The sharing economy holds promise for the way we consume, work, and interact. However, consuming in the sharing economy is not without risk, as institutional trust measures (e.g. contracts, regulations, guarantees) are often absent. Trust between sellers and buyers is therefore crucial to complete transactions successfully. From a buyer ́s perspective, a seller ́s profile is an important source of information for judging trustworthiness, because it contains multiple trust cues such as a reputation score, a profile picture, and a textual self-description. The effect of a seller’s self-description on perceived trustworthiness is still poorly understood. We examine how the linguistic features of a seller’s self-description predict perceived trustworthiness. To determine the perceived trustworthiness of 259 profiles, 189 real buyers on a Dutch sharing platform rated their trustworthiness. The results show that profiles were perceived as more trustworthy if they contained more words (which could be an indicator of uncertainty reduction), more words related to cooking (indicator of expertise), and more words related to positive emotions (indicator of enthusiasm). Also, a profile’s perceived trustworthiness score correlated positively with the seller’s actual sales performance. These findings indicate that a seller’s self-description is a relevant signal to buyers, eventhough it is cheap talk (i.e. easy to produce). The results can guide sellers on how to self-present themselves on sharing platforms and inform platform owners on how to design their platform so that it enhances trust between platform users.
Geen samenvatting beschikbaar
Artikel dat een stand van zaken geeft van (onderzoek naar en implementatie van) semantisch grammaticaonderwijs in het voortgezet onderwijs. Tevens wordt in dit artikel ingegaan op de semantische benadering van voorzetsels. Dit artikel vormt achtergrondinformatie bij de workshop die ik op 29-11-2013 op de HSN-conferentie op de Hogeschool van Utrecht heb gegeven.
MULTIFILE
Nederlands is een kernvak op school dat een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van taalvaardigheid van alle leerlingen. Inzicht in de grammatica van een taal kan daaraan bijdragen. Het huidige grammaticaonderwijs in scholen is echter nog (te) vaak gericht op het leren van ezelbruggetjes, trucjes en ‘teaching to the test’, en draagt in die vorm nauwelijks bij aan taalinzicht van leerlingen. Leraren weten vaak niet goed hoe ze grammaticaonderwijs op een betekenisvolle manier kunnen vormgeven en leerlingen begrijpen vaak niet waar ze grammatica voor nodig hebben. Uit onderzoek bij vwo-leerlingen blijkt dat grammaticaonderwijs betekenisvoller wordt door het gebruik van zogeheten ‘metaconcepten’ en het stimuleren van grammaticale redeneervaardigheid. Een dergelijke benadering leidt bij die leerlingenpopulatie eveneens tot sterke verbeteringen in het redeneren over grammaticale problemen, en daarmee tot een dieper inzicht in de materie. Over de invloed van een ‘metaconceptuele’ didactische aanpak gericht op taalinzicht van vmbo-leerlingen is echter nog weinig bekend, terwijl juist bij deze leerlingen de ontwikkeling van taalvaardigheid doorgaans extra aandacht vraagt. Taalbeheersing speelt immers een belangrijke rol in kansen en mogelijkheden die leerlingen zowel tijdens als na hun schoolloopbaan krijgen. Het hier voorgestelde onderzoek heeft als doel betekenisgericht grammaticaonderwijs te ontwikkelen voor vmbo-kaderleerlingen. In de eerste fase van het project wordt de Lesson Study-methodiek ingezet om grammaticaonderwijs voor vmbo-kader leerlingen te ontwerpen gericht op de ontwikkeling van taalinzicht en redeneervermogen en, parallel daaraan, de vakdidactische professionalisering van de deelnemende leraren Nederlands te stimuleren. Vervolgens wordt in de tweede fase van het project een quasi-experimenteel interventieonderzoek uitgevoerd om zicht te krijgen op de invloed van de ontworpen didactische aanpak op de ontwikkeling van het grammaticale inzicht en redeneervermogen van de onderzoeksgroep.