Teacher knowledge guides a teacher's behaviour in the classroom. Teacher knowledge for technology education is generally assumed to play an important role in affecting pupils' learning in technology. There are an abundant number of teacher knowledge models that visualise different domains of teacher knowledge, but clear empirical evidence on how these domains interact is lacking. Insights into the interaction of teacher knowledge domains could be useful for teacher training. In this study, the hypothesised relations between different domains of teacher knowledge for technology education in primary schools were empirically investigated. Subject matter knowledge, pedagogical content knowledge, attitude, and self-efficacy were measured with tests and questionnaires. Results from a path analysis showed that subject matter knowledge is an important prerequisite for both pedagogical content knowledge and self-efficacy. Subsequently, teachers' self-efficacy was found to have a strong influence on teachers' attitude towards technology. Based on the findings in this study, it is recommended that teacher training should first of all focus on the development of teachers' subject matter knowledge and pedagogical content knowledge. This knowledge will positively affect teachers' confidence in teaching and, in turn, their attitude towards the subject. More confidence in technology teaching and a more positive attitude are expected to increase the frequency of technology education, which consequently increases teaching experience and thereby stimulates the development of teachers' pedagogical content knowledge. This circle of positive reinforcement will eventually contribute to the quality of technology education in primary schools.
LINK
Exploring Practical Knowledge investigates professional practices from a hermeneutic perspective. The book presents, discusses and applies notions such as practical knowledge, practical wisdom, tacit knowledge, and normativity to the professional lifeworld. These contributions focus on both specific practices and more general questions concerning theories and investigations of practice. This volume comes as the result of a cooperation of three research centres: The two Centres for Practical Knowledge in Bodø, Norway and in Södertörn, Sweden, as well as the Research Group Value-Oriented Professionalisation at the University of Applied Sciences in Utrecht, the Netherlands. It offers empirical studies of professionals as well as discussing the underlying theories, approaches and methods of exploring practical knowledge – including the limits to any articulation of these aspects of professional action. In contrast to the objectivist paradigm that otherwise dominates professional studies, each chapter presents central perspectives and possibilities drawing from humanistic and interdisciplinary research traditions. The book explores professions in a style accessible to scholars and practitioners alike. It is interesting for those studying practices within these professions and for vocational studies in education, social work, health care, police work, journalism, etc.
Business is changing from an industrial- to a knowledge-based environment, building more from professionals and their expertise. Corporations need to create internal organizations in which there is more emphasis on human capital and creating/sharing knowledge and talents. Talent management and knowledge creation should be new foci to create sustainability and long-term success. On the whole, organisations are working too much on an ad hoc basis, focusing on technology instead of creating an environment in which talents reinforce each other. In this review article we explore knowledge circulation, link knowledge, and talent to innovation, and discuss optimum circumstances for corporations to benefit from these assets.
Aanleiding Het is belangrijk om de opvoedingskracht van ouders en de sociale steun rond gezinnen te versterken. De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) hebben hierin een belangrijke taak: preventie en het bieden van laagdrempelige opvoedingshulp bij lichte opgroei- en opvoedvragen, en waar nodig doorverwijzen naar zwaardere vormen van hulp. Dit noemen we preventief en omgevingsgericht werken. In de CJG’s zijn het vooral de frontliniewerkers - de pedagogisch consulenten, de maatschappelijk werkers en de sociaal verpleegkundigen – die invulling moeten geven aan het preventief en omgevingsgericht werken. Zij geven aan dat zij behoefte hebben aan gereedschap om:• Sociale pedagogische netwerken in buurten en wijken te versterken.• Opvoedingsvragen van ouders te verhelderen en daarop in te spelen.• Tijdig te kunnen signaleren wanneer zij de hulp van specialisten moeten inroepen. Doelstelling De hoofdvraag van dit project luidt dan ook: Op welke wijze kunnen frontliniewerkers invulling geven aan het preventief en omgevingsgericht werken, zodat zij de opvoedkracht van ouders en de pedagogische kwaliteit van de sociale omgeving van gezinnen versterken? Welke handvatten, instrumenten, vaardigheden, kennis en attitude hebben deze professionals daarvoor nodig? Het hart van dit project is de kenniswerkplaats die bestaat uit frontliniewerkers, docent/onderzoekers en studenten, die vanuit hun eigen inbreng en deskundigheid samenwerken. Via de kenniswerkplaats wordt geleerd door te doen. Ook wordt nadrukkelijk gezocht naar de intuïtieve kennis en behoeften van collega-professionals door mee te lopen met frontliniewerkers en hen te interviewen. De kenniswerkplaats vraagt feedback van inhoudsdeskundigen. Zij toetst haar resultaten aan de mening van de schakelgroep, waar het middenmanagement deel van uitmaakt. Dit gebeurt met het oog op de implementatie van de producten op de werkvloer. Beoogde resultaten Het project Een stap naar voren wil een lerende omgeving bieden voor professionals, studenten en docenten. Zij zullen instrumenten voor het werkveld ontwikkelen, zoals een gereedschapskist met praktische instrumenten. De oplossingen dragen bij aan een positief opvoedingsklimaat in buurten en gezinnen en op termijn tot een vermindering van verwijzing naar (en dus kosten van) de tweedelijnszorg. Voor het onderwijsveld levert dit project inzicht in de benodigde competenties voor preventief en omgevingsgericht werken voor de opleidingen sociale studies en verpleegkunde. Tot slot levert dit project kennis op voor het onderzoeksveld, zoals een methodiek om ‘tacit knowledge’ (impliciete kennis) bij professionals op te halen.
Reclasseringsorganisaties in Nederland maken een ontwikkeling door naar vakmanschap waarin professioneel handelen en besluitvorming ingebed is in actuele vakkennis en afgestemd op de reclasseringscliënt. Dat sluit aan bij de principes van evidence-based practice (EBP) waarbij professionals in staat zijn tot het maken van weloverwogen besluiten rondom professioneel handelen op basis van wetenschappelijke kennis, professionele expertise en cliëntexpertise. De reclasseringsorganisaties hebben al verscheidene stappen gezet richting een EBP, maar ervaren daarin diverse knelpunten. Reclasseringswerkers vinden het moeilijk om op een adequate manier de verbinding tussen theorie en praktijk te maken en ervaringen van cliënten te betrekken bij het nemen van besluiten. Met dit onderzoeksproject willen we, aansluitend bij bestaande ontwikkelingen in de drie landelijke reclasseringsorganisaties, bijdragen aan het doorontwikkelen van de reclasseringspraktijk naar een EBP werkwijze. Op basis van bevindingen uit praktijk en theorie ligt de focus daarbij in elk geval op het verbeteren van: a) beschikbaarheid en toepassen van wetenschappelijke kennis; b) gespreksvoering met cliënten gericht op gebruik van expertise van cliënten; c) expliciteren van tacit knowledge; d) bevorderen van gebruik van feedback, zowel van collega’s als van cliënten; e) pendelen tussen en verbinden van kennisbronnen. We doen dat in zes reclasseringsteams langs twee sporen: ontwikkelen en onderzoeken. Ontwikkelen: in ontwikkelwerkplaatsen gaan we samen met de professionals en cliënten aan de slag met het in kaart brengen van de wijze waarop EBP op dit moment vorm krijgt. Op grond daarvan gaan we met elkaar veelbelovende initiatieven doorontwikkelen en nieuwe werkwijzen ontwikkelen die kunnen bijdragen aan een EBP. Onderzoeken: we onderzoeken hoe deze werkwijzen bijdragen aan verandering van gedrag en opvattingen van reclasseringswerkers en de werkwijze in betrokken teams, passend bij een EBP. Daarnaast evalueren we in hoeverre versterking van EBP bijdraagt aan recidivebeperking en re-integratie van reclasseringscliënten.