Energiebeheer gericht aanpakken, Het analyseren van doelstellingen, resultaten en impacts van energie- en broeikasgasbeheersprogramma’s in bedrijven (met een samenvatting in het Nederlands): De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen moet drastisch worden teruggebracht om de mondiale stijging van de temperatuur tot het relatief veilige niveau van maximaal 2 graden Celsius te beperken. In de komende decennia zal de verbetering van de energie-efficiëntie de belangrijkste strategie zijn voor het verminderen van de energiegerelateerde uitstoot van broeikasgassen. Hoewel er een enorm potentieel is voor verbetering van de energie-efficiëntie, wordt een groot deel daarvan nog niet benut. Dit wordt veroorzaakt door diverse investeringsbarrières die de invoering van maatregelen voor energie-efficiëntie verbetering verhinderen. De invoering van energiemanagement wordt vaak beschouwd als een manier om dergelijke barrières voor energiebesparing te overwinnen. De invoering van energiemanagement in bedrijven kan worden gestimuleerd door de introductie van programma's voor energie-efficiëntie verbetering en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Deze programma's zijn vaak een combinatie van verschillende elementen zoals verplichtingen voor energiemanagement; (ambitieuze) doelstellingen voor energiebesparing of beperking van de uitstoot van broeikasgassen; de beschikbaarheid van regelingen voor stimulering, ondersteuning en naleving; en andere verplichtingen, zoals openbare rapportages, certificering en verificatie. Tot nu toe is er echter beperkt inzicht in het proces van het formuleren van ambitieuze doelstellingen voor energie-efficiëntie verbetering of het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen binnen deze programma's, in de gevolgen van de invoering van dergelijke programma's op de verbetering van het energiemanagement, en in de impact van deze programma's op energiebesparing of de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. De centrale onderzoeksvraag van dit proefschrift is als volgt geformuleerd: "Wat is de impact van energie- en broeikasgasmanagement programma’s op het verbeteren van het energiemanagement in de praktijk, het versnellen van de energieefficiëntie verbetering en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen in bedrijven?".
The current systematic framework of aviation has developed complex air transport systems where reliability and performance are sensitive and instantly adaptive to the supply side due to the growing and elevated degree of demand in aviation market circumstances. The role of quality measurements has increased. Determining quality performance indicators is difficult because of the system's uniqueness, interdependency, and unsupportable characteristics. This is accomplished by using the 'analytical hierarchy process (AHP)' by developing a survey based on a three-level hierarchical model of the air transport supply-side quality dispersed among four groups of aviation professionals, namely 1) pilots 2) ATCOs 3) aircraft engineers, and 4) aviation managers. The scope of this study is to analyse the crucial components of the present air transportation system and draw a distinction between all the current system components.
It is becoming clear that the project management practice must embrace sustainability in order to develop into a 'true profession' (Silvius et al., 2012). In project management, sustainability can be gained in both the product of the project and in the process of delivering the product. (Gareis et al., 2010) Nine sustainability principles have been identified that should be implemented in the project management practice. These nine principles are: (1) values and ethics; (2) holistic approach; (3) long term view; (4) large scale; (5) risk reduction; (6) participation; (7) accountability; (8) transparency; (9) stakeholder interest. In a case study it is researched which project and program management roles can exert an influence to have the sustainability principles implemented in the project management practice and how they can accomplish this implementation.
In order to stay competitive and respond to the increasing demand for steady and predictable aircraft turnaround times, process optimization has been identified by Maintenance, Repair and Overhaul (MRO) SMEs in the aviation industry as their key element for innovation. Indeed, MRO SMEs have always been looking for options to organize their work as efficient as possible, which often resulted in applying lean business organization solutions. However, their aircraft maintenance processes stay characterized by unpredictable process times and material requirements. Lean business methodologies are unable to change this fact. This problem is often compensated by large buffers in terms of time, personnel and parts, leading to a relatively expensive and inefficient process. To tackle this problem of unpredictability, MRO SMEs want to explore the possibilities of data mining: the exploration and analysis of large quantities of their own historical maintenance data, with the meaning of discovering useful knowledge from seemingly unrelated data. Ideally, it will help predict failures in the maintenance process and thus better anticipate repair times and material requirements. With this, MRO SMEs face two challenges. First, the data they have available is often fragmented and non-transparent, while standardized data availability is a basic requirement for successful data analysis. Second, it is difficult to find meaningful patterns within these data sets because no operative system for data mining exists in the industry. This RAAK MKB project is initiated by the Aviation Academy of the Amsterdam University of Applied Sciences (Hogeschool van Amsterdan, hereinafter: HvA), in direct cooperation with the industry, to help MRO SMEs improve their maintenance process. Its main aim is to develop new knowledge of - and a method for - data mining. To do so, the current state of data presence within MRO SMEs is explored, mapped, categorized, cleaned and prepared. This will result in readable data sets that have predictive value for key elements of the maintenance process. Secondly, analysis principles are developed to interpret this data. These principles are translated into an easy-to-use data mining (IT)tool, helping MRO SMEs to predict their maintenance requirements in terms of costs and time, allowing them to adapt their maintenance process accordingly. In several case studies these products are tested and further improved. This is a resubmission of an earlier proposal dated October 2015 (3rd round) entitled ‘Data mining for MRO process optimization’ (number 2015-03-23M). We believe the merits of the proposal are substantial, and sufficient to be awarded a grant. The text of this submission is essentially unchanged from the previous proposal. Where text has been added – for clarification – this has been marked in yellow. Almost all of these new text parts are taken from our rebuttal (hoor en wederhoor), submitted in January 2016.
De maakindustrie wordt geconfronteerd met uitdagingen met betrekking tot duurzaamheid en de beschikbaarheid van grondstoffen. Om deze aan te pakken, richt de sector zich op circulaire productie- en consumptiesystemen. Digitale productpaspoorten (DPP's) worden gezien als cruciaal voor deze overgang, omdat ze gedetailleerde informatie verstrekken over materialen, productieprocessen en de levenscyclus van producten. Dit bevordert transparantie, traceerbaarheid en hergebruik, en zou moeten leiden tot kostenbesparingen en efficiënter gebruik van grondstoffen en energie. TechValley, een samenwerkingsverband van high tech machinebouwers en smart suppliers in Noord-Holland, erkent de noodzaak van deze transitie. Ze experimenteren, innoveren en leren gezamenlijk om een innovatief ecosysteem te creëren. Ondanks de erkenning van het belang van DPP's, ervaren bij TechValley betrokken mkb’ers twijfels en barrières ten aanzien van de implementatie van DPP’s, zoals kosten, investeringen en praktische uitvoerbaarheid. Tegelijkertijd is er een trend gaande van verregaande digitalisering in de industrie (Smart Industry genoemd) die kan DPP-implementatie mogelijk kan ondersteunen. Het onderzoek richt zich op het samen met mkb’ers identificeren van uitdagingen, kansen en innovatiestappen voor de effectieve digitaal-gedreven implementatie van DPP’s. Het doel is om een innovatieagenda op te stellen voor ondernemers en engineers bij mkb'ers in de high tech maakindustrie, alsmede voor onderzoekers en docenten circulair ontwerpen en ondernemen en smart industry. Onderzoeksmethoden omvatten interviews met overige partners betrokken bij dit onderzoek, literatuuronderzoek, de inzet van studenten voor ontwerpend onderzoek en workshops met de consortiumpartners. De aanpak is verdeeld in vier werkpakketten, namelijk (1) digitale technologieën, (2) circulaire businesskansen, (3) implementatie van DPP's, en tot slot (4) projectmanagement en disseminatie. De resultaten omvatten een innovatieagenda met verkenning van kansen en barrières, een technologieverkenning, advies over circulaire businesskansen en randvoorwaarden voor DPP-implementatie van DPP's en generieke aanbevelingen voor vervolgstappen voor praktijk, onderwijs en onderzoek. De overige betrokken partners zijn voornemens het onderzoek na afloop verder te communiceren.