In het geval van een T-shaped academicus, is er een balans tussen de diepgang van specialistische kennis en de breedte van algemene kennis. Dit geluid wordt door de rechtspraktijk gehoord. De zogenaamde T-shaped-client-loving-lawpreneur wordt door vijf bestuursvoorzitters van kantoren op de Zuidas gedragen. Zij staan de opleiding van een jurist die juridische kennis (de staander in de T) combineert met brede kennis van psychologie, sociologie, politicologie en economie (de ligger in de T) voor. In dit essay staat de auteur stil bij het fenomeen van T-professional en gaat in op de verschillende aspecten die in de context van de T-discussie een rol (behoren) te spelen.
DOCUMENT
Chapter 3 describes the need for T-shaped Sport, Physical Activity and Health professionals. The authors de Jong and Skovgaard give insights on how to stimulate exercise and physical activity behaviour and counter sedentarism from a socioecological perspective. This perspective considers the complexity and systems thinking necessary to promote an active lifestyle for health. Furthermore, recommendations for a T-shaped Sport, Physical Activity, and Health professional that is educated in real-life situations (“Living Labs”) are made. From inside the classroom to outside in practice, the approach is a more congruent way of experiencing and learning how to deal with complex Sport, Physical Activity and Health challenges.
DOCUMENT
Hoofdstuk in het Handboek Werken in de Wijk.
DOCUMENT
Conform de tendens naar steeds meer gespecialiseerde generalisten – ook wel ‘T-shaped social professionals’ genoemd – specialiseren professionals zich in een bepaalde richting. In bij- en nascholingen wordt gretig geïnvesteerd in onder meer trauma, systemisch werken en mindfulness. Het arsenaal oogt onuitputtelijk en de specifieke expertise hangt deels af van de (type) vooropleiding en de vigerende opvattingen en wetenschap binnen een bepaald vakgebied. Sociaal werkers hebben sinds een aantal jaren ook een nieuw type kennis tot hun beschikking: ervaringsdeskundigheid. Zij kunnen deze deskundigheid inzetten bij de begeleiding van bijvoorbeeld mensen met ernstige psychiatrische klachten. Wat is de kern van deze geprofessionaliseerde inzet van ervaringsdeskundigheid? Wat dit oplevert voor cliënten en hoe dit precies werkt in de praktijk zullen wij mede aan de hand van een praktijkcasus illustreren
DOCUMENT
In deze publicatie beschrijft PACT de kwaliteit van een inclusieve pedagogische omgeving in de vorm van ijkpunten. Hiermee kunnen teams hun eigen werkwijze tegen het licht houden en verbetering inzetten. De kwaliteit vam de medewerkers is cruciaal. Er zijn T-shaped professionals nodig. PACT schetst het profiel van de pedagogische professional van de toekomst.
DOCUMENT
Dit rapport verkent juridische kennis, vaardigheden en houdingsaspecten van lokale sociale professionals bij het vormgeven van de toegang tot de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). Sinds de wet in werking is getreden, op 1 januari 2015, is de gemeente verplicht onderzoek te doen naar de persoonlijke situatie van mensen die zich melden met een ondersteuningsvraag. Uit dat onderzoek, bekend geworden als het ‘keukentafelgesprek’, moet blijken of een cliënt zijn beperkingen het hoofd kan bieden met algemeen toegankelijke voorzieningen (bijvoorbeeld activiteiten in een buurthuis) en de inzet van gebruikelijke hulp van familie, vrienden en kennissen. Als dit niet afdoende is, kan hij een aanvraag doen voor een maatwerkvoorziening zoals huishoudelijke zorg, een woningaanpassing of specialistische begeleiding.
DOCUMENT
Industrial Design Engineering [Open] Innovation (IDE) is a 3-year, English taught, VWO entry-level, undergraduate programme at The Hague University of Applied Sciences (THUAS). The IDE curriculum focuses on the fuzzy front end of (open) innovation, sustainable development, and impact in the implementation phase of product-service design. The work field of Industrial Design Engineering and Open Innovation, like many other domains, is growing increasingly more complex (Bogers, Zobel, Afuah, Almirall, Brunswicker, Dahlander, Frederiksen, Gawer, & Gruber, 2017). Not only have the roles of designers changed considerably in the last decades, they continue to do so at increasing speed. Therefore, industrial design engineering students need different and perhaps more competencies as young professionals in order to deal with this new complexity. Moreover, in our transitional society, lifelong learning takes a central position (Reekers, 2017). Students need to give their learning path direction autonomously, in accordance with their talents and interests. IDE’s Quality & Curriculum Committee (QCC) realized in 2015 there is too much new knowledge to address in a 3-year programme. Instead, IDE students need to learn how to become temporary experts in an array of topics, depending on the characteristics of each new project they do (see Textbox 1). The QCC also concluded that more than just incremental changes to the current curriculum were needed; thus, the idea for a flexible, choice-based semester approach in the curriculum was born: ‘Curriculum M’ (Modular). A co-creational approach was applied, in which teaching staff, students, alumni, prospective students, industry (including the (international) social profit sector), and educational advisors collaborated to develop a curriculum that would allow students to become not just T-shaped (wide basis, one expertise) professionals, but U- or W-shaped professionals, with strong links to other disciplines.
DOCUMENT
Het model van de T-shaped professional wordt gebruikt om aan te geven hoe CJG-professionals invulling kunnen geven aan preventief en omgevingsgericht werken. Er worden praktijkvoorbeelden uit twee Groninger wijken gepresenteerd die illustreren hoe CJG-professionals hier handen en voeten aan geven, wat succesvol blijkt te zijn en wat de mogelijke faalfactoren. Echter, professionals uit het CJG moeten de innovatieve praktijk vorm en inhoud geven binnen een dynamische beleidscontext.
DOCUMENT
Individueel gedrag met zekerheid voorspellen is onmogelijk. Dat geldt dus ook voor het voorspellen van crimineel gedrag en voor het voorspellen van recidive, de term waarmee het opnieuw vertonen van crimineel gedrag wordt aangeduid. Voorspellen kan dus niet, maar het inschatten of taxeren van het recidive-risico kan wel. Dat is zelfs een belangrijk onderdeel van het werk van professionals in de forensisch sociale praktijk omdat het helpt bij de basisvragen waar zij voor staan. In deze bijdrage bespreken we eerst drie belangrijke basisvragen voor de forensisch sociale professional. Vervolgens gaan we in op drie methoden van risicotaxatie en criteria en bespreken de overwegingen om hiertussen een keuze te maken. Daarna gaan we in op wat dit betekent voor de praktijk.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk bespreken wij praktijkonderzoek dat voortborduurt op Anneke Menger’s jarenlange onvermoeibare inzet voor de professionalisering van sociaal werk. Immers, met haar immense ervaring heeft zij een bijdrage geleverd aan de manier waarop forensisch sociale professionals hun specifieke rol opvatten en uitvoeren (o.a. Menger, Krechtig, & Bosker, 2016). En, daarmee kreeg indirect ook het bevorderen van respect voor mensenrechten meer aandacht. Immers, het gaat Anneke in haar onderzoek vaak om rechtvaardigheid en de ‘mens’ achter zowel de sociale professional als de justitiabele. Daarnaast heeft haar lectoraat de morele opdracht van de professional in gedwongen kader in kaart gebracht (Krechtig, & Donker, 2012). Voor soortgelijk onderzoek naar mensenrechten en sociaal werk in de huidige participatiesamenleving is haar lectoraatsonderzoek daarom een bron van inspiratie.
DOCUMENT