringen? In deze publicatie beschrijven we zes inspirerende voorbeelden waarin de gezondheidszorg gebruik maakt van natuur. Aan het woord komen medewerkers van zorginstellingen en natuurorganisaties, en natuurlijk de cliënten zelf. Boeiende verhalen voor iedereen die zelf aan de slag wil met het onderwerp natuur & gezondheid.
DOCUMENT
Onderzoek naar de ondersteuningsbehoeften in het ouderschap bij aanstaande ouders en ouders met jonge kinderen. Het kenniscentrum GUTS heeft vanuit het lectoraat Jeugdhulp in transformatie een onderzoek uitgevoerd en dit rapport gepubliceerd. Hierbinnen is gebruik gemaakt van het thema lab Kansrijke Start van het Living Lab Publieke Gezondheid van het Kenniscentrum -Health Innovation van De Haagse Hogeschool. Een mooie co- creatie van 2 kenniscentra
MULTIFILE
Het sociaal netwerk vormt een belangrijk thema doordat vanuit de Wmo verondersteld wordt dat de cliënt eerst de eigen kracht aanboort, alvorens er professionele hulp kan worden ingeschakeld. Dat betekent dat hij ook de kracht die het eigen sociaal netwerk bezit moet benutten. Het gaat bij kracht van het sociaal netwerk om steun die door familie, vrienden , kennissen en buren gegeven kunnen worden. Hierdoor kan de cliënt langer zelfstandig thuis blijven wonen en/of meer participeren in de samenleving. In de literatuur wordt wel onderscheid gemaakt tussen het persoonlijk – en het maatschappelijk steunsysteem van de cliënt. Bij het maatschappelijk steunsysteem gaat het dan met name over het benutten van algemene voorzieningen als vrijwilligers of lotgenotencontacten etc. In deze docentenhandreiking ligt de focus op het persoonlijk steunsysteem. De opzet van deze handreiking is dat je als docent tijdens je lessen voor een bepaald vak waar het onderwerp Sociale netwerken bij aan de orde komt, kan putten uit dit lesmateriaal. Daarbij kun je gericht zoeken vanuit de deelthema’s waar deze docentenhandreiking uit is opgebouwd. Ieder deelthema wordt kort ingeleid. Hierdoor krijgt de lezer een goede indruk van de belangrijkste items die bij ieder deelthema aan de orde zijn. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de literatuur en onderwijsmodules uit de Wmo-werkplaatsen, zodat jij en studenten zich verder in het thema kunnen verdiepen. Tot slot wordt bij ieder deelthema een aantal opdrachten geformuleerd die je als docent kan gebruiken als opdrachten tijdens de lessen.
DOCUMENT
Er lijkt een duidelijke mate van evidentie te bestaan betreffende de relatie fysieke activiteit, respectievelijk fitheid en gezondheid in de algemene populatie en bij bepaalde pathologieën. Er is evenwel nog behoefte aan verder wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke determinanten en onderliggende mechanismen, als ook naar evidentie bij bepaalde, specifieke aandoeningen. Tevens mag duidelijk zijn dat ondanks de bestaande evidentie fysieke activiteit/oefening te weinig toegepast wordt in de gezondheidszorg. Het onderzoek naar de effectiviteit van gezondheidskundige interventies is dan ook uitermate belangrijk. Dit lectoraat hoopt dan ook een bescheiden bijdrage hieraan te kunnen leveren. Hiervoor heeft zij reeds afspraken tot samenwerking met de academische en medische wereld (in Utrecht, Amsterdam, Maastricht en Leuven), met de gezondheidszorg (RIVM Bilthoven en GG&GD Utrecht) en met de beroepen- of bedrijfswereld (Politie regio Utrecht; Enraf Nonius, Delft). De beoogde doelstellingen zullen echter naar alle waarschijnlijkheid beduidend meer tijd in beslag nemen dan de periode van 4 jaar die de Stichting Kennis Ontwikkeling voorzien heeft met betrekking tot het oprichten en financieren van de lectoraten.
DOCUMENT