In het najaar van 2016 is een verkennend onderzoek gedaan over de leefbaarheid in Lienden volgens inwoners. Dit rapport beschrijft het onderzoeksproces en de uitkomsten, waarbij leefbaarheid is opgesplitst in de volgende thema’s: woonomgeving, elkaar kennen, iets voor elkaar betekenen en diensten & voorzieningen. Het onderzoek maakt deel uit van een gezamenlijke opdrachtverlening van Regio Rivierenland en Provincie Gelderland aan de HAN en Wageningen University & Research (voorheen Alterra). In oktober 2016 zijn in Lienden met behulp van open interviews verhalen verzameld van inwoners. De resultaten van het onderzoek zijn gebaseerd op 35 individuele interviews en een groepsinterview waar vijf jongeren aan deelnamen. Het doel van de interviews was om de vraagpatronen van de groepen bewoners vast te stellen. Een vraagpatroon bevat de overkoepelende thema’s uit individuele interviewgesprekken, de samenhang in vragen, behoeften en redeneringen. Dat betekent dat de vraagpatronen in meerdere gesprekken met inwoners aan bod kwamen. In deze samenvatting worden alleen de vraagpatronen schematisch weergegeven en de aanbevelingen opgesomd. Lees voor de uitgebreide resultaten, conclusies en aanbevelingen het hele rapport
ln dit project wordt in de context van het Living Lab Upper Citarum een haalbaarheidsstudie uitgevoerd voor de realisatie van een zgn. baggerfabriek@ in Bandung, lndonesië. Een baggerfabriek@ bestaat uit een (deel-) stroomgebied van een rivier waaruit op natuurvriendelijke wijze sediment gewonnen kan worden voor toepassing in bijv. de bouw- en/of waterbouwsector. Bandung is gelegen in het bovenste gedeelte van het stroomgebied van de Citarum rivier op West-Java. De rivier is zwaar verontreinigd en treedt regelmatig buiten zijn oevers, Bovendien is in de periode 2000-2009 circa 86% van het regenwoud in het bovenstroomse gebied verloren gegaan, hetgeen leidt tot ernstige erosie. Frequent baggeren is noodzakelijk in het verstedelijkte gebied om de afvoercapaciteit van de rivier in stand te houden en de kans op overstromingen te reduceren. Tegelijkertijd is er vanwege de snelle verstedelijking in het gebied een grote vraag naar grondstoffen voor de bouw van (droge en natte) infrastructuur en woningen. De vrijgekomen baggerspecie wordt nu op de oevers gestort en is daarmee vrij toegankelijk en beschikbaar voor de lokale bevolking/ondernemers. Dit betekent enerzijds dat (vooral kleine) ondernemers in het gebied toegang hebben tot goedkope grond/bouwmateriaal. Anderzijds levert dit risico's op voor de volksgezondheid: bijv. door directe blootstelling aan verontreinigd bouwmateriaal en indirect door het verbouwen van gewassen op de oevers waardoor verontreiniging mogelijk in de voedselketen terechtkomt. Om op effectieve en verantwoordelijke wijze om te kunnen gaan met baggerspecie, wordt in dit project een systeemanalyse uitgevoerd voor erosie, sedimenttransport en aanzanding in het stroomgebied. Daarnaast wordt een analyse gemaakt van de waardeketen van sediment als bouwmateriaal. Ten slotte, worden de bevindingen uit beide analyses gecombineerd in een specifieke locatie waar veel gebaggerd wordt om de haalbaarheid van een baggerfabriek@ in Bandung op hoofdlijnen vast te stellen. Dit project heeft als doelstelling om de haalbaarheid van een Baggerfabriek@ in Bandung te bepalen. Hierbij ligt de focus op de vraag en aanbod van sediment en de gerelateerde waardeketen en zal niet worden ingegaan op lokale factoren die van invloed zijn op de realisatie en exploitatie van een Baggerfabriek@, zoals wet- en regelgeving en grondverwerving. Het betreft dus een haalbaarheidsstudie op hoofdlijnen in plaats van een volledige haalbaarheidsstudie. Het is de bedoeling om hiermee een eerste stap te zetten voor een pilotproject in het kader van Living Lab Upper Citarum.
De Verenigde Naties heeft als streefdoel vastgesteld om voedselverspilling te halveren in het jaar 2030 ten opzichte van 2015. Als lid van de Europese Unie heeft Nederland zich verbonden aan het realiseren van dit streefdoel. Bedrijven in de voedselketen hebben behoefte aan inzichten en handelingsperspectieven om voedselverspilling te voorkomen in de praktijk. Het verkrijgen van inzichten in de (indirecte) effecten van handelingen, timing en besluiten tijdens het productieproces zijn van cruciaal belang. Om een concrete invulling te geven aan het voorkomen en verminderen van voedselverspilling, hebben de hogescholen Aeres, Inholland, HAS en HZ en MBO Lentiz samen met bedrijven en platform- en maatschappelijke organisaties dit projectvoorstel opgesteld. In dit project worden bedrijven uit de AGF-, zuivel- en vleesketen actief betrokken om inzicht te krijgen in de mate en oorzaken van voedselverspilling op ketenniveau. Vervolgens worden er praktische handelingsperspectieven toegepast om op ketenniveau maatregelen te nemen om voedselverspilling te voorkomen. Opgedane kennis en tools worden benut door het werkveld en onderwijs. Hiermee levert het groene onderwijs een bijdrage aan de actualisatie van het curriculum; studenten worden hierdoor bewust en competent gemaakt als duurzame agrarische ondernemers en professionals in de agri-foodsector.