This article is based on ethnographic research over recent years in eight Dutch police teams. It focuses on the othering process in which police officers define ‘crooks’ as the Other and chase, catch and arrest them. Catching crooks is perceived as an assignment as well as a game. Street cops construct detailed subcategories of the crook which influence their daily practices. They select crooks by recognition (the permanent suspects), by abnormalization (out of placeness) and by profiling (regardless of place). In addition to the discussion on ethnic profiling, we argue that profiling is a contextual practice. The contents of the profiles depend on the demographic characteristics of the district in which a police team operates. Interacting mediaframes of both the crook and the police reinforce the mutual caricatures and tense relationships.
DOCUMENT
Welzijnswerk is uiterst gevoelig voor trends, veranderingen en discussies. De vraag hoe je het sociaal leven van mensen tot op zekere hoogte kunt reguleren en versterken levert geen eenduidige antwoorden op. Voor gemeentes en gemeenschappen is één ding wel duidelijk, er zijn momenten dat je in actie moet komen, dat je iets moet doen. Soms vanwege het gevoel van solidariteit, bewogenheid, rechtvaardigheid soms omdat je mensen moet beschermen, omdat mensen bedreigd worden, omdat het minder prettig wordt om er te wonen. In het spel tussen burgers en overheden heeft het welzijnswerk een vaste plek gekregen. 'Vast' niet in de zin van een duidelijke positie of een sterk profiel maar wel als niet meer weg te denken, je komt het steeds weer tegen. Het werk is permanent in uitvoering ondanks alle trends, veranderingen en twijfels. Dat is een troostrijke gedachte voor werkers in de sector maar geen excuus om niet te zoeken naar een steviger profiel en grotere herkenbaarheid. Dat is ook het debat van vandaag. Ik zal in dit debat stelling nemen. Ik doe dit door eerst kort drie belangrijke ontwikkelingen die het welzijnswerk raken toe te lichten om daarna een profielschets te geven van een moderne maatschappelijke dienstverlening, waarvan het welzijnswerk deel uitmaakt.
DOCUMENT
Dit project was een samenwerking tussen Hogeschool Utrecht, de LFB en zorgorganisaties Amerpoort, Amsta Karaad, Cordaan, Philadelphia Zorg en Zorgeloos Ambulant. Het project heeft praktische werkwijzen opgeleverd om de samenwerking tussen cliënten met een licht of matig verstandelijke beperking, begeleiders en naasten te verbeteren. Deze werkwijzen zijn tot stand gekomen in twee ontwikkelwerkplaatsen, een in Utrecht en een in Amsterdam. Hierin werkten cliënten, verwanten, ervaringsdeskundigen en begeleiders samen met onderzoekers en ontwerpers van Hogeschool Utrecht. In deze werkplaatsen werden kennis en ervaringen gedeeld rond de vraag wat belangrijk is voor gelijkwaardige samenwerking. Tevens werden (spel)vormen ontwikkeld die bijdragen aan goede communicatie en samenwerking. Binnen de de ontwikkelwerkplaatsen hebben we de fasen van de zogenaamde dubbele diamant doorlopen. Er is inzicht gekregen in de wijze waarop gewerkt kan worden aan een betere samenwerking in de driehoek van cliënten, begeleiders en naasten, welke factoren hierbij van belang zijn. Uit de thematische analyse van de procesdata (observaties, projectdocumenten en informele gesprekken met betrokken actoren) zijn de volgende factoren gevonden die gelijkwaardige samenwerking in de gehandicaptenzorg mogelijk maken: 1. Ruimte bieden voor intrinsieke motivatie en het delen van persoonlijke interesses en ervaringen. 2. Het bevorderen van echt contact tussen deelnemers en het bieden van veiligheid. 3. Activiteiten afstemmen op de beschikbaarheid en veerkracht van deelnemers. 4. Aan de slag gaan met samenwerken en leren: doen en samen iets creëren/maken in plaats van alleen praten. In het proces van co-creatie zijn 4 (prototypes van) tools ontwikkeld die bijdragen aan (meer) gelijkwaardige communicatie en samenwerking. 3 tools zijn in kleine oplage geproduceerd en beschikbaar. Van elke tool hebben de betrokken deelnemers een filmpje gemaakt waarin ze toelichting geven over het doel en gebruik van de tool. Klik op de links om de video’s te bekijken. Team voor Taal (hu.nl) Rad van Gesprek (hu.nl) wist je dat? (hu.nl) Bekend maar niet zichtbaar (hu.nl) - Er is een toepassing beschreven van de methodiek Steunend Relationeel Handelen (SRH) voor begeleiders, dat gebruikt kan worden om goede begeleiding vorm te geven in samenwerking met 7 cliënten en hun netwerk. Het boekje is open access beschikbaar, zowel gedrukt als digitaal) boekje als een middel voor co-creatie van zorg gericht op kwaliteit van (samen)leven binnen de gehandicaptenzorg. Via de projectpagina is een PDF-bestand van het boekje te downloaden. Er is een training beschikbaar die implementatie van producten in onderwijs en praktijk ondersteunt. Er is een concept handreiking geschreven over de methode van de ontwikkelwerkplaats om te werken aan gelijkwaardige samenwerking. De intentie is om deze methode verder uit te werken en te testen in een vervolgproject. Er zijn netwerken ontstaan van begeleiders, naasten en mensen met een verstandelijke beperking die binnen hun eigen zorgorganisatie en/of regio met behulp van de tools samen meer gelijkwaardige samenwerking demonstreren. Alle producten zijn te vinden via https://www.hu.nl/onderzoek/projecten/inclusief-samenwerken-rond-mensen-met-een-verstandelijke-beperking
DOCUMENT
In het basismodule wetenschappelijke vaardigheden ontwikkelen de studenten meer begrip van methodologie en statistiek binnen de sport en beweegsector, alsook een kritische houding ten aanzien van onderzoeksresultaten. Omdat de Master of Sports een deeltijdstudie is en alle studenten ook werken in de beroepspraktijk, kan de student een bijdrage leveren aan het meer evidence-based maken van de beroepspraktijk op zijn werkplek. Zo heeft Bart van Gastel in opdracht van de Gelderse Sport Federatie een praktijkonderzoek uitgevoerd naar het effect van het aanleren van een B-Fit pauze-activiteit in de gymles op het spelen op het schoolplein bij 11- en 12-jarige meisjes.
DOCUMENT
Het lectoraat richt zich op participatie en stedelijke ontwikkeling. De uitdagingen en problemen die spelen in stedelijke omgevingen gaan vaak over ‘delen’ en ‘verdelen’, en over de voortdurende spanningsverhouding tussen de verscheidenheid én verbondenheid die daarbij hoort. De stad zijn wij. Voor die sociale stedelijke ontwikkeling zet het lectoraat zich in door onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de kracht van relaties en netwerken in de stad te versterken. Dat doen we vanuit onderzoek en onderwijs samen met de praktijk en het beleid. We werken ingebed, als embedded practice-based researchers. We willen relaties en netwerken niet alleen beter proberen te begrijpen, zoals de voortdurende en intrigerende spanningsverhouding tussen eenheid en verscheidenheid van mensen die daar deel van uitmaken. Ook willen we ze een positieve impuls geven, de kracht ervan benutten. Dat doen we mede door ook zelf met betrokkenen samen te werken, door samen te ‘zwermen’ tijdens het onderzoek, met als doel maatschappelijke participatie en stedelijke ontwikkeling te bevorderen. Want, zo zien wij het: voor de 21ste eeuw is er geen andere optie dan te delen. Na het inleidende eerste hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 uiteen gezet wat de kernbijdrage van het lectoraat is. Waar richt het lectoraat zich precies op als het gaat om participatie en stedelijke ontwikkeling? En waarom? In Hoofdstuk 3 werken we die bijdrage verder uit, door in te gaan op de doorontwikkeling van het lectoraat en het onderzoeksprogramma met drie onderzoekslijnen. Onze belangrijkste drijfveer is het realiseren van maatschappelijke impact. We besluiten de tekst in hoofdstuk 4 met een aantal slotbeschouwingen.
DOCUMENT
Het middelbaar beroepsonderwijs is een belangrijke emancipatiemotor voor jongeren met een migratie achtergrond. Tegelijkertijd zijn er zorgen over de toenemende gevoelens van vervreemding van deze jongeren ten aanzien van de Nederlandse samenleving. En over docenten die worstelen met handelingsverlegenheid wanneer ze hiermee worden geconfronteerd. Dit boek biedt een onthullende inkijk in de complexe dagelijkse leefwereld van een Randstedelijke mbo school voor Helpende Zorg en Welzijn. Op grond van concrete casussen wordt duidelijk dat er soms wel iets te verbeteren valt aan de solidariteit tussen studenten of aan het ‘spelgevoel’ van docenten. Maar een aanzienlijk deel van de problemen op school blijkt te wijten aan de aanhoudende organisatorische onrust ten gevolge van het ‘trilemma’ van kwaliteit, rendement en emancipatie waarvoor veel onderwijsinstellingen in Nederland zich tegenwoordig gesteld zien.
DOCUMENT
Lectorale rede waarin wordt ingegaan op de manier waarop de mens nu binnen zijn natuurlijke omgeving functioneert. Dit wordt getypeerd als een ‘mismatch’. Tegelijkertijd is de lector er ook van overtuigd dat de technologie uiteindelijk zorgt voor een beter leven.
DOCUMENT
In discussies over burgerkracht hoor je vaak dat burgerinitiatieven moeten bijdragen aan ‘leefbaarheid’, ‘sociale samenhang’ en ‘inclusie van kwetsbaregroepen’. De roerige geschiedenis van Buurtboerderij Ons Genoegen aan de groene rafelrand van het Amsterdamse Westerpark laat zien dat een proces van zelforganisatie doorgaans gepaard gaat met voortdurende in- en uitsluiting.
DOCUMENT
In discussies over burgerkracht hoor je vaak dat burgerinitiatieven moeten bijdragen aan ‘leefbaarheid’, ‘sociale samenhang’ en ‘inclusie van kwetsbare groepen’. De roerige geschiedenis van Buurtboerderij Ons Genoegen aan de groene rafelrand van het Amsterdamse Westerpark laat zien dat een proces van zelforganisatie doorgaans gepaard gaat met voortdurende in- en uitsluiting.
DOCUMENT
Hoe verhoudt ICT zich tot veiligheid? SQM zou niet 'ict oplossingen voor sociale kwesties' als ondertitel hebben, als we geen aandacht gaven aan deze vraag. In de eerste Rode Draad Notitie verkent SQM dit thema.
DOCUMENT